WAARSCHUWING
Als 'Warning Only' (Alleen
waarschuwing) wordt geselecteerd,
is er geen stuurhulp.
Het Lane Keeping Assist-systeem
stuurt niet bij wanneer de auto in het
midden van de rijstrook rijdt.
De bestuurder dient zich altijd
bewust te zijn van de omgeving en
de auto te sturen als 'Off' ('Uit') is
geselecteerd.
In- of uitschakelen Lane Keeping Assist
(Toets veiligheid op de rijstrook)
Behalve Europa, Australië, Rusland
- Met de motor aan houdt u de toets
Lane Driving Assist (hulp op de
rijstrook) op het stuurwiel ingedrukt
om Lane Keeping Assist in te
schakelen. Het witte controlelampje
op het instrumentenpaneel gaat
branden.
Druk opnieuw op de toets en houd
deze ingedrukt om de functie uit te
schakelen.
Wanneer de motor opnieuw wordt
gestart, behoudt het Lane Keeping
Assist-systeem de laatste instelling.
Voor Europa, Australië, Rusland
- Wanneer de motor wordt gestart,
wordt het Lane Keeping Assist-
systeem altijd ingeschakeld.
Het witte controlelampje op het
instrumentenpaneel gaat branden.
Wanneer het Lane Keeping Assist-
systeem is ingeschakeld, houdt u de
toets Lane Driving Assist (hulp met
rijden op de rijstrook) ingedrukt
OPGELET
Als de toets Lane Driving Assist kort
wordt ingedrukt, zal Lane Following
Assist aan en uit gaan.
07
OCN7060087
7-33