Pagina 1 *27779874_0222* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services Technische handleiding Regelaar ® MOVITRAC advanced Uitvoer 02/2022 27779874/NL...
Pagina 2 SEW-EURODRIVE—Driving the world...
Pagina 3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Algemene aanwijzingen ...................... 10 Gebruik van de documentatie .................. 10 Opbouw van de waarschuwingen ................. 10 1.2.1 Betekenis van de signaalwoorden ............... 10 1.2.2 Opbouw van de thematische waarschuwingen.......... 10 1.2.3 Opbouw van de geïntegreerde waarschuwingen......... 11 Decimaalscheidingsteken bij getalwaarden .............. 11 Garantieaanspraken ..................... 11 Inhoud van de documentatie.................. 11 Andere relevante documentatie .................. 12...
Pagina 4 Inhoudsopgave 3.3.2 MCX91A-0070 – 0160-5E3-4-.., MCX91A-0070 – 0140-2E3-4-.., MCX91A-0055 – 0110-2E1-4-.. (BG0L) ............ 24 3.3.3 MCX91A-0240-5E3-4-.., MCX91A-0213-2E3-4-.. (BG3) ...... 25 3.3.4 MCX91A-0320 – 0460-503-4-.., MCX91A-0290 – 0420-203-4-.. (BG4) .. 26 3.3.5 MCX91A-0620 – 0910-503-4-.., MCX91A-0570 – 0840-203-4-.. (BG5) .. 27 3.3.6 MCX91A-1130 –...
Pagina 5 Inhoudsopgave 4.10.1 Schakelkast .................... 77 4.10.2 HF-potentiaalvereffening binnen de installatie .......... 77 4.10.3 Bekabeling .................... 77 4.10.4 Aansluiting voedingskabel................ 78 4.10.5 Aansluiting netfilter .................. 78 4.10.6 Aansluiting remweerstand ................ 78 4.10.7 Aansluiting van de motor en rem .............. 79 4.10.8 Aansluiting van de stuurstroomleiding ............
Pagina 6 Inhoudsopgave 5.12.3 3-draads besturing .................. 121 5.12.4 Functie motorpotentiometer ............... 123 5.12.5 Positionering en toerentalregeling met HTL-encoders....... 125 Bedrijf ............................ 126 Algemene aanwijzingen .................... 126 Geheugenmodule CMM11A .................. 127 6.2.1 Gebruiksaanwijzingen voor de geheugenmodule bij vervanging van apparatuur .................... 128 Led-aanduiding ...................... 129 6.3.1 Status- en bedrijfsindicaties ...............
Pagina 7 Inhoudsopgave 6.6.27 Fout 34 Procesdataconfiguratie .............. 203 6.6.28 Fout 35 Functievrijschakeling.............. 204 6.6.29 Fout 37 Remaansturing................ 205 6.6.30 Fout 42 Volgfout.................. 206 6.6.31 Fout 44 Subcomponenten vermogensdeel .......... 208 6.6.32 Fout 45 Veldbusinterface ................ 208 6.6.33 Fout 46 Veiligheidskaart................ 211 6.6.34 Fout 51 Analoge verwerking ..............
Pagina 8 Inhoudsopgave 8.4.3 Schema's.................... 239 8.4.4 Aansluiting X6 op het apparaat .............. 241 Elektrische installatie .................... 242 8.5.1 Belangrijke aanwijzing................ 242 8.5.2 Installatievoorschriften ................ 242 8.5.3 Veilige uitschakeling................... 242 8.5.4 Veilige binaire ingangen (F-DI.) .............. 242 8.5.5 Veilige binaire uitgang (F-DO00).............. 252 8.5.6 Inbouw-encoder EI7C FS................
Pagina 9 Inhoudsopgave 8.11.2 Encoder-interface .................. 339 8.11.3 Veilige binaire ingangen................ 339 8.11.4 Sensorvoeding ................... 340 8.11.5 Veilige binaire uitgangen................ 340 ® 8.11.6 Karakteristieke veiligheidswaarden van MOVISAFE CSO ....... 341 ® 8.11.7 Karakteristieke veiligheidswaarden van MOVISAFE CSB/CSL.... 341 Technische gegevens ...................... 342 Markeringen ........................ 342 9.1.1 Basisapparaat ....................
Pagina 10 Algemene aanwijzingen Gebruik van de documentatie Algemene aanwijzingen Gebruik van de documentatie Deze documentatie is de oorspronkelijke technische handleiding. Deze documentatie maakt deel uit van het product. De documentatie is bedoeld voor iedereen die werkzaamheden aan het product uitvoert. Stel de documentatie in leesbare toestand ter beschikking. Zorg ervoor dat personen die verantwoordelijk zijn voor de installatie en de werking en personen die zelfstandig aan het product werken, de documentatie helemaal hebben gelezen en begrepen.
Pagina 11 Algemene aanwijzingen Decimaalscheidingsteken bij getalwaarden Betekenis van de gevarensymbolen De gevarensymbolen die bij de waarschuwingen staan, betekenen het volgende: Gevarensymbool Betekenis Algemeen gevaarlijk punt Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning Waarschuwing voor hete oppervlakken Waarschuwing voor zwevende lasten Waarschuwing voor automatische start 1.2.3 Opbouw van de geïntegreerde waarschuwingen De geïntegreerde waarschuwingen zijn direct in de handelingsinstructies vóór de ge-...
Pagina 12 Algemene aanwijzingen Andere relevante documentatie Andere relevante documentatie Voor alle overige componenten gelden de daarbij behorende documenten. Productnamen en merken De in deze documentatie vermelde productnamen zijn merken of gedeponeerde han- delsmerken van de desbetreffende houders. 1.7.1 Merk van Beckhoff Automation GmbH ®...
Pagina 13 Veiligheidsaanwijzingen Inleidende opmerkingen Veiligheidsaanwijzingen Inleidende opmerkingen De volgende fundamentele veiligheidsaanwijzingen dienen om lichamelijk letsel en materiële schade te voorkomen en hebben in de eerste plaats betrekking op het ge- bruik van de producten die hierboven zijn beschreven. Wanneer u bovendien andere componenten gebruikt, moeten ook de waarschuwings- en veiligheidsaanwijzingen daarvan in acht worden genomen.
Pagina 14 Veiligheidsaanwijzingen Doelgroep Doelgroep Vakmensen op het Alle mechanische werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door geschoold gebied van me- personeel met een geschikte opleiding. Geschoolde vakmensen zijn volgens deze do- chanische werk- cumentatie personen die vertrouwd zijn met de opbouw, de mechanische installatie, zaamheden het verhelpen van storingen en het onderhoud van het product en personen die aan onderstaande kwalificaties voldoen:...
Pagina 15 Veiligheidsaanwijzingen Reglementair gebruik Reglementair gebruik Het product is bestemd om in de schakelkast van elektrische installaties of machines te worden ingebouwd. Bij de inbouw in elektrische installaties of machines is de inbedrijfstelling van het pro- duct niet toegestaan voordat is vastgesteld dat de machine voldoet aan de plaatselijke wetgeving en richtlijnen.
Pagina 16 Veiligheidsaanwijzingen Functionele veiligheidstechniek Functionele veiligheidstechniek Wanneer de documentatie dit niet uitdrukkelijk toestaat, mag het product zonder over- koepelende veiligheidssystemen geen veiligheidsfunctie uitvoeren. Transport Controleer de levering direct na ontvangst op transportschade. Breng het transportbe- drijf direct op de hoogte van transportschade. Wanneer het product beschadigd is mag het niet gemonteerd, geïnstalleerd en in bedrijf gesteld worden.
Pagina 17 Veiligheidsaanwijzingen Opstelling/montage Opstelling/montage Let erop dat de opstelling en koeling van het product volgens de voorschriften in deze documentatie wordt uitgevoerd. Bescherm het product tegen te zware, mechanische belasting. Vooral tijdens het transport en de bediening mogen er geen componenten worden verbogen en/of isola- tieafstanden worden veranderd.
Pagina 18 Veiligheidsaanwijzingen Elektrische installatie Elektrische installatie Controleer of na de elektrische installatie alle noodzakelijke afdekkingen correct zijn aangebracht. De veiligheidsmaatregelen en beveiligingsinrichtingen moeten voldoen aan de gelden- de voorschriften (bijv. EN 60204-1 of EN 61800-5-1). 2.9.1 Vereiste veiligheidsmaatregel Zorg ervoor dat het product op de juiste manier op de randaarde is aangesloten. 2.9.2 Stationair gebruik Een noodzakelijke veiligheidsmaatregel voor het product is:...
Pagina 19 Veiligheidsaanwijzingen Inbedrijfstelling/gebruik 2.11 Inbedrijfstelling/gebruik Neem de waarschuwingsaanwijzingen in de hoofdstukken "Inbedrijfstelling" en "Wer- king" van de documentatie in acht. Zorg ervoor dat de klemmenkasten dicht en vastgeschroefd zijn voordat u de voe- dingsspanning aansluit. Tijdens het gebruik kunnen producten, overeenkomstig hun beschermingsgraad, spanningvoerende, ongeïsoleerde en eventueel bewegende of roterende delen en he- te oppervlakken hebben.
Pagina 20 Opbouw van het apparaat Typeplaatjes Opbouw van het apparaat Typeplaatjes De weergave van de typeplaatjes is ter referentie. 3.1.1 Algemeen typeplaatje MCX91A-0010 – 0160-5E3.., MCX91A-0017 – 0093-2E3-.., MCX91A-0017 – 0110-2E1-.. 9007232359125003 [1] Apparaatstatus ® [2] Master-wachtwoord veiligheidsfunctie MOVISAFE CSB/CLS [3] Serienummer [4] Bouwjaar als onderdeel van het serienummer.
