Rijden met uw auto
Voorkom vastvriezen van de
parkeerrem
Onder bepaalde omstandigheden kan
uw parkeerrem bevriezen als deze is
aangetrokken. De kans daarop is het
grootst als er rond de achterremmen
sprake is van een opeenhoping van
sneeuw of ijs of als de remmen nat
zijn. Schakel bij het parkeren tijdelijk
stand P (Parkeren) in als de parkeerrem
kan bevriezen. Blokkeer bovendien de
achterwielen, zodat de auto niet kan
wegrollen. Deactiveer vervolgens de
parkeerrem.
Voorkom dat ijs en sneeuw zich
ophopen aan de onderzijde van de auto
Onder bepaalde omstandigheden kan
zich onder de spatschermen sneeuw en
ijs ophopen en het sturen bemoeilijken.
Controleer bij het rijden onder strenge
winterse omstandigheden regelmatig
de onderzijde van de auto, om ervoor te
zorgen dat de voorwielen en onderdelen
van de stuurinrichting niet geblokkeerd
raken.
6-98
Neem de benodigde uitrusting voor
noodgevallen mee
Afhankelijk van de
weersomstandigheden moet u een
betreffende nooduitrusting voor
onderweg meenemen. Waaronder
bijvoorbeeld sneeuwkettingen, een
sleepkabel of -ketting, een zaklantaarn,
een alarmknipperlicht, zand, een
schep, startkabels, een ruitenkrabber,
handschoenen, een stuk zeil of een
kleed, een deken, enz.
Plaats geen voorwerpen of materialen
in de motorruimte
Het plaatsen van voorwerpen of
materialen in de motorruimte die koeling
van de motor verhinderen kan een
storing of brand veroorzaken. De schade
die hierdoor kan ontstaan valt niet onder
de fabrieksgarantie.
Rijd met uw voertuig wanneer
waterdamp condenseert en zich
ophoopt in de uitlaatpijp
Als de auto's winters lange tijd stilstaat
terwijl de motor draait, kan condens zich
ophopen in de uitlaatpijp. Water in de
uitlaatpijp kan o.a. geluid veroorzaken,
maar kan weglopen door met
middelmatige tot hoge snelheid te rijden.