Bestuurdershulp
Slechts een deel van een voertuig
wordt gedetecteerd
De voorligger heeft geen
achterlichten, zijn achterlichten
bevinden zich op een ongewone
plaats enz.
Er is niet veel licht buiten en de
achterlichten zijn niet aan of geven
weinig licht
De achterkant van de voorligger
is klein of ziet er ongewoon uit
(bijvoorbeeld wanneer de auto is
gekanteld, ondersteboven ligt, enz.)
De bodemvrijheid voor de auto is laag
of hoog
Een voertuig rijdt plotseling voor u in
Uw auto wordt gesleept
U rijdt door een tunnel of onder een
ijzeren brug door
U rijdt nabij zones waar zich metalen
bevinden, zoals een bouwplaats,
spoorweg enz.
Een voorwerp dat reflecteert op de
voorste radar, zoals een rail, een
voertuig in de nabijheid, enz.
Het deel van de bumper rond de radar
heeft een stoot ondervonden of is
beschadigd of de radar zit niet op zijn
plaats
De temperatuur rond de radar is hoog
of laag
U rijdt in een groot gebied waar
weinig voertuigen of constructies zijn
(bijvoorbeeld een woestijn, weide,
voorstad enz.)
Het voertuig voor u is van een
materiaal dat de golven van de radar
vóór niet goed reflecteert
U rijdt nabij een knooppunt of langs
een tolpoort van een snelweg (of
hoofdweg)
U rijdt op een ondergrond die glad is
door sneeuw, waterplassen, ijs enz.
U rijdt op een bochtige weg
De voorligger wordt te laat
gedetecteerd
7-102
De weg van de voorligger wordt
plotseling versperd door een obstakel
De voorligger verandert plotseling van
rijstrook of vertraagt plotseling
De voorligger is vervormd
De voorligger rijdt met een lage of
hoge snelheid
Uw auto verandert langzaam van
rijstrook terwijl vóór u een voorligger
rijdt
De voorligger is bedekt met sneeuw
Onstabiel rijden
U bevindt zich op een rotonde en de
voorligger wordt niet gedetecteerd
U blijft in een cirkel rijden
U rijdt op een parkeerterrein
U rijdt langs wegwerkzaamheden,
over een onverharde, gedeeltelijk
verharde weg of hobbelige
verkeersdrempels enz.
U rijdt op een weg met hellingen,
bochten enz.
U rijdt langs bomen of
straatverlichting aan de kant van de
weg
De slechte staat van de weg doet
de auto overmatig trillen tijdens het
rijden
Uw auto is te hoog of te laag door
een zware lading, een abnormale
bandenspanning enz.
U rijdt op een smalle weg die tussen
bomen of gras ligt of overgroeid is
Er is storing door elektromagnetische
golven, bijvoorbeeld in bepaalde
gebieden met sterke radiogolven of
elektrische ruis