Pagina 21 Opbouw van het apparaat Typeplaatjes MCX91A-0240 – 1770-503-.., MCX91A-0213 – 1080-2E3-.. 9007232359129867 [1] Apparaatstatus ® [2] Master-wachtwoord veiligheidsfunctie MOVISAFE CSB/CLS [3] Serienummer [4] Bouwjaar als onderdeel van het serienummer. Voorbeeld: 19 → bouwjaar 2019 3.1.2 Typeplaatje vermogensgegevens 9007232359127435 [1] Apparaatstatus [2] Firmwareversie 3.1.3 Productlabel...
Pagina 22 Opbouw van het apparaat Typesleutel Typesleutel Typesleutel Voorbeeld: MCX91A-0125-5E3-4-T00 ® Productnaam MOVITRAC Apparaattype • X = 1-assige regelaar Serie • 91 = met 24 V DC-schakelvoedingseenheid Versie • A = versie van de apparaatserie Vermogensklasse 0125 • 0125 = nominale uitgangsstroom – bijv. 0125 = 12.5 A •...
Pagina 23 Opbouw van het apparaat Apparaatstructuur van de regelaar Apparaatstructuur van de regelaar De in de apparaatopbouw getoonde elementen variëren per apparaatvariant. 3.3.1 MCX91A-0010 – 0055-5E3-4-.., MCX91A-0017 – 0055-2E3-4-.., MCX91A-0017 – 0042-2E1-4-.. (BG0S) [22] [20] [23] [21] [13] [14] [10] X20 X22 [11] [15] mA V...
Pagina 24 Opbouw van het apparaat Apparaatstructuur van de regelaar 3.3.2 MCX91A-0070 – 0160-5E3-4-.., MCX91A-0070 – 0140-2E3-4-.., MCX91A-0055 – 0110-2E1-4-.. (BG0L) [22] [23] [20] [21] [13] [14] [15] [10] [16] [11] [12] [17] [18] [19] 9007231906048139 A: Bovenaanzicht B: Vooraanzicht C: Onderaanzicht [1] X1: Netaansluiting [4] 2×...
Pagina 25 Opbouw van het apparaat Apparaatstructuur van de regelaar 3.3.3 MCX91A-0240-5E3-4-.., MCX91A-0213-2E3-4-.. (BG3) [22] [23] [20] [13] [14] [21] [15] [10] [16] [11] [12] [17] [18] [19] 9007233010101771 A: Bovenaanzicht B: Vooraanzicht C: Onderaanzicht [1] X1: Netaansluiting [4] 2× PE-aansluiting behuizing [20] X10: Remaansturing en tem- peratuurbewaking motor [2] X5: +24V-voedingsspanning...
Pagina 26 Opbouw van het apparaat Apparaatstructuur van de regelaar 3.3.4 MCX91A-0320 – 0460-503-4-.., MCX91A-0290 – 0420-203-4-.. (BG4) [22] [23] [20] [13] [21] [14] [15] [10] [11] [16] [12] [17] [18] [19] 9007231820579851 A: Bovenaanzicht B: Vooraanzicht C: Onderaanzicht [1] X1: Netaansluiting [4] 2×...
Pagina 27 Opbouw van het apparaat Apparaatstructuur van de regelaar 3.3.5 MCX91A-0620 – 0910-503-4-.., MCX91A-0570 – 0840-203-4-.. (BG5) [18] [19] [10] [15] [11] [16] [12] [13] [17] [14] 9007234586327947 A: Bovenaanzicht B: Vooraanzicht C: Onderaanzicht [1] X1: Netaansluiting [3] PE-aansluiting behuizing [18] X10: Remaansturing en tem- peratuurbewaking motor [2] X5: +24V-voedingsspanning [4] X6: Aansluiting voor veilige...
Pagina 28 Opbouw van het apparaat Apparaatstructuur van de regelaar 3.3.6 MCX91A-1130 – 1770-503-4-.., MCX91A-1080-203-4-.. (BG6) [17] [18] [19] [20] [10] [15] [11] [16] [12] [13] [14] 9007234586331275 A: Bovenaanzicht B: Vooraanzicht C: Onderaanzicht [1] X5: +24V-voedingsspanning [3] PE-aansluiting behuizing [17] X18: Encoderaansluiting [2] X1: Netaansluiting [4] X6: Aansluiting voor veilige [18] X16: Aansluiting...
Pagina 29 Opbouw van het apparaat Apparaatstructuur van de regelaar 3.3.7 MCX91A-2200 – 3000-503-4-.. (BG7) [17] Stewart Stewart [18] (x10) (x1) EC ID [19] [15] [10] mA V [20] [16] [11] X20 X22 X30/X40 X30/X41 [12] [13] [14] [14] 36226240395 A: Bovenaanzicht B: Vooraanzicht C: Onderaanzicht [1] X5: +24V-voedingsspanning...
Pagina 30 Installatie Toelaatbare aanhaalmomenten Installatie Toelaatbare aanhaalmomenten 0010 – 0070 – 0240 0320 – 0620 – 1130 – 2200 – 3800 – MCX91A-..-5_3-.. 0055 0160 0460 0910 1770 3000 4700 0017 – 0070 – 0213 0290 – 0570 – 1080 MCX91A-..-2_3-.. 0055 0140 0420...
Pagina 31 Installatie Goedgekeurde doorsnedes van de aansluitklemmen Goedgekeurde doorsnedes van de aansluitklemmen 4.2.1 Enkele ader, zonder adereindhuls, stijf en flexibel Regelaar Aanduiding Klemtype Strip- Kabeldoorsnede in mm van de klem- lengte ® MOVITRAC star flexibel in mm vanced minimaal maximaal minimaal maximaal Besturingskop Alle regelaars Veerdruk...
Pagina 32 Installatie Goedgekeurde doorsnedes van de aansluitklemmen 4.2.2 Enkele ader, buigzaam, met adereindhuls, met of zonder kunststof kraag Regelaar Aanduiding Klemtype Strip- Kabeldoorsnede in mm van de klem- lengte ® MOVITRAC Kunststof kraag in mm vanced zonder minimaal maximaal minimaal maximaal Besturingskop 0.25 0.25...
Pagina 33 Installatie Goedgekeurde doorsnedes van de aansluitklemmen 4.2.3 Dubbele ader, flexibel, met adereindhuls, met kunststof kraag Regelaar Aanduiding Klemtype Strip- Dubbele ader, zelfde doorsnede in mm van de klem- lengte ® MOVITRAC Twin-adereindhuls in mm vanced Kunststof kraag zonder minimaal maximaal minimaal maximaal Besturingskop Alle regelaars Veerdruk...
Pagina 34 Installatie Bijzonderheden bij het vervoer van de apparaten Bijzonderheden bij het vervoer van de apparaten Om de regelaar zonder beschadiging te kunnen transporteren en op te hijsen, is bij de volgende apparaten de apparaatachterwand zo uitgevoerd, dat de handen daar veilig kunnen worden ingestoken.
Pagina 35 Installatie Mechanische installatie Mechanische installatie VOORZICHTIG Risico op persoonlijk letsel en materiële schade. Installeer geen defecte of beschadigde producten. • Vóór elke montage dienen de producten te worden gecontroleerd op uitwendige beschadigingen. Vervang beschadigde producten. LET OP Gevaar op materiële schade door slecht geleidende montagevlakken. Beschadiging van de regelaar.
Pagina 36 Installatie Mechanische installatie 30904224779 Boorsjabloon 1 Boorsjabloon 2 4.4.2 Minimale vrije ruimte en ruimtelijke positie Bij de montage van de regelaar in de schakelkast moet op het volgende worden gelet: • voor een ongehinderde koeling van de regelaar moet boven en onder de behuizing van de regelaar een ruimte van ten minste 100 mm worden vrijgehouden.
Pagina 37 Installatie Afdekkingen Afdekkingen 4.5.1 Afdekkappen De regelaar is voorzien van een afdekkap [1]. Afdekkap verwijde- 32631336459 1. De afdekkap [1] is onder van een klikmechanisme voorzien. Trek het onderste uit- einde van de afdekkap weg van de regelaar om het vergrendelingsmechanisme te ontgrendelen.
Pagina 38 Installatie Afdekkingen Afdekkap aanbren- 32631338891 3. Plaats de afdekkap [1] in het bovenste lager en draai de afdekkap naar de rege- laar toe totdat hij vastklikt. 4. Na het uitvoeren van installatiewerkzaamheden moet de afdekkap [1] altijd weer worden aangebracht. ®...
Pagina 39 Installatie Afdekkingen 4.5.2 Aanraakbeveiligingen Bij de volgende apparaten moeten voor de netaansluiting en de aansluiting van de motor en de remweerstand aanraakbeveiligingen worden verwijderd: • MCX91A-0620 – 1770-503-.. • MCX91A-0570 – 1080-203-.. Netaansluiting 1 / L 2 / L 3 / L 7 / - 8 / + 32650052491...
Pagina 40 Installatie Afdekkingen Aansluiting motor/ remweerstand 1 /L 1 /L 1 /L 2 /L 2 /L 2 /L 3 /L 3 /L 3 /L 7 /- 7 /- 7 /- 8 /+ 8 /+ 8 /+ 32650050059 3. Druk op de aanraakbeveiliging [1] de kunststof klemmen naar binnen en trek de aanraakbeveiliging [1] er naar voren uit.
Pagina 41 Installatie Montage schakelkast Montage schakelkast 4.6.1 Regelaar en afschermingsplaat onder De bevestigingsschroeven [1] en [2] zijn in de voorbereide draadgaten van de monta- geplaat van de schakelkast geschroefd, maar niet vastgedraaid. 1. Plaats de regelaar met de slobgaten in de apparaatbodem van bovenaf in de be- vestigingsschroeven [1].
Pagina 42 Installatie Montage schakelkast 4.6.2 Bijzonderheden op de onderste afschermingsplaat Kabels met RJ45-stekkers moeten mechanisch aan de onderste afschermingsplaat worden bevestigd. Bij de volgende regelaars moeten de kabels aan de bevestigingspunten [1] van de on- derste afschermingsplaat worden bevestigd. • MCX91A-0010 – 0160-5_3-.. •...
