Functionele veiligheid
8
Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing
ACK_REI
ACK_REQ
PASS_OUT
QBAD
DIAG
Bevestiging van gegevensuitwisseling PROFIsafe
8.8.3
Beveiligingsprotocol FSoE
306
Technische handleiding – MOVITRAC
WAARSCHUWING
Niet-toegestane parametrering van de variabele ACK_NEC = 0.
Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel
•
De parametrering van de variabele ACK_NEC = 0 is alleen dan toegestaan als
een automatische activering voor het betreffende proces veiligheidstechnisch is
goedgekeurd.
•
Controleer of voor het betreffende proces een automatische activering is goedge-
keurd.
Om de veiligheidsoptie opnieuw te integreren moet er, nadat de fout verholpen is, een
gebruikersbevestiging met een positieve flank aan de variabele ACK_REI volgen. Een
bevestiging is pas dan mogelijk als de variabele ACK_REQ = 1 is.
Het F-besturingssysteem stelt ACK_REQ = 1 in, zodra alle fouten in de data-uitwisse-
ling met de veiligheidsoptie zijn verholpen. Na een succesvolle bevestiging wordt
ACK_REQ door het F-besturingssysteem op 0 gezet.
De variabele PASS_OUT geeft aan of er een passivering van de veiligheidsoptie is. Er
worden vervangingswaarden uitgegeven.
Fout bij de data-uitwisseling met de veiligheidsoptie. Geeft aan dat er een passivering
is. Er worden vervangingswaarden uitgegeven.
Via de variabele DIAG wordt niet-gewaarborgde informatie over opgetreden fouten in
het F-besturingssysteem voor servicedoeleinden ter beschikking gesteld. Meer infor-
matie vindt u in het betreffende handboek van het F-besturingssysteem.
Voor een veilige gegevensuitwisseling van de veiligheidsoptie via PROFIsafe moet de
PROFIsafe-communicatie foutloos zijn. Zodra een bevestigingsverzoek van de veilig-
heidsoptie via de bit ACK_REQ in afwachting is van het F-periferie-DB, moet de ge-
bruiker dit bevestigen met een stijgende flank op de bit ACK_REI.
Zodra de veilige gegevensuitwisseling van de veiligheidsoptie via PROFIsafe foutloos
is, kunnen fouten in de veiligheidsoptie met een 0 → 1 flank worden bevestigd via de
bit "Bevestiging" in het F-procesdataprofiel.
•
Voor de gegevensuitwisseling via FSoE tussen de CSB/CSL-veiligheidsopties en
een overkoepelende besturing heeft de veiligheidsoptie in de profielvariant "Tech-
nology" de volgende procesdatatoewijzing:
– 6 byte invoergegevens
– 1 byte hoofdgegevens
– 3 x 2 bytes gebruiksdata en 2 bytes CRC elk
– 2 byte verbindings-ID
– 6 bytes van uitgangsgegevens
– 1 byte hoofdgegevens
– 3 x 2 bytes gebruiksdata en 2 bytes CRC elk
– 2 byte verbindings-ID
•
Voor de gegevensuitwisseling via FSoE tussen de CSL-veiligheidsoptie en een
overkoepelende besturing heeft de veiligheidsoptie in de profielvariant "System"
de volgende procesdatatoewijzing:.
®
advanced