Veiligheidsaanwijzingen
2
Elektrische installatie
2.9
Elektrische installatie
2.9.1
Vereiste veiligheidsmaatregel
2.9.2
Stationair gebruik
2.9.3
Generatorische werking
2.10
Veilige scheiding
18
Technische handleiding – MOVITRAC
Controleer of na de elektrische installatie alle noodzakelijke afdekkingen correct zijn
aangebracht.
De veiligheidsmaatregelen en beveiligingsinrichtingen moeten voldoen aan de gelden-
de voorschriften (bijv. EN 60204-1 of EN 61800-5-1).
Zorg ervoor dat het product op de juiste manier op de randaarde is aangesloten.
Een noodzakelijke veiligheidsmaatregel voor het product is:
Soort energieoverdracht
Directe netvoeding
De aandrijving wordt gebruikt als generator door de kinetische energie die de installa-
tie/machine heeft. Beveilig de aandrijfas tegen rotatie, voordat de aansluitruimte wordt
geopend.
Het product voldoet aan alle eisen voor de veilige scheiding tussen vermogens- en
elektronica-aansluitingen conform EN 61800-5-1. Om een veilige scheiding te garan-
deren moeten de aangesloten signaalcircuits voldoen aan de eisen van SELV (Safety
Extra Low Voltage) of PELV (Protective Extra Low Voltage). De installatie moet vol-
doen aan de eisen voor een veilige scheiding.
Om ervoor te zorgen dat de toelaatbare contactspanningen in SELV- of PELV-circuits
bij een storing niet worden overschreden, is een continue potentiaalvereffening bij de-
ze circuits vereist. Als dit niet mogelijk is, moet u andere veiligheidsmaatregelen tref-
fen. Deze veiligheidsmaatregelen zijn beschreven in EN 61800-5-1.
®
advanced
Veiligheidsmaatregel
•
Randaarde