Pagina 43 Installatie Elektrische installatie Elektrische installatie GEVAAR Nadat de regelaar is gescheiden van de energietoevoer, kunnen in het apparaat en op de klemmenstroken nog maximaal 10 minuten na uitschakeling van de energie- toevoer gevaarlijke spanningen aanwezig zijn. Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel door elektrische schokken. Om elektrische schokken te voorkomen: •...
Pagina 44 Installatie Elektrische installatie 4.7.2 Toegestane spanningsnetten Informatie over de spanningsnetten Aanwijzingen over de betrouw- baarheid TN- en TT-netwerken – spanningsnetten met Gebruik is onbeperkt mogelijk. direct geaard sterpunt. Gebruik is met inachtneming van be- IT-netwerken – spanningsnetten met niet ge- paalde maatregelen toegestaan.
Pagina 45 Installatie Elektrische installatie Regelaar Positie van de contactschroef MCX91A-0620 – 0910-503-.. MCX91A-0570 – 0840-203-.. AANWIJZING EMC-grenswaarden Bij elektriciteitsnetten zonder geaard sterpunt (IT-netwerken) zijn geen EMC-grens- waarden voor de storingsemissie gespecificeerd. De effectiviteit van netfilters is sterk beperkt. EMC-condensatoren deactiveren Voor de apparaten MCX91A-0010 – 0160-5E3-.., MCX91A-0017 – 0140-2E3-.. en MCX91A-0017 –...
Pagina 46 Installatie Elektrische installatie 13. Markeer de eenheid door de juiste plaats op het typeplaatje aan te kruisen. 33764824203 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 47 Installatie Elektrische installatie 4.7.4 Netzekeringen, zekeringstypen Typeklasse Voorwaarde Zekeringen uit bedrijfsklasse Spanning van de zekering ≥ nominale netspanning gL, gG Nominale spanning van de installatieautomaat ≥ nomi- nale netspanning Kabelbeveiligingsschakelaar met de eigenschappen B, C, De nominale stroomsterkte van de vermogensschake- laar moet 10% boven de nominale stroomsterkte van de regelaar liggen 4.7.5...
Pagina 48 Installatie Elektrische installatie Bijzonderheden bij netaansluiting Let er bij de volgende apparaten op dat de beschermingsgraad IP20 alleen wordt be- reikt als de aansluitbouten met speciale kunststof afdekkingen tegen aanraking wor- den beschermd. • MCX91A-0620 – 1770-5_3-.. • MCX91A-0570 – 1080-2_3-.. Deze afdekkingen moeten worden besteld, zie hoofdstuk "Installatieaccessoi- res" (→ 2 359).
Pagina 49 Installatie Elektrische installatie 3. Afhankelijk van de gebruikte doorsnede moeten de kunststof afdekkingen verschil- lend worden uitgebroken. 21439477771 4. Breng de kunststof afdekkingen op de individuele aansluitingen aan. 9007232230588299 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 50 Installatie Elektrische installatie 4.7.6 Motoraansluiting De bezetting van de klemmen voor de motoraansluiting van de verschillende appara- ten vindt u in het hoofdstuk "Klemmenbezetting" (→ 2 81). LET OP Aansluiten capacitieve belastingen op de regelaar. Vernietiging van de regelaar. • Sluit alleen ohmse/inductieve belastingen (motoren) aan. •...
Pagina 51 Installatie Elektrische installatie 2. Sluit de leidingen aan. 9007220694213899 3. Afhankelijk van de gebruikte doorsnede moeten de kunststof afdekkingen verschil- lend worden uitgebroken. 21439477771 4. Breng de kunststof afdekkingen op de individuele aansluitingen aan. 18014419948957323 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 52 Installatie Elektrische installatie 4.7.7 Netmagneetschakelaar De volgende tabel geeft een overzicht van wanneer een netmagneetschakelaar ver- eist is en welke veiligheidsmaatregelen moeten worden genomen voor de gebruikte remweerstand, zie ook het hoofdstuk "Bescherming van de remweerstand tegen ther- mische overbelasting" in het Producthandboek. Regelaartype Soort remweerstand Veiligheidselement/veilig-...
Pagina 53 Installatie Elektrische installatie 4.7.8 24 V-voedingsspanning De regelaars MCX91A-... hebben een interne 24 V-voeding, maar kunnen ook extern worden ondersteund. Bij de volgende regelaars heeft de 24 V-schakelvoedingseenheid een vermogen van 80 W: • MCX91A-0240-5E3-4-.. – MCX91A-5880-503-4-.. • MCX91A-0213-2E3-4-.. – MCX91A-1080-203-4-.. Bij de volgende regelaars heeft de interne 24 V-schakelvoedingseenheid een vermo- gen van 15 W en moet het volgende in acht worden genomen: •...
Pagina 54 Installatie Elektrische installatie 4.7.9 Uitgang remchopper LET OP Aansluiting van capacitieve belasting op de uitgaande zijde van de remchopper. Aansluiting van inductieve belasting op de uitgaande zijde van de remchopper. Vernietiging van de regelaar. • Sluit alleen ohmse belastingen (remweerstanden) aan op de uitgaande zijde van de remchopper.
Pagina 55 Installatie Elektrische installatie 2. Sluit de leidingen aan. 33565721739 3. Afhankelijk van de gebruikte doorsnede moeten de kunststof afdekkingen verschil- lend worden uitgebroken. 21439477771 4. Breng de kunststof afdekkingen op de individuele aansluitingen aan. 33565724171 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 56 Installatie Elektrische installatie 4.7.10 Temperatuurverwerking van de motor De temperatuurevaluatie kan op 3 manieren worden gedaan: • via klem X10 ® • via MOVILINK • via thermisch beveiligingsmodel voor motoren van SEW-EURODRIVE WAARSCHUWING Gevaarlijke contactspanningen op de klemmen van de regelaar bij de aansluiting van de verkeerde temperatuurvoelers.
Pagina 57 Installatie Elektrische installatie 4.7.12 LET OP Onherstelbare beschadiging van de binaire in- en uitgangen. De binaire in- en uitgangen zijn niet potentiaalgescheiden. Verkeerd aangelegde spanningen kunnen de binaire in- en uitgangen beschadigen. • Plaats geen spanning > 30 V DC op de binaire in- en uitgangen. •...
Pagina 58 Installatie Elektrische installatie 4.7.13 Encoder Installatievoorschriften voor de encoderaansluiting • Voor een optimale afscherming moet voor de kabelinvoer van de signaalkabel een EMC-schroefverbinding worden gebruikt. • Bij aandrijvingen met connectoren aardt u de afscherming in de encoderstekker. • Gebruik afgeschermde kabels met paarsgewijs getwiste aders. Aard de afscher- ming aan beide zijden over een groot contactoppervlak: –...
Pagina 59 Installatie Elektrische installatie Prefab-kabels Voor de aansluiting van de encoder biedt SEW-EURODRIVE prefab-kabels aan. SEW-EURODRIVE adviseert deze prefab-kabels te gebruiken. Encoderkabels SEW-EURODRIVE adviseert het gebruik van afgeschermde encoderkabels. Encoderaanduiding Signaaltype Maximaal toelaatbare kabel- lengte ® A...Z, E..Z MOVILINK 200 m EI7C-FS HTL (functionele veiligheid) 100 m...
Pagina 60 Installatie Elektrische installatie Aansluiting encoder Encoder Aansluiting Aderkleur con- Aanwijzing regelaar form IEC 60757 ® MOVILINK Coaxkabel EI7C-FS Mini-IO Encoder met M12-connector EI7C, EI8C X20:4 A-spoor naar DI04 X20:5 B-spoor naar DI05 X20:6 C_spoor naar DI06 X10:TF1 X10:GND Externe Extern Encoder met M23-stekker of encoder-aansluitdeksel EI8C, EH1C, X20:4...
Pagina 61 Installatie Remweerstanden Remweerstanden Op de voedingskabels naar de remweerstanden staan bij nominaal bedrijf hoge im- pulsgelijkspanningen. GEVAAR Gevaarlijke impulsgelijkspanning van maximaal 980 V. Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel door elektrische schokken. Om elektrische schokken te voorkomen: • Scheid de regelaar van de energietoevoer en wacht 10 minuten voordat u aan een remweerstand of de bijbehorende kabels werkt.
Pagina 62 Installatie Remweerstanden Permanent remver- Soort mon- Zijdelingse afstand of af- Afstand naar Afstand naar bo- mogen bij 100% ID tage stand tussen weerstanden beneden horizontaal 500 mm niet van toepas- 850 mm sing Tot 44 kW verticaal niet van toepassing niet van toepas- niet van toepas- sing sing...
Pagina 63 Installatie Remweerstanden • Draadweerstand 18512455307 • Platte weerstand 18512457739 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 64 Installatie Remweerstanden 4.8.2 Beveiliging van de remweerstand tegen thermische overbelasting AANWIJZING PTC-remweerstand Een PTC-remweerstand krijgt bij overbelasting een hoge weerstand (hoogohmig). AANWIJZING Platte weerstand Weerstanden in een platte bouwvorm beschikken over een interne thermische motor- beveiliging (niet verwisselbare smeltveiligheid) die de stroomkring bij overbelasting onderbreekt.
Pagina 65 Installatie Remweerstanden Interne temperatuurschakelaar -T Regelaar: MCX91A-0010 – 0240-5_3-.., MCX91A-0017 – 0213-2_3-.. Als bij deze regelaars een remweerstand BW...-T met interne temperatuurschakelaar wordt gebruikt, zijn er 3 mogelijke schakelingen. Schakeling 1 Schakeling 2 Schakeling 3 24 V OUT 24 V OUT MDX9_A MCX91A MCX91A...
Pagina 66 Installatie Remweerstanden – Bij schakeling 2 kan het zijn dat de PLC ondanks het actief worden van de ther- mische beveiligingsschakelaar de actuele rijcyclus beëindigt. Pas dan wordt de netvoeding gescheiden. In dat geval mag de resterende remenergie W Rest ×...
