Bestuurdershulp
WAARSCHUWING
Collision-avoidance assist wordt
geannuleerd onder de volgende
omstandigheden:
- Uw auto rijdt op een bepaalde
afstand de rijstrook naast u op
- Uw auto is niet meer in de buurt
van het botsingsrisico
- Het stuurwiel wordt omgegooid
- Het rempedaal wordt ingetrapt
- Forward Collision-Avoidance Assist
(ondersteuning botsingsvermijding
voorzijde) actief is
Nadat de Blind-Spot Collision-
Avoidance Assist (botsingsvermijding
blinde hoek) heeft ingegrepen of
na een rijstrookwissel moet u in het
midden van de rijstrook gaan rijden.
De Blind-Spot Collision-Avoidance
Assist (botsingsvermijding blinde
hoek) werkt niet als de auto niet in
het midden van zijn rijstrook rijdt.
7-56
Collision-avoidance assist
(Botsingsvermijding) (bij het wegrijden)
Om de bestuurder te waarschuwen
voor een aanrijding, knippert
het waarschuwingslampje op de
buitenspiegel; ook verschijnt er
een waarschuwingsmelding op het
instrumentenpaneel. Tegelijkertijd
klinkt een waarschuwingssignaal
en gaat het stuur trillen (indien van
toepassing).
De Blind-Spot Collision-Avoidance
Assist (botsingsvermijding blinde
hoek) werkt wanneer uw rijsnelheid
lager is dan 3 km/h en de snelheid
van het voertuig in de dodehoekzone
hoger is dan 5 km/h.
De noodrem wordt geactiveerd om
een botsing met het voertuig in de
dodehoekzone te helpen voorkomen.
ONX4E070093