Foutklassen
De fouten die optreden in de veiligheidsoptie zijn onderverdeeld in 5 verschillende
foutklassen. Afhankelijk van de foutklasse wordt de in de volgende tabel beschreven
reactie uitgevoerd.
Foutklasse
Melding.
Waarschuwing.
Uitgangsfout, ingangsfout, enco-
derfout.
Systeemfout.
Kritische fout.
Melding
Bij een melding wordt geen foutreactie uitgevoerd. Er vindt een invoer in het foutge-
heugen plaats. De bijbehorende foutcode wordt ook verzonden.
Waarschuwing
Bij een waarschuwing wordt geen foutreactie uitgevoerd. Er vindt een invoer in het
foutgeheugen plaats. De bijbehorende foutcode wordt ook verzonden.
Een waarschuwing is informatie, bijvoorbeeld over een fout in het encodersysteem,
die op het moment van optreden geen veiligheidsgerelateerd effect heeft, maar op
een ander moment een fout kan vertegenwoordigen.
Uitgangsfout, ingangsfout, encoderfout
Uitgangsfout
Als de veiligheidsoptie een fout detecteert bij een veilige binaire uitgang, worden alle
veilige binaire uitgangen naar de veilige toestand geschakeld. Bovendien wordt de
veiligheidsdeelfunctie STO geactiveerd en wordt de veiligheidsoptie in de veilige toe-
stand gezet. In het FS-protocol worden de bit van de veilige binaire uitgang F-DO0 op
"0" en de bits voor de veiligheidsdeelfunctie STO en de fout op "1" gezet.
Bovendien wordt de bijbehorende foutcode voor de opgetreden uitgangsfout verzon-
den.
Ingangsfout
Als de veiligheidsoptie een fout detecteert bij een veilige binaire ingang, wordt de be-
treffende veilige binaire ingang naar de veilige toestand geschakeld. Als de betreffen-
de veilige binaire ingang 2-kanaals is geparametreerd, worden beide binaire ingangen
naar de veilige toestand geschakeld. In het FS-protocol worden de bits van de betref-
fende veilige binaire ingangen op "0" en de foutbit op "1" gezet.
Bovendien wordt de overeenkomstige foutcode voor de opgetreden ingangsfout ver-
zonden.
Functionele veiligheid
Reactie
Invoer in het foutgeheugen, geen verdere reactie.
Invoer in het foutgeheugen, geen verdere reactie.
Invoer in het foutgeheugen en eventueel veilige
toestand van de binaire in- en uitgangen.
Invoer in het foutgeheugen en veilige toestand
van de binaire in- en uitgangen.
Invoer in het foutgeheugen en veilige toestand
van de binaire in- en uitgangen. Geen veilige
communicatie.
Technische handleiding – MOVITRAC
8
Service
329
®
advanced