Pagina 67 Installatie Remweerstanden Regelaar: vanaf MCX91A-0320-5_3-.., vanaf MCX91A-0290-2_3-.. Als bij deze regelaars een remweerstand BW...-T met interne temperatuurschakelaar wordt gebruikt, zijn er 3 mogelijke schakelingen. Schakeling 1 Schakeling 2 Schakeling 3 24 V OUT DC 24 V MCX91A MDX9_A MCX91A X5:24 V X5:GND X20:x DI0x X20:9 GND...
Pagina 68 Installatie Remweerstanden – Als de thermische beveiligingsschakelaar geactiveerd wordt, wordt het signaal alleen in de PLC geanalyseerd. – Als de thermische beveiligingsschakelaar actief wordt, moet de PLC van de netvoeding worden losgekoppeld. – Als de thermische beveiligingsschakelaar actief wordt, volgt er geen directe re- actie in de regelaar.
Pagina 69 Installatie Remweerstanden Extern bimetaalrelais Regelaar: MCX91A-0010 – 0240-5_3-.., MCX91A-0017 – 0213-2_3-.. Als bij deze regelaars een extern bimetaalrelais wordt gebruikt, zijn er 3 mogelijke schakelingen. Schakeling 1 Schakeling 2 Schakeling 3 24 V OUT 24 V OUT MCX91A MCX91A MCX91A X20:x DI0x X20:8 GND X20:7 +24 V...
Pagina 70 Installatie Remweerstanden – Als de thermische beveiligingsschakelaar actief wordt, volgt er geen directe re- actie in de regelaar. – Bij schakeling 2 kan het zijn dat de PLC ondanks het actief worden van de ther- mische beveiligingsschakelaar de actuele rijcyclus beëindigt. Pas dan wordt de netvoeding gescheiden.
Pagina 71 Installatie Remweerstanden Regelaar: vanaf MCX91A-0320-5_3-.., vanaf MCX91A-0290-2_3-.. Als bij deze regelaars een extern bimetaalrelais wordt gebruikt, zijn er 3 mogelijke schakelingen. Schakeling 1 Schakeling 2 Schakeling 3 24 V OUT DC 24 V MCX91A MCX91A MCX91A X5:24 V X5:GND X20:x DI0x X20:9 GND X21:1 24 VO Netmagneetschakelaar...
Pagina 72 Installatie Remweerstanden – Als de thermische beveiligingsschakelaar geactiveerd wordt, wordt het signaal alleen in de PLC geanalyseerd. – Als de thermische beveiligingsschakelaar actief wordt, moet de PLC van de netvoeding worden losgekoppeld. – Als de thermische beveiligingsschakelaar actief wordt, volgt er geen directe re- actie in de regelaar.
Pagina 73 Installatie Remweerstanden 4.8.3 Montage van de remweerstanden BW120-001 en BW100-002/M De remweerstanden BW120-001 en BW100-002/M kunnen worden gebruikt voor de regelaars MCX91A-0020 – 0055-5E3-4-.. en MCX91A-0017 – 0055-2E3-4-.. De mon- tage vindt alleen plaats in rechtopstaande positie naast een regelaar. De minimale zijdelingse afstand tot naburige onderdelen en wanden kan, in tegenstel- ling tot de algemeen toegestane montage van de remweerstanden, tot 10 mm worden teruggebracht.
Pagina 74 Installatie Remweerstanden 4.8.4 Montage van de remweerstanden met onderbouwplaat CLH31A en CLH41A CLH31A- en CLH41A-remweerstanden met onderbouwplaat worden geleverd als een combinatie van een onderbouwplaat met een geïntegreerde remweerstand. Voor elke onderbouwplaat kan er uit remweerstanden van verschillend vermogen worden geko- zen, zie "Technische gegevens remweerstand met onderbouwplaat" (→ 2 385).
Pagina 75 Installatie Netfilter NF.. Netfilter NF.. • Monteer het netfilter vlakbij de voedingsmodule/regelaar, maar buiten de minimaal benodigde vrije ruimte voor de koeling. Het netfilter mag niet door de afvoerlucht van de voedingsmodule/omvormer worden verwarmd. • Tussen het netfilter en de voedingsmodule/omvormer mogen geen andere verbrui- kers worden aangesloten.
Pagina 76 Installatie Installatie overeenkomstig de EMC-norm 4.10 Installatie overeenkomstig de EMC-norm [13] [11] [10] [12] [14] [14] [14] [12] [10] [14] [11] 19508519307 Verzinkte montageplaat [8] Remweerstand Netfilter [9] Remweerstandskabel Regelaar [10] Motorkabel PE-rail [11] Remkabel HF-verbinding PE-rail/montageplaat [12] Aardingsbeugel Stroomkabel [13] Afschermingsplaat voor de elektro- nica Vermogensafschermingsplaat...
Pagina 77 Installatie Installatie overeenkomstig de EMC-norm De opgaven in dit hoofdstuk moeten helpen om de installatie ten aanzien van de elek- tromagnetische compatibiliteit te optimaliseren of reeds bestaande EMC-storingen te verhelpen. De aanwijzingen in dit hoofdstuk zijn geen voorschriften, maar aanbevelingen voor het verbeteren van de elektromagnetische compatibiliteit.
Pagina 78 Installatie Installatie overeenkomstig de EMC-norm 4.10.4 Aansluiting voedingskabel De aansluiting van de voedingskabel op een netsmoorspoel en/of netfilter kan door getwiste ongeschermde aders, of door ongeschermde kabels plaatsvinden. Eventueel kunnen afgeschermde kabels de elektromagnetische compatibiliteit verbe- teren. 4.10.5 Aansluiting netfilter Beperk de aansluitkabels tussen netfilter en regelaar tot de minimaal benodigde leng- Gefilterde en ongefilterde kabels mogen in principe niet gelijktijdig worden aangelegd.
Pagina 79 Installatie Installatie overeenkomstig de EMC-norm 4.10.7 Aansluiting van de motor en rem Gebruik alleen afgeschermde motorkabels. De gevlochten afscherming van de motor- kabel moet aan beide zijden over de gehele omvang voor een groot deel op de af- schermingsplaat van de regelaar worden gelegd. De kabels voor de remvoeding in afgeschermde uitvoering aanleggen.
Pagina 80 Installatie Installatie overeenkomstig de EMC-norm 4.10.9 Aansluiting encoder SEW-EURODRIVE adviseert om prefab-encoderkabels te gebruiken. De afscherming bij prefab-kabels van SEW-EURODRIVE gebeurt via de stekker. 4.10.10 Afscherming Let op een HF-goedgekeurde schermaansluiting, bijv. door aardingsklemmen of EMC- wartels, die een groot contactvlak van de gevlochten afscherming garanderen. ®...
Pagina 81 Installatie Klemmenbezetting 4.11 Klemmenbezetting AANWIJZING Referentiepotentialen in het apparaat: Het referentiepotentiaal in het apparaat wordt in de volgende tabel met GND aange- duid. Alle referentiepotentialen GND zijn intern met PE verbonden. AANWIJZING De bezetting "gereserveerd" betekent dat op deze aansluiting geen kabel mag wor- den aangesloten.
Pagina 82 Installatie Klemmenbezetting Weergave Klem Aansluiting Korte beschrijving X2:U X2:V Motoraansluiting X2:W X2:-R Aansluiting remweerstand X2:+R X2:-U Tussenkringaansluiting -U (aansluiting +U op +R) Aansluiting van de aardleiding - MCX91A-0240-5E3-.. (BG3) - MCX91A-0213-2E3-.. (BG3) X1:L1 X1:L2 Netaansluiting X1:L3 X1:-U Tussenkringaansluiting X1:+U Aansluiting van de aardleiding - MCX91A-0240-5E3-..
Pagina 83 Installatie Klemmenbezetting Weergave Klem Aansluiting Korte beschrijving X2:U X2:V Motoraansluiting X2:W X2:+R Aansluiting remweerstand X2:-R Aansluiting van de aardleiding - MCX91A-0620 – 1770-503-.. (BG5, BG6) - MCX91A-0570 – 1080-203-.. (BG5, BG6) X1:L1 X1:L2 Netaansluiting X1:L3 X1:-U Tussenkringaansluiting X1:+U Aansluiting van de aardleiding - MCX91A-0620 –...
Pagina 84 Installatie Klemmenbezetting Weergave Klem Aansluiting Korte beschrijving - MCX91A-0055 – 0110-2E1-.. (BG0L) X2:U X2:V Motoraansluiting X2:W X2:-R Aansluiting remweerstand X2:+R Aansluiting van de aardleiding Enkel regelaars in versie CSO X6:1 F_STO_P F_STO_P: +24 V DC-ingang X6:2 F_STO_M F_STO_M: 0 V DC-ingang X6:3 F_STO_P F_STO_P: +24 V DC-ingang...
Pagina 85 Installatie Klemmenbezetting Weergave Klem Aansluiting Korte beschrijving X23:1 +10 V-referentiespanningsuitgang X23:2 Analoge ingang, spanning of stroom (omschakeling via X23:3 Referentiepotentiaal X23:4 AIO1 Analoge in- of uitgang Uitsluitend regelaars met veldbus X30 OUT - Systeembus OUT X30/IN X30 bij MCX91A-..-S00 OUT X30/ ®...
Pagina 86 Installatie Schema's 4.12 Schema's 4.12.1 Algemene aanwijzingen over de schema's • Technische gegevens van de vermogenselektronica en de besturingselektronica vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens" (→ 2 342). • De bezetting van de klemmen en aansluitingen vindt u in het hoofdstuk "Klemmen- bezetting" (→ 2 81).
Pagina 87 Installatie Schema's 4.12.2 Vermogensaansluiting Bedrading van vermogensaansluitingen met netmagneetschakelaar, netsmoorspoel, netfilter, uitgangssmoorspoel – MCX91A-0010 – 0055-5_3-.., MCX91A-0017 – 0042-2_3-... L1 L2 L3 L1´ L2´ L3´ L1 L2 L3 L1´ L2´ L3´ MCX91A.. U1 V1 W1 U2 V2 W2 9007230381084043 Netmagneetschakelaar Remweerstand (optioneel) Netsmoorspoel (optioneel) Uitgangssmoorspoel...
