4.10.7
Aansluiting van de motor en rem
Gebruik alleen afgeschermde motorkabels. De gevlochten afscherming van de motor-
kabel moet aan beide zijden over de gehele omvang voor een groot deel op de af-
schermingsplaat van de regelaar worden gelegd.
De kabels voor de remvoeding in afgeschermde uitvoering aanleggen. De afscher-
ming van de remkabel kan op de vermogensafschermingsplaat van de regelaar wor-
den gelegd.
Indien de motor- en remkabel in een gemeenschappelijke leiding zijn gecombineerd,
moet u de kabel zo uitvoeren, dat de remkabels door een inwendige afscherming wor-
den gescheiden van de aders van de motor. De leidingen beschikken bovendien over
een algehele afscherming.
SEW-EURODRIVE adviseert om geprefabriceerde kabels te gebruiken.
Bij bijzonder hoge eisen aan de EMC wordt een extra afscherming aanbevolen. In dat
geval kan voor een reductie van de uitgestraalde storingsemissie de motorafscher-
ming op de uitgang van de kast tevens met behulp van in de handel verkrijgbaar in-
stallatiemateriaal (aardingsklemmen of EMC-wartel) worden geaard.
4.10.8
Aansluiting van de stuurstroomleiding
De aansluiting van de binaire ingangen met onafgeschermde enkele aders uitvoeren.
Afgeschermde kabels verbeteren de EMC. Voor het afschermingscontact moet in prin-
cipe de daarvoor bedoelde afschermingsplaat worden gebruikt.
Bij het aanleggen buiten de schakelkast moet u kabels in afgeschermde uitvoering ge-
bruiken.
Installatie overeenkomstig de EMC-norm
Technische handleiding – MOVITRAC
Installatie
4
19508524171
19508526603
79
®
advanced