•
•
8.8.8
Reactie wanneer veilige communicatie wordt onderbroken
Indien bij een storing in de veilige procesdatacommunicatie de "Foutreactie veilige
communicatie" niet geactiveerd is, worden alle procesdatabits overschreven met de
vervangende waarde "0" en verwerkt. Dit betekent dat alle vrijgegeven veiligheids-
deelfuncties (inclusief de veiligheidsdeelfunctie STO) worden geactiveerd. Dit kan lei-
den tot een plotseling stoppen van het systeem.
Met "Foutreactie veilige communicatie" geactiveerd, kan de foutreactie "SS1" worden
ingesteld en de overeenkomstige SSx1 of SSx2 instance worden geselecteerd.
Voordat de veilige procesdatacommunicatie voor de eerste keer tot stand wordt ge-
bracht, worden alle procesdatabits op de vervangende waarde "0" gezet. Nadat de
veilige procesdatacommunicatie tot stand is gebracht en opnieuw mislukt, wordt de
procesdatabit van de ingestelde SSX-instantie op "0" gezet. De andere procesdatabits
van de STO-, SDI- en SLS-functie behouden de laatste waarde. Alle andere proces-
databits worden op "0" gezet. Nadat de SSX-integrator de STO-eindtoestand heeft be-
reikt, worden alle procesdatabits op "0" gezet.
Als "Foutreactie veilige communicatie" geactiveerd is, wordt de reactietijd tot de acti-
vering van de veiligheidsdeelfunctie STO verlengd met de tijden van de geparame-
treerde SSX-instantie als de communicatie onderbroken is.
AANWIJZING
Indien de selectie van de F-DO functie op "Geen" staat, worden de uitgangen geo-
pend.
Indien de selectie van de F-DO functie op "STO" of "SBC" is ingesteld, wordt het ope-
nen van de uitgangen vertraagd door de geactiveerde functie na de SSX-integrator.
Er wordt voor gezorgd dat alle in de overkoepelende besturing beoordeelde flan-
ken daadwerkelijk aanwezig waren op de F-DI ingangsklem.
Er kan niet worden gegarandeerd dat alle flanken die op de F-DI ingangsaanslui-
ting optreden, door de overkoepelende besturing worden herkend. Dit is bijzonder
belangrijk in geval van een defect aan de veiligheidsoptie of de bedrading.
Functionele veiligheid
Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing
Technische handleiding – MOVITRAC
8
321
®
advanced