Pagina 88 Installatie Schema's Bedrading van de vermogensaansluitingen met netmagneetschakelaar, netsmoorspoel, netfilter, uitgangssmoorspoel – MCX91A-0017 – 0110-2_1-... L1´ N´ L1´ N´ MCX91A.. U1 V1 W1 U2 V2 W2 18014431042088587 [1] Netmagneetschakelaar [4] Remweerstand (optioneel) [2] Netsmoorspoel (optioneel) [5] Uitgangssmoorspoel [3] Netfilter (optioneel) [6] Motor ®...
Pagina 89 Installatie Schema's Bedrading van de vermogensaansluitingen met netmagneetschakelaar, netsmoorspoel, netfilter, uitgangssmoorspoel MCX91A-0070 – 0240-5_3-.., MCX91A-0055 – 0213-2_3-... L1 L2 L3 L1´ L2´ L3´ L1 L2 L3 L1´ L2´ L3´ MCX91A.. U1 V1 W1 U2 V2 W2 9007230159093003 [1] Netmagneetschakelaar [4] Remweerstand (optioneel) [2] Netsmoorspoel (optioneel) [5] Uitgangssmoorspoel [3] Netfilter (optioneel)
Pagina 90 Installatie Schema's Bedrading van de vermogensaansluitingen met netmagneetschakelaar, netsmoorspoel, netfilter, uitgangssmoorspoel – vanaf MCX91A-0320-5_3-..., vanaf MCX91A-0290-2_3... L1 L2 L3 L1´ L2´ L3´ L1 L2 L3 L1´ L2´ L3´ MCX91A.. U1 V1 W1 U2 V2 W2 9007229658855435 [1] Netmagneetschakelaar [4] Remweerstand (optioneel) [2] Netsmoorspoel (optioneel) [5] Uitgangssmoorspoel [3] Netfilter (optioneel)
Pagina 91 Installatie Schema's Bedrading van de vermogensaansluitingen met netsmoorspoel, netfilter, uitgangssmoorspoel, zonder netmagneetschakelaar In het hoofdstuk "Netmagneetschakelaar" (→ 2 52) staat een tabel waarin de rege- laars staan vermeld die zonder netmagneetschakelaar kunnen worden gebruikt. LET OP Gebruik zonder netmagneetschakelaar Zonder de vereiste maatregelen kan het gebruik van een regelaar met aangesloten remweerstand zonder netmagneetschakelaar zware schade veroorzaken.
Pagina 92 Installatie Schema's AANWIJZING Bij een netaansluiting zonder netmagneetschakelaar moet de temperatuurevaluatie van de remweerstand over een binaire ingang op de regelaar worden uitgevoerd. De aangesloten binaire ingang moet worden geparametreerd voor bewaking van de rem- weerstand-temperatuurevaluatie. ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 93 Installatie Schema's 4.12.3 Remaansturing Legenda: Gelijk- en wisselstroomzijdige uitschakeling (snel invallen van de rem) Gelijkstroomzijdige uitschakeling BS = versnellingsspoel TS = deelspoel DC-rem met een remspoel Hulpklemmenstrip in de klemmenkast Begrenzing van de schakelkast Rood Blauw AANWIJZING De selectie van de remaansturingen en de weergegeven aansluitschema's vormen slechts een deel van de daadwerkelijke mogelijkheden.
Pagina 94 Installatie Schema's Remaansturing BMK. DB00 BMK3.0 BMK1.5 BMKB1.5 33921560203 Remaansturing BMV – 2 spoelen DB00 DC 24 V 14373482507 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 95 Installatie Schema's Remaansturing BMV – 1 spoel DB00 DC 24 V 14373494923 Remaansturing BMS, BME DB00 14324554891 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 96 Installatie Schema's Remaansturing BMP DB00 14324544523 Remaansturing BG, BGE DB00 14324565259 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 97 Installatie Schema's Remaansturing BSG DC 24 V DB00 14324597131 Remaansturing SBM met een stuurstroomleiding STATUS SBM 1 SBC_P SBC_M OUT_M OUT_P DB00 STATUS STATUS 8 N.C. -U z 9007232120094731 Remaansluiting in 3-ader-technologie (standaard) Remaansluiting in 2-ader-technologie (optioneel). In dit geval vervalt de aan- sluiting van klem X14:14 van de remmodule op klem 3a van de hulpklem- menstrook.
Pagina 98 Installatie Schema's Remaansturing SBM met 2 stuurstroomleidingen STATUS DB00 SBM 1 SBC_P SBC_M OUT_M OUT_P DB00 STATUS STATUS 8 N.C. -U z 9007232118783115 Remaansluiting in 3-ader-technologie (standaard) Remaansluiting in 2-ader-technologie (optioneel). In dit geval vervalt de aan- sluiting van klem X14:14 van de remmodule op klem 3a van de hulpklem- menstrook.
Pagina 99 Installatie Schema's 4.12.4 Elektronische aansluiting Bedrading van de besturingselektronica De bezetting van de klemmen en aansluitingen vindt u in het hoofdstuk "Klemmenbe- zetting" (→ 2 81). De bezetting van de binaire in-/uitgangen is afhankelijk van de apparaatvariant. F-DI00 Veilige binaire ingang F-DI00 Veilige binaire ingang F-DI01 F-DI01 Referentiepotentiaal voor veilige binaire in-/uitgangen Referentiepotentiaal voor veilige binaire in-/uitgangen...
Pagina 100 Installatie Schema's DC 24 V VI24 F_STO_P F_STO_M F_STO_P F_STO_M VO24_STO 6 GND Remaansturing DB0/DB00 Referentiepotentiaal Temperatuurverwerking motor Referentiepotentiaal 27021628673604875 +24V-voedingsspanning Aansluiting voor veilige uitschakeling (STO). Bij geïnstalleerde veiligheidsopties CSB en CSL heeft X6 geen functie. Remaansturing en temperatuurbewaking motor Aansluiting digitale motorintegratie Aansluiting voor encoder EI7C-FS ®...
Pagina 101 Inbedrijfstelling Algemeen Inbedrijfstelling Algemeen 5.1.1 Hijswerktoepassingen WAARSCHUWING Levensgevaar door vallend hijswerk. Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel. • De regelaar mag niet als veiligheidsvoorziening voor hijswerktoepassingen wor- den gebruikt. Gebruik als beveiligingsvoorziening bewakingssystemen of mecha- nische beveiligingsinrichtingen. 5.1.2 Inschakeling netvoeding LET OP Onderschrijden van de minimum uitschakeltijd van de netmagneetschakelaar.
Pagina 102 Inbedrijfstelling Voorwaarden voor de inbedrijfstelling Voorwaarden voor de inbedrijfstelling Voor de inbedrijfstelling gelden de onderstaande voorwaarden: • U heeft de applicatieregelaar volgens de voorschriften mechanisch en elektrisch geïnstalleerd. • U heeft de applicatieregelaar en de aangesloten aandrijvingen correct geconfigu- reerd. •...
Pagina 103 Inbedrijfstelling Bedrijf zonder inbedrijfstelling Bedrijf zonder inbedrijfstelling Motor In de toestand bij levering is de regelaar ingesteld voor bedrijf van een motor overeen- komstig de indicatie "Motorvermogen ASM P " (komt overeen met de indicatie P(ASM) op het typeplaatje van de regelaar). ®...
Pagina 104 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling met de engineeringsoftware MOVISUITE® Inbedrijfstel ling met de engineering software MOVISUITE ® ® Inbedrijfstelling met de engineeringsoftware MOVISUITE ® Met behulp van de engineeringsoftware MOVISUITE van SEW-EURODRIVE worden de regelaars in bedrijf gesteld. 15643252491 Het opstarten van de motor wordt uitgevoerd in aandrijfzijde 1 of 2. Kies bij het gebruik van een motor van SEW-EURODRIVE het motortype uit de catalo- gus.
Pagina 105 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling met de engineeringsoftware MOVISUITE® ® 5.4.1 Koppeling met MOVISUITE via CDM11A en USM21A 9007231922444683 Interface-omvormer USM21A, artikelnummer: 28231449 Seriële interfacekabel met een RJ10-steker en een 9-polige D-sub-steker, arti- kelnummer 18123864. Deze kabel is nodig voor het aansluiten van de interface-omvormer op de rege- laar en moet afzonderlijk worden besteld.
Pagina 106 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling met de engineeringsoftware MOVISUITE® ® 5.4.2 Koppeling met MOVISUITE via veldbusinterface De volgende beschrijving heeft betrekking op de veldbusinterfaces PROFINET, Ether- net/IP , POWERLINK. Voor de koppeling van het handprogrammeerapparaat is de diagnosemodule CDM11A nodig. 35273973643 in de winkel verkrijgbare ethernet-kabel •...
Pagina 107 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling met de engineeringsoftware MOVISUITE® ® 5.4.3 Koppeling met MOVISUITE via handprogrammeerapparaat ® De koppeling met de engineeringsoftware MOVISUITE kan worden gemaakt met het handprogrameerapparaat CBG11A en CBG21A. Voor de koppeling van het handpro- grammeerapparaat is de diagnosemodule CDM11A nodig. 32667701259 USB-kabel, type USB A-Mini-B, Handprogrammeerapparaat, hier ge-...
Pagina 108 Inbedrijfstelling EtherCAT®-ID EtherCAT® ® EtherCAT ® Het instellen van een EtherCAT -ID is niet vereist. De master zorgt standaard voor ® een automatische adressering van de slaves. De EtherCAT -ID van de regelaar moet ® alleen worden ingesteld wanneer het gebruik van de EtherCAT -ID in de hardware- configuratie van de master vooraf is ingesteld.
Pagina 109 Inbedrijfstelling EtherCAT®-ID ® 5.5.1 Instellen van de EtherCAT ® Via de hexadecimale schakelaars S1 en S2 kan een EtherCAT -ID vast worden toe- ® gewezen aan de regelaar met EtherCAT -variant ..E00. Met deze schakelaars kan ® een decimaal EtherCAT -ID tussen 1 en 255 in hexadecimale weergave worden inge- steld.
