Instrumentenpaneel
Waarschuwings- en
controlelampjes
Informatie
Controleer of alle waarschuwingslampjes
UIT zijn nadat u de motor hebt gestart.
Als er nog een lampje brandt, duidt dit op
een situatie die aandacht behoeft.
Waarschuwingslampje
veiligheidsgordel
Dit waarschuwingslampje maakt
de bestuurder erop attent dat de
veiligheidsgordel niet is vastgemaakt.
Zie voor meer informatie
'Veiligheidsgordels' in hoofdstuk 3.
Waarschuwingslampje
airbag
Dit waarschuwingslampje gaat branden:
Als het contact of de toets ENGINE
START/STOP in de stand ON wordt
gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3~6
seconden branden en gaat dan uit.
In geval van een storing met de
airbagmodule.
In dat geval adviseren we u de auto
te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
4-12
Waarschuwingslampje
parkeerrem en
remvloeistofpeil
Dit waarschuwingslampje gaat branden:
Als het contact of de toets ENGINE
START/STOP in de stand ON wordt
gezet.
- Het lampje van de parkeerrem en
de parkeerremvloeistof brandt
gedurende ongeveer 3 seconden en
dooft vervolgens als de parkeerrem
is vrijgezet.
Wanneer de parkeerrem wordt
aangetrokken.
Wanneer het remvloeistofniveau te
laag is.
- Als het waarschuwingslampje blijft
branden terwijl de parkeerrem niet
aangetrokken is, kan dit duiden op
een te laag remvloeistofniveau in
het reservoir.
Als het remvloeistofpeil in het reservoir
laag is:
1. Rijd voorzichtig naar de kant van de
weg en breng de auto op een veilige
plaats tot stilstand.
2. Zet de motor uit, controleer het
remvloeistofpeil onmiddellijk
en voeg zo veel vloeistof toe als
nodig is (Zie voor meer informatie
'Remvloeistof' in hoofdstuk 9).
Controleer na het toevoegen van
remvloeistof alle remonderdelen
op vloeistoflekkage. Als een
remvloeistoflek wordt gevonden
of als het waarschuwingslampje
blijft branden of als de remmen
niet goed werken, rijd dan niet met
de auto. Wij adviseren u de auto te
laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Type A
Type B