Functionele veiligheid
8
Inbedrijfstelling
Veilige procesuitgangsdata dempen (F-PA dempen)
Testmodus
270
Technische handleiding – MOVITRAC
Als de functie "Encoderfout dempen" automatisch zou worden gedeactiveerd, moeten
alle bronnen eerst de activering annuleren voordat ze opnieuw worden geactiveerd.
WAARSCHUWING
De actieve functie "F-PA dempen" deactiveert de encoderafhankelijke veiligheids-
deelfuncties (behalve STO). Dit kan leiden tot een onmiddellijke start van de installa-
tie.
Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel.
•
Alvorens de functie "F-PA dempen" te activeren, moet de gebruiker organisatori-
sche maatregelen nemen om mens en machine te beschermen.
De functie "Veilige procesuitgangsdata dempen" wordt geactiveerd door een 0 → 1
flank op een veilige binaire ingang F-DI of door de noodmodus te starten met het
handprogrammeerapparaat. De geactiveerde functie "F-PA dempen" wordt op de led
F-ERR gesignaleerd door snel geel knipperen. De functie "F-PA dempen" heeft de
volgende effecten:
•
Het openen van de interne veilige binaire uitgang F-DO_STO wordt voorkomen
vanwege de vervangende waarden van de F-PA-gegevens.
•
De foutreacties van alle veiligheidsdeelfuncties worden verhinderd.
•
De bit Encoderfout dempen wordt gezet in de veilige procesingangsdata.
•
De activering van de veiligheidsdeelfunctie STO is nog steeds onbeperkt mogelijk
via een veilige binaire ingang F-DI.
De functie "F-PA dempen" wordt automatisch beëindigd in de volgende gevallen:
•
Er is een andere fout gedetecteerd.
•
Een fout wordt bevestigd.
•
1 tot 60 minuten na activering via F-DI of F-PA. Deze tijd wordt ingesteld via de
parameter Maximale dempingstijd.
•
5 minuten na activering via noodmodus
•
Onderbreking van de verbinding met het handprogrammeerapparaat als de functie
"F-PA dempen" geactiveerd is via het handprogrammeerapparaat.
Na een automatische deactivering van de functie "F-PA dempen" moeten alle bronnen
worden gedeactiveerd voordat ze opnieuw worden geactiveerd.
Als de testmodus actief is, kan de grenswaardeoverschrijding van de veiligheidsdeel-
functie SS1 worden getest.
De testmodus verhindert de basisbesturing van het apparaat (selectie FCB).
De testmodus wordt geactiveerd door een stijgende flank (0 → 1) op een veilige binai-
re ingang of via de veilige procesuitgangsdata (F-PA).
De status van de testmodus wordt weergegeven via de veilige procesdata (procesda-
tabit: Testmodus actief), in de parametreringstool "Assist CS.." en via het led-display
gesignaleerd.
De testmodus wordt automatisch beëindigd in de volgende gevallen:
•
Tijdens de parametrering van de veiligheidsoptie.
®
advanced