Pagina 110 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling met handprogrammeerapparaat CBG01A Inbedrijfstelling met handprogrammeerapparaat CBG01A Alleen asynchrone motoren zonder rem en zonder encoder kunnen in bedrijf worden gesteld met het handprogrammeerapparaat CBG01A. De inbedrijfstelling van andere motoren kan worden uitgevoerd met het handprogram- ® meerapparaat CBG21A of met de engineeringsoftware MOVISUITE 5.6.1 Handprogrammeerapparaat CBG01A 32733276939...
Pagina 111 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling met handprogrammeerapparaat CBG01A Gebruikte symbolen Boven het display van het bedieningstoestel worden de selecteerbare functies met be- hulp van pictogrammen weergegeven. Regelaarstatus, FCB-nummer, foutnummer Werkelijk toerental in min Werkelijke stroom in A Tussenkringspanning in V Vast setpoint - versnelling 1, 2 in (min × s) Vast setpoint - vertraging 1, 2 in (min ×...
Pagina 112 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling met handprogrammeerapparaat CBG01A 5.6.2 Inbedrijfstellingsprocedure voor inbedrijfstelling van de motor Waarde knippert. Instelbare waarden: 1 of 2 Waarde knippert. Instelbare waarden van ... tot ... Waarde knippert. Instelbare waarden van ... tot ... Waarde knippert. Instelbare waarden van ... tot ... Waarde knippert.
Pagina 113 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling met handprogrammeerapparaat CBG11A Inbedrijfstelling met handprogrammeerapparaat CBG11A De inbedrijfstelling met het handprogrammeerapparaat CBG11A kan met behulp van de symbolen en de functies, die in het display worden weergegeven, intuïtief worden uitgevoerd. AANWIJZING Met het handprogrammeerapparaat CBG11A is het niet mogelijk om een motor met encoder in bedrijf te stellen.
Pagina 114 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling met handprogrammeerapparaat CBG11A Bij het invoeren van getallen moet het voorgestelde of ingevoerde getal met de toets <OK> worden bevestigd. Nu worden enkel de cijfers die kunnen worden bewerkt on- derstreept. De waarde van het getal kan met behulp van de pijltjestoetsen <omhoog/ omlaag>...
Pagina 115 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling met handprogrammeerapparaat CBG21A Inbedrijfstelling met handprogrammeerapparaat CBG21A De inbedrijfstelling met het handprogrammeerapparaat CBG21A kan met behulp van de symbolen en de functies, die in het display worden weergegeven, intuïtief worden uitgevoerd. 5.8.1 Handprogrammeerapparaat CBG21A De gebruikersbegeleiding van dit handprogrammeerapparaat is meertalig. 25894023563 Kleurendisplay 4 functietoetsen, die contextueel worden toegewezen.
Pagina 116 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling met handprogrammeerapparaat CBG21A Bij het invoeren van getallen moet het voorgestelde of ingevoerde getal met de toets <OK> worden bevestigd. Nu krijgen enkel de cijfers die kunnen worden bewerkt een gekleurde achtergrond. De waarde van het getal kan met behulp van de pijltjestoetsen <omhoog/omlaag>...
Pagina 117 Inbedrijfstelling Updates van firmware Updates van firmware ® • Sluit de regelaar aan op de engineeringsoftware MOVISUITE ® • Open MOVISUITE en markeer het betreffende apparaat. • Klik met de rechtermuisknop om het contextmenu te openen. U kunt de firmware loader openen via de menuoptie "Tools".
Pagina 118 Inbedrijfstelling Aansturing van de stuurbronnen 5.11 Aansturing van de stuurbronnen De volgende beschrijving gaat uit van het gebruik van de engineeringsoftware ® MOVISUITE Afhankelijk van de uitvoering van de regelaar wordt deze aangestuurd via de digitale/ analoge ingangen of via de veldbus. In principe staat het de gebruiker vrij de respectieve interface individueel te configure- ren of de SEW-standaard interface te gebruiken.
Pagina 119 Inbedrijfstelling Aansturing van de stuurbronnen 5.11.2 Aansturing via veldbus Bij aansturing via veldbus moet de bron onder "Setpoints/Basisinstelling" op "Stan- daard veldbussysteem" worden ingesteld. • Procesuitgangsdata (besturing → apparaat) Setpoint- en profielwaarde-interconnecties kunnen individueel worden gekoppeld aan de overeenkomstige procesuitgangsdata. Voorts moeten de gebruikte besturingswoorden worden gedocumenteerd en moet het verband met de procesuitgangsgegevens worden gelegd.
Pagina 120 Inbedrijfstelling Toepassingsgerelateerde inbedrijfstelling 5.12 Toepassingsgerelateerde inbedrijfstelling Hieronder volgen toepassingen met specifieke instellingen voor inbedrijfstelling. ® De inbedrijfstelling vindt plaats met de engineeringsoftware MOVISUITE 5.12.1 Pompen en ventilatoren • De toe te passen regelmethode is afhankelijk van het motortype. • Schakel de slipcompensatie uit. •...
Pagina 121 Inbedrijfstelling Toepassingsgerelateerde inbedrijfstelling 5.12.3 3-draads besturing 3-draads besturing is een besturingsmethode voor bedrijf met drukknoppen. De vrijga- ve is flankgestuurd via de draairichtingkeuze. Als u de positieve en negatieve draai- richting tegelijkertijd activeert of als u het vrijgave-stopsignaal wegneemt, wordt hij ge- stopt met FCB 13 (applicatiestop).
Pagina 122 Inbedrijfstelling Toepassingsgerelateerde inbedrijfstelling Volgordediagram DI01 +24 V X20.7 DI01 X20.1 DI02 X20.2 DI03 DI03 X20.3 +10 V X23.1 AI 1 X23.2 DI02 X23.3 10 V AI 1 36070034187 Acceleratie conform de bron Vertraging van de applicatiegrens (FCB 13) DI01 3-draadsbesturing - draairichting positief DI02 3-draadsbesturing - vrijgave/stop DI03...
Pagina 123 Inbedrijfstelling Toepassingsgerelateerde inbedrijfstelling 5.12.4 Functie motorpotentiometer Met de functie "motorpotentiometer" reageert de regelaar op signaalniveaus. Als de binaire ingangen "motorpotentiometer omhoog/omlaag" respectievelijk worden bediend, verandert het toerental met de profielwaarde "max. acceleratie" (index 8377.21) of "max. deceleratie" (index 8377.31). Het laatste setpoint van de motorpotentiometer blijft ook bij uitgeschakelde spanning behouden als de functie "Setpoint opslaan"...
Pagina 124 Inbedrijfstelling Toepassingsgerelateerde inbedrijfstelling Volgordediagram Applicatiegrens positief Minimumtoerental FCB 05: Vaste setpoints draairichting positief FCB 05: Vaste setpoints draairichting negatief Motorpotentiometer omhoog Motorpotentiometer neer 36070906379 Vrijgave van de eindtrap via "FCB05 – Vaste setpoints draairichting positief" De motor accelereert tot het ingestelde minimumtoerental. De motor houdt het minimumtoerental "Motorpotentiometer omhoog"...
Pagina 125 Inbedrijfstelling Toepassingsgerelateerde inbedrijfstelling 5.12.5 Positionering en toerentalregeling met HTL-encoders • Neem de aandrijflijn met HTL-encoders in bedrijf. ® • Plaats de softwaremodule MOVIKIT "Positioning Drive". • Wijs de ingangen DI04 (spoor A), DI05 (spoor B) en optioneel DI06 (spoor C) toe. Beperkingen voor encoder EI7C: ®...
Pagina 126 Bedrijf Algemene aanwijzingen Bedrijf Algemene aanwijzingen GEVAAR Gevaarlijke spanningen op kabels en motorklemmen Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel door elektrische schokken • In ingeschakelde toestand staan op de uitgangsklemmen en op de aangesloten kabels en motorklemmen gevaarlijke spanningen. Dit is ook het geval als het ap- paraat is geblokkeerd en de motor stilstaat.
Pagina 127 Bedrijf Geheugenmodule CMM11A Geheugenmodule CMM11A 25585405451 De insteekbare geheugenmodule wordt onafhankelijk van de apparaatvariant gele- verd. Bij bepaalde apparaatvarianten kan de geheugenmodule worden gedeselecteerd bij het configureren van de regelaar. Uitschakelen is niet mogelijk als de apparaatvariant de veiligheidsopties CSB en CSL bevat. 32536703371 Geheugenmodule Alle apparaatgegevens worden actueel op de geheugenmodule opgeslagen.
Pagina 128 Bedrijf Geheugenmodule CMM11A 6.2.1 Gebruiksaanwijzingen voor de geheugenmodule bij vervanging van apparatuur Voorwaarde voor het foutvrij vervangen van een regelaar is dat in het nieuwe appa- raat dezelfde opties zijn ingebouwd als in het oorspronkelijke. Als dit niet het geval is, wordt de foutmelding "25.70 Initialisatie niet-vluchtig geheu- gen"...
Pagina 129 Bedrijf Led-aanduiding Led-aanduiding 6.3.1 Status- en bedrijfsindicaties De aanduiding van de apparaat hangt af van de apparaatvariant/functie. Bijgevolg zijn niet alle leds op alle apparaatvarianten voorzien van een label. De volgende aandui- ding geeft de maximale uitbouw van de respectieve variant aan. 31127161611 PLUS PROFINET IO...
Pagina 130 Bedrijf Led-aanduiding 6.3.2 Led-display – Basisapparaat LED "DRIVE" De vermelde frequenties hebben altijd betrekking op een periodeduur, d.w.z. een aan- en uitschakelfase van de LED en niet op het volledige patroon. Het volgende patroon wordt altijd gebruikt voor situaties waarin de LED oplicht in meerdere kleuren: Kleur 1 →...
