Inbedrijfstelling
5
Aansturing van de stuurbronnen
5.11
Aansturing van de stuurbronnen
5.11.1
Aansturing via klemmen
118
Technische handleiding – MOVITRAC
De volgende beschrijving gaat uit van het gebruik van de engineeringsoftware
®
MOVISUITE
.
Afhankelijk van de uitvoering van de regelaar wordt deze aangestuurd via de digitale/
analoge ingangen of via de veldbus.
In principe staat het de gebruiker vrij de respectieve interface individueel te configure-
ren of de SEW-standaard interface te gebruiken.
Hiervoor staan verschillende MOVIKIT
Deze bieden de volgende voordelen:
•
Toepassingsspecifieke functionaliteiten
•
Standaard interface van SEW-EURODRIVE
•
Geautomatiseerde parametrisering van de interface
®
•
MOVIKIT
specifieke diagnose en handbedrijf
De aansturing via klemmen kan plaatsvinden via analoge setpoints en vaste setpoints.
Als er af fabriek geen MOVIKIT
bron op "geen bron" ingesteld en kan de regelaar via klemmen worden aangestuurd.
Hierbij geldt:
•
Digitale ingangen
– DI00: Eindtrapvrijgave (DI00 wordt niet naar klem X20 geleid en kan daarom
niet worden gebruikt)
– DI01: Vast setpoint - draairichting positief
– DI02: Vast setpoint - draairichting negatief
– DI03: Vast setpoint voor snelheid bit 0
– DI04: Vast setpoint voor snelheid bit 1
– DI05: Fout resetten
– DI06: Geen functie
•
Configureerbare digitale in-/uitgangen
– DIO01: Geen functie
– DIO02: Geen functie
•
Digitale uitgangen
– DB00: Remuitgang
– DOR: Geen functie
•
Analoge ingang AI1
Als geen bit "toerental-vast setpoint" is geselecteerd, wordt de AI1 overgenomen
als de toerentalsetpoint-bron. De ingestelde teller/noemer schaalverdeling in ge-
bruikerseenheden is van toepassing.
Snelheidssetpoint (gebruikerseenheden) = AI1-waarde × 15/100
•
Configureerbare analoge in-/uitgang AIO1
– AIO1: Geen functie
®
advanced
®
-softwaremodules ter beschikking.
®
is geladen, wordt onder "setpoints/basisinstelling" de