Rijden met uw auto
Goede remgewoonten
WAARSCHUWING
Wanneer u de auto verlaat of parkeert,
moet u altijd volledig stilstaan en het
rempedaal ingedrukt houden. Schakel
de transmissie naar stand P (Parkeren),
activeer de parkeerrem en zet de
Engine Start/Stop (Motor starten/
stoppen) knop in de stand OFF.
Indien de auto is geparkeerd en de
parkeerrem niet of niet volledig is
ingeschakeld, kan deze onbedoeld
in beweging komen waardoor u of
anderen letsel kunnen oplopen.
Activeer ALTIJD de parkeerrem alvorens
de auto te verlaten.
6-68
Natte remmen kunnen gevaarlijk zijn!
De remmen kunnen nat worden als door
stilstaand water wordt gereden of als
de auto wordt gewassen. Uw auto stopt
minder snel als de remmen nat zijn.
Natte remmen kunnen ervoor zorgen dat
de auto naar één kant trekt.
Om de remmen te drogen kunt u het
rempedaal iets intrappen, totdat de
remmen weer normaal werken. Stop de
auto zodra dit veilig mogelijk is als de
remmen niet normaal gaan werken. In
dat geval adviseren wij u zo snel mogelijk
contact op te nemen met een officiële
HYUNDAI-dealer voor hulp.
Laat tijdens het rijden uw voet NIET op
het rempedaal rusten. Zelfs een lichte,
maar permanente pedaaldruk kan leiden
tot oververhitting in het remsysteem,
voortijdige slijtage en zelfs het weigeren
van de remmen.
Als u tijdens het rijden een lekke
band krijgt, druk het rempedaal dan
voorzichtig in en laat de auto vertragen
terwijl u rechtdoor rijdt. Verlaat de weg
en stop op een veilige locatie zodra uw
snelheid zodanig is dat dit veilig mogelijk
is.
Houd het rempedaal stevig ingetrapt als
de auto stilstaat om te voorkomen dat de
auto vooruitrolt.