Pagina 131 Bedrijf Led-aanduiding Bedrijfstoestand Betekenis Maatregel Geel Niet bedrijfsklaar Het systeem is niet bedrijfs- Controleer de oorzaak van klaar. "niet gereed" met de Knippert, 0.5 Hz ® MOVISUITE -enginee- ringsoftware, via de bedie- ningseenheid of de bestu- ring. Geel Bedrijfsklaar. Het apparaat is bedrijfs- klaar, wachtend op vrijgave.
Pagina 132 Bedrijf Led-aanduiding Led "ERR" Betekenis Geen fout De interface bevindt zich in bedrijfsstatus. Rood Boot-fout Flikkert Er is een BOOT-fout opgetreden. De status "INIT" is bereikt. De parameter "Change" is echter ingesteld op "0x01:change/error". Rood Ongeldige configuratie Knippert Er is een algemene configuratiefout. Rood Niet-vereiste statusverandering Knippert 1 keer...
Pagina 133 Bedrijf Led-aanduiding 6.3.3 Veldbusvariant PROFINET CFN Led "BF" Deze led geeft de status van de PROFINET-interface aan. De status omvat communi- catieverbinding, busfout en procesdataconfiguratie. Toestand Mogelijke oorzaak Maatregel Foutloze werking. – Het PROFINET-IO-apparaat wisselt gegevens uit met de PROFINET-IO- controller (toestand data exchange).
Pagina 134 Bedrijf Led-aanduiding Led "US1" Deze led geeft de status van de PROFINET-verbinding aan. De status omvat de be- drijfsmodi opstarten, normaal bedrijf, foutbedrijf en energiebesparingsbedrijf. Toestand Mogelijke oorzaak Maatregel Geel, knippert De PROFINET-verbinding start op na een – reset. Inschakelduur: 250 ms Uitschakelduur: 250 ms Groen De PROFINET-verbinding werkt foutloos.
Pagina 135 Bedrijf Led-aanduiding 6.3.4 Veldbusvariant EtherNet/IP en Modbus TCP CFE Led "NS" Betekenis Maatregel • Controleer de 24 V DC-voeding. – Het apparaat is uitgeschakeld. • Schakel het apparaat opnieuw in. De 24 V DC-voeding ontbreekt. Het IP-adres is niet ingesteld. • Stel het IP-adres in.
Pagina 136 Bedrijf Led-aanduiding Led "MS" Betekenis Maatregel • Controleer de voeding. – De netvoeding of 24 V DC-voeding ont- breekt. Groen Het apparaat is nog niet geconfigureerd. • Configureer het apparaat. • Controleer de DHCP-serververbin- Knippert ding (alleen bij geactiveerde DHCP en aanhoudende toestand). Groen Het apparaat is oké.
Pagina 137 Bedrijf Led-aanduiding Led "LNK/ACT" Toestand Betekenis Alle leds Er is een fysieke verbinding met een andere ethernetdeelne- mer gedetecteerd. Momenteel worden geen gegevens uitge- Groen wisseld via de ethernetpoort. Lichten continu op Alle leds Om de ethernetdeelnemer visueel te lokaliseren, is de knipper- controle geactiveerd.
Pagina 138 Bedrijf Led-aanduiding 6.3.5 Veldbusvariant POWERLINK CFL Led "BS" Betekenis Status "INIT" De interface heeft de status "INIT". Groen Status "BASIC ETHERNET Mode" Flikkert Geen van de berichttypes SoA, SoC, PReq, of PRes werd gedetecteerd. Groen Status "PRE_OPERATIONAL_1Mode" Knippert 1 keer Alleen acyclische communicatie is mogelijk.
Pagina 139 Bedrijf Led-aanduiding Led "LNK/ACT" Toestand Betekenis Alle leds Er is een fysieke verbinding met een andere ethernetdeelne- mer gedetecteerd. Momenteel worden geen gegevens uitge- Groen wisseld via de ethernetpoort. Lichten continu op Alle leds Om de ethernetdeelnemer visueel te lokaliseren, is de knipper- controle geactiveerd.
Pagina 140 Bedrijf 7-segmentdisplay 7-segmentdisplay De 7-segmentsweergave is alleen beschikbaar als de CDM-diagnosemodule wordt gebruikt. 6.4.1 Bedrijfsindicaties • De bedrijfstoestand van de regelaar wordt weergegeven op de twee 7-segment- displays. 6.4.2 Foutmelding De regelaar herkent optredende fouten en geeft deze als foutcode weer. Elke fout wordt duidelijk gedefinieerd door zijn foutcode en de bijbehorende attributen, zoals hieronder weergegeven: •...
Pagina 141 Bedrijf Bedrijfsindicaties Bedrijfsindicaties 6.5.1 7-segmentdisplay – CDM11A diagnostische module Display Beschrijving Toestand Opmerking/actie Indicaties bij bootprocedure • Status: niet gereed • Afwachten tot bootprocedure is Apparaat doorloopt bij het voltooid. laden van de firmware • Eindtrap is geblokkeerd. (booten) verschillende toe- •...
Pagina 142 Bedrijf Bedrijfsindicaties Display Beschrijving Toestand Opmerking/actie Vermogensdeel niet ge- reed. knippe- rend Extern apparaat niet ge- reed. knippe- rend Dataflex niet gereed. knippe- rend Parameterdownload loopt. knippe- rend ® ® MOVILINK DDI niet ge- MOVILINK DDI-interface niet gereed reed Display Beschrijving Toestand Opmerking/actie...
Pagina 143 Bedrijf Bedrijfsindicaties Display Beschrijving Toestand Opmerking/actie Standaard stop Informatie hierover vindt u in Aandrijffunctie (FCB) "Standaard de beschrijving van de stop" actief als geen andere FCB is FCB’s. geselecteerd en het systeem gereed Handmatige modus Handmatige modus actief Toerentalregeling Toerentalregeling met interne lineaire generator Geïnterpoleerde toerental- Toerentalregeling met setpoints cy-...
Pagina 144 Bedrijf Foutbeschrijving Foutbeschrijving 6.6.1 Fout 1 Eindtrapbewaking Subfout: 1.1 Beschrijving: Kortsluiting motoruitgangsklemmen Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Overstroom in de eindtrap of een fout in de eind- Mogelijke oorzaken voor overstroom zijn een trapaansturing vastgesteld en eindtrap door de kortsluiting aan de uitgang, een te hoge motor- hardware geblokkeerd.
Pagina 145 Bedrijf Foutbeschrijving 6.6.3 Fout 4 Remchopper Subfout: 4.1 Beschrijving: Overstroom remchopper Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Het generatorisch vermogen is te hoog. Deceleratie-integratoren verlengen. Er werd kortsluiting in het circuit remweerstand Kabel naar remweerstand controleren. geconstateerd. De remweerstand is te laagohmig. Technische gegevens van de remweerstand con- troleren.
Pagina 146 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 7.2 Beschrijving: Tussenkringontlading mislukt Reactie: Waarschuwing Oorzaak Maatregel Het tussenkringspanningsniveau is niet onder de Neem contact op met de klantenservice van ontladingsdrempelwaarde gedaald binnen de ont- SEW-EURODRIVE. ladingstijd. 6.6.6 Fout 8 Toerentalbewaking Subfout: 8.1 Beschrijving: Toerentalbewaking – motorisch Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel...
Pagina 147 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 8.3 Beschrijving: Maximale toerental op de motoras Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Het actueel toerental heeft de grenswaarde Maximaal optredend toerental verlagen. "Maximale toerental op de motoras" (Index 8360.9 / 8361.9) overschreden. Deze grenswaar- de wordt bij de inbedrijfstelling passend bij de motor en reductor ingesteld.
Pagina 148 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 9.4 Beschrijving: Correcte stroomvoorziening van de motor niet mogelijk Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Tijdens de voormagnetisatie kon de vereiste – Bekabeling controleren. stroomsterkte niet worden ingesteld. – Functie "Stroombewaking tijdens voormagneti- satie deactiveren". – Functie "Stroombewaking bij initiële positiebe- paling deactiveren".
Pagina 149 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 9.9 Beschrijving: Parametermeting met actief motortype niet mogelijk Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Een parametermeting kan alleen worden uitge- Selecteer het juiste motortype. voerd op asynchrone motoren en synchrone mo- toren. Parametermeting is niet mogelijk bij reluct- antiemotoren en LSPM-motoren. Subfout: 9.10 Beschrijving: Bewaking rotorkanteling Reactie: Eindtrapblokkering...
Pagina 150 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 10.2 Beschrijving: Ongeldige programmaopdracht Reactie: Stoppen van applicatie en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De versie van de MOVIKIT®-softwaremodule is – Gebruik de nieuwste firmwareversie van het ap- niet compatibel met de actuele firmwareversie paraat. van het apparaat. – Pas de firmwareversie van het apparaat aan volgens het versieoverzicht in het installatievoor- schrift.
Pagina 151 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 10.6 Beschrijving: Runtime Reactie: Stoppen van applicatie en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Runtime-fout/Watchdog Programma controleren. De uitvoeringstijd van het programma overschrijdt de toegestane tijd. PDI- of PDO-taken. Programma controleren. De uitvoeringstijd van de PDI- of PDO-taak overschrijdt de toegestane tijd. Subfout: 10.7 Beschrijving: Berekeningsresultaat van een vermenigvuldigings-/delingscommando te groot Reactie: Stoppen van applicatie en eindtrapblokkering...
Pagina 152 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 10.11 Beschrijving: Geen applicatieprogramma geladen Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Er is geen Data-Flexibility-applicatieprogramma Programma laden of Data-Flexibility deactiveren. geladen. Subfout: 10.12 Beschrijving: Runtime-waarschuwing Reactie: Waarschuwing Oorzaak Maatregel Het programma heeft meer runtime nodig dan ge- Programma controleren. configureerd.
Pagina 153 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 11.3 Beschrijving: Belasting van het apparaat Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De temperatuur heeft de uitschakeldrempel be- – Belasting reduceren. reikt of overschreden. De gemiddelde uitgangs- – Combinatie van motor en regelaar controleren. stroom is te hoog. PWM-frequentie is te hoog. PWM-frequentie verlagen.
