OPMERKING
De sensor die de SRS regelmodule
activeert is verbonden met
de gordelspanners. Het
waarschuwingslampje SRS-airbag
op het instrumentenpaneel brandt
ongeveer 3-6 seconden nadat de Engine
Start/stopknop is ingeschakeld, en
moet dan doven.
Als de gordelspanner niet correct werkt,
brandt het waarschuwingslampje
ook als de SRS-airbag geen storing
vertoont. Als het waarschuwingslampje
niet brandt, blijft branden of brandt
terwijl de auto rijdt, adviseren we u
om de gordelspanners en/of de SRS-
regelmodule zo snel mogelijk door
een officiële HYUNDAI-dealer te laten
controleren.
Informatie
Voorgespannen gordels kunnen in
werking treden tijdens bepaalde
frontale botsingen of als de auto over
de kop slaat (indien voorzien van een
specifieke sensor).
Als de gordelspanners worden
geactiveerd, klinkt een luide knal
en kan fijn stof, dat lijkt op rook,
zichtbaar worden in het interieur. Dit
is niet schadelijk en is normaal in deze
situatie.
Hoewel het niet giftig is, kan het fijne
stof huidirritatie veroorzaken en moet
het niet gedurende langere tijd worden
ingeademd. Was de huid van alle
blootgestelde lichaamsdelen grondig na
een ongeval waarbij de gordelspanners
werden geactiveerd.
Extra voorzorgsmaatregelen
veiligheidsgordel
Gebruik van veiligheidsgordels bij
zwangerschap
De veiligheidsgordel moet altijd worden
gebruikt tijdens de zwangerschap. De
beste manier om uw ongeboren kind te
beschermen is uzelf te beschermen door
altijd de veiligheidsgordel te dragen.
Zwangere vrouwen moeten altijd de
driepuntsgordel dragen. Plaats de
schoudergordel over uw borst, tussen uw
borsten door en van uw nek verwijderd.
Plaats de heupgordel onder uw buik
zodat deze NAUW over uw heupen en
bekken sluit, onder het ronde gedeelte
van de buik.
WAARSCHUWING
Om de kans op ernstig letsel voor het
ongeboren kind te beperken, mogen
zwangere vrouwen het heupgedeelte
van de veiligheidsgordel NOOIT over of
boven de onderbuik dragen.
Kinderen en het gebruik van
veiligheidsgordels
Baby's en kleine kinderen
De meeste landen hebben wetten
betreffende kinderzitjes, die eisen
dat kinderen in geschikte kinderzitjes
reizen, waaronder stoelverhogers. De
leeftijd waarboven de veiligheidsgordel
mag worden gebruikt in plaats van een
kinderzitje, verschillen per land. Zorg
er daarom voor dat u op de hoogte
bent van de regelgeving in uw land
en in de landen die u op uw reizen
aandoet. Veiligheidssystemen voor
baby's en kinderen moeten correct op
de achterbank worden geplaatst en
bevestigd.
Raadpleeg voor meer informatie
'Kinderveiligheidssystemen' in dit
hoofdstuk.
03
3-35