Bestuurdershulp
OPGELET
De instellingen voor het
waarschuwingsmoment en het
waarschuwingsvolume worden
toegepast bij alle functies van het
Forward Collision-Avoidance Assist-
systeem.
Zelfs als het waarschuwingsmoment
'Normal' (normaal) is geselecteerd,
kan het lijken dat de waarschuwing
te laat komt als de voorligger
plotseling stopt.
Selecteer voor het
waarschuwingsmoment 'Late'
('Laat') wanneer er weinig verkeer is
en u traag rijdt.
Informatie
Wanneer de motor opnieuw wordt
gestart, blijft de laatste instelling voor
het waarschuwingsmoment en -volume
behouden.
7-20
Werking van Forward Collision-
Avoidance Assist (Ondersteuning
botsing vermijden voorzijde)
Basisfunctie
Waarschuwing en regeling
De basisfunctie van de Forward Collision-
Avoidance Assist is om waarschuwingen
te geven en te helpen het voertuig in
bedwang te houden, afhankelijk van
het botsingsrisico: 'Collision Warning'
(botsingswaarschuwing), 'Emergency
Braking' (noodrem) en 'Stopping vehicle
and ending brake control' (voertuig
stoppen en remregeling eindigen).
Botsingswaarschuwing
Om de bestuurder te waarschuwen
voor een botsing, verschijnt de
waarschuwingsmelding 'Collision
Warning' ('Botsingswaarschuwing')
op het instrumentenpaneel, klinkt een
waarschuwingssignaal en gaat het
stuur trillen (indien van toepassing).
Wordt er een voorligger gedetecteerd,
dan werkt de functie bij een
rijsnelheid tussen ongeveer 10-180
km/h.
Als een voetganger of fietser vóór de
auto wordt gedetecteerd, dan werkt
het systeem bij een rijsnelheid van
ongeveer 10-85 km/h.
ONX4E070001