Pagina 154 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 11.9 Beschrijving: Te hoge temperatuur signaalelektronica Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De maximaal toegestane temperatuur voor de – Belasting verlagen. signaalelektronica is overschreden. – Omgevingstemperatuur verlagen. Subfout: 11.10 Beschrijving: Draadbreuk op de temperatuurvoeler van de signaalelektronica Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Draadbreuk op de temperatuurvoeler van de sig-...
Pagina 155 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 12.2 Beschrijving: 24 V DC-remspanning Reactie: Stoppen van applicatie en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De 24 V DC-voeding van de rem ligt buiten de to- De 24 V DC-voedingsspanning controleren. lerantie van ±10%. Bewaking werkt alleen met de parameterinstelling Parameterinstelling controleren. "Rem aanwezig"...
Pagina 156 Bedrijf Foutbeschrijving 6.6.11 Fout 13 Encoder 1 Subfout: 13.1 Beschrijving: Vergelijkingscontrole van de positie Reactie: Encoder 1 – kritische fout actueel Oorzaak Maatregel Er is een fout ontdekt bij het vergelijken van de – Bedrading van de baansignalen controleren. ruwe positie en de baanteller van de absolute en- –...
Pagina 157 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 13.4 Beschrijving: Fout bij de spoorkalibratie Reactie: Encoder 1 – kritische fout actueel Oorzaak Maatregel Er is een fout opgetreden bij de spoorkalibratie. – Apparaat uit- en weer inschakelen. – Bedrading controleren. – Storingsbronnen controleren (bijv. buiten het bereik van de EMC).
Pagina 158 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 13.7 Beschrijving: Signaalniveau te hoog Reactie: Encoder 1 – kritische fout actueel Oorzaak Maatregel De hoeveelheid die wordt gevormd uit het niveau Overbrengingsverhouding van de gebruikte resol- van de twee spoorsignalen A en B overschrijdt de ver controleren. toegestane limiet.
Pagina 159 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 13.10 Beschrijving: Positietolerantiebereik overschreden Reactie: Encoder 1 – kritische fout actueel Oorzaak Maatregel De positie ligt buiten het tolerantiebereik. – Inbedrijfstellingsparameters controleren. – Bedrading controleren. – Storingsbronnen controleren (lichtstraalonder- breking, reflector, datakabels enz.). – Encoder vervangen. AANWIJZING In de handmatige modus "noodmodus"...
Pagina 160 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 13.13 Beschrijving: Storing tijdens de initialisatie Reactie: Encoder 1 – fout actueel Oorzaak Maatregel Bij de initialisatie is een communicatiefout opge- Voor encoders van SEW-EURODRIVE: treden. – Bedrading controleren. Voor encoders van andere fabrikanten: – Bedrading controleren. –...
Pagina 161 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 13.15 Beschrijving: Systeemfout Reactie: Encoder 1 – kritische fout actueel Oorzaak Maatregel Bij de encoder-verwerking is een systeemfout op- – Ervoor zorgen dat de multiturn-encoder binnen getreden. het geconfigureerde trajectbereik is. – Grenzen controleren. – Correcte instelling van de teller-/noemerfacto- ren van de encoder controleren.
Pagina 162 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 13.17 Beschrijving: Permanent High-niveau in datakabel Reactie: Encoder 1 – fout actueel Oorzaak Maatregel Er werd een permanent High-niveau van het da- – Bedrading controleren. tasignaal geconstateerd. – Encoder controleren. AANWIJZING In de handmatige modus "noodmodus" kan de aandrijving ook zonder de foute externe positie- encoder met de motor-encoder worden ver- plaatst.
Pagina 163 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 13.20 Beschrijving: SSI-encoder - kritieke fout Reactie: Encoder 1 – kritische fout actueel Oorzaak Maatregel De SSI-encoder heeft een kritieke fout gemeld. – Inbedrijfstellingsparameters controleren. – De instellingen op de SSI-encoder controleren. – Bedrading controleren. – Storingsbronnen controleren (lichtstraalonder- breking, reflector, datakabels enz.).
Pagina 164 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 13.23 Beschrijving: Interne storing Reactie: Encoder 1 – fout actueel Oorzaak Maatregel De encoder heeft een interne fout gedetecteerd. – Bedrading controleren. – Storingsbronnen controleren (lichtstraalonder- breking, reflector, datakabels enz.). – Encoder vervangen. AANWIJZING In de handmatige modus "noodmodus" kan de aandrijving ook zonder de foute externe positie- encoder met de motor-encoder worden ver- plaatst.
Pagina 165 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 13.27 Beschrijving: Digitale motorintegratie fout Reactie: Encoder 1 – fout actueel Oorzaak Maatregel De encoder van de digitale motorintegratie heeft – Storingsbronnen controleren. een componentfout gedetecteerd. – Encoder vervangen. Subfout: 13.28 Beschrijving: Digitale motorintegratie waarschuwing Reactie: Encoder – waarschuwing Oorzaak Maatregel De encoder van de digitale motorintegratie heeft...
Pagina 166 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 16.3 Beschrijving: Thermisch motormodel niet mogelijk Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Ongeldige parameters voor de thermische motor- Parameters van het thermische motormodel con- bouwgrootte of voor de vrijgave van de aandrij- troleren en inbedrijfstelling uitvoeren. ving, hoewel de inbedrijfstelling van het thermi- sche bouwgrootte nog niet is afgesloten.
Pagina 167 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 16.9 Beschrijving: Temperatuurvoeler motor 2 Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Verkeerde inbedrijfstelling van de temperatuur- Inbedrijfstelling opnieuw uitvoeren. voeler van motor 2. Subfout: 16.10 Beschrijving: Bron van de actuele positie is niet toegewezen Reactie: Stoppen van applicatie en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De actieve regelmethode heeft een encoder voor...
Pagina 168 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 16.20 Beschrijving: Nominaal toerental te groot of nominale frequentie te klein Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Bij inbedrijfstelling via gegevens typeplaatje: No- Geldige motorgegevens (nominaal toerental en minaal toerental te groot of nominale frequentie te nominale frequentie) invoeren. klein.
Pagina 169 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 16.25 Beschrijving: Door de gebruiker gedefinieerde stroomgrens voor stilstandstroom te klein Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De door de gebruiker gedefinieerde stroomgrens De door de gebruiker gedefinieerde stroomgrens is te klein voor de minimale stilstandstroom. verhogen of de functie stilstandstroom deactive- ren.
Pagina 170 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 16.41 Beschrijving: Gegevens geselecteerde motor niet beschikbaar Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Er is geen inbedrijfstellingsrecord voor inbedrijf- Controleer de selectie en start indien nodig een stelling gevonden op de verwisselbare geheugen- andere motor of vervang de geheugenmodule. module voor de geselecteerde motor.
Pagina 171 Bedrijf Foutbeschrijving 6.6.14 Fout 18 Softwarefout Subfout: 18.1 Beschrijving: Motormanagement Reactie: Eindtrapblokkering Systeemstatus: Resetten van fout met CPU-reset Oorzaak Maatregel Er is een fout gedetecteerd op de interface van – Apparaat uit- en weer inschakelen. het motormanagement. – Neem bij herhaaldelijk optreden van de fout contact op met de klantenservice van SEW‑EURODRIVE.
Pagina 172 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 18.8 Beschrijving: Ongeldige foutcode Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Er is om een ongeldige foutcode gevraagd. – Apparaat uit- en weer inschakelen. – Neem bij herhaaldelijk optreden van de fout contact op met de klantenservice van SEW‑EURODRIVE. Subfout: 18.9 Beschrijving: Interne softwarefout Reactie: Eindtrapblokkering Systeemstatus: Resetten van fout met CPU-reset...
Pagina 173 Bedrijf Foutbeschrijving 6.6.15 Fout 19 Procesdata Subfout: 19.1 Beschrijving: Schending koppelprofielwaarde Reactie: Stoppen van applicatie en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De ingestelde koppelprofielwaarden zijn niet plau- Koppelprofielwaarden aanpassen. sibel. Subfout: 19.2 Beschrijving: Overschrijding positiesetpoint Reactie: Stoppen van applicatie en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De positiesetpoints liggen buiten die van de soft- Positiesetpoint controleren.
Pagina 174 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 19.6 Beschrijving: Setpointoverschrijding massatraagheidsmoment Reactie: Noodstop en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Het setpoint voor het massatraagheidsmoment Massatraagheidsmomentsetpoints aanpassen. zijn niet plausibel. De setpoints voor het massa- traagheidsmoment moeten in het waardebereik >= 0 liggen. Subfout: 19.7 Beschrijving: Referentie ontbreekt Reactie: Stoppen van applicatie en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel...
Pagina 175 Bedrijf Foutbeschrijving 6.6.16 Fout 20 Apparaatbewaking Subfout: 20.1 Beschrijving: Fout voedingsspanning Reactie: Eindtrapblokkering Systeemstatus: Resetten van fout met CPU-reset Oorzaak Maatregel De 24 V-voeding is overbelast. De configuratie van de vermogensvraag controle- ren. De interne elektronische voedingsspanning of de – De externe 24 V DC-stand-by voedingsspan- extern aangesloten 24 V DC-stand-by voe- ning op spanningsniveau en aansluiting op cor- dingsspanning valt niet binnen het toegestane...
Pagina 176 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 20.7 Beschrijving: Interne hardwarefout Reactie: Eindtrapblokkering Systeemstatus: Resetten van fout met CPU-reset Oorzaak Maatregel Er is een fout in de apparaathardware opgetre- – De fout bevestigen. den. – Bij herhaald optreden van de fout het apparaat vervangen. Neem voor verdere ondersteuning contact op met de klantenservice van SEW‑EURODRIVE.
Pagina 177 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 20.21 Beschrijving: externe 24 V-hulpspanning ontbreekt Reactie: Eindtrapblokkering Systeemstatus: Resetten van fout met CPU-reset Oorzaak Maatregel Het apparaat is alleen volledig functioneel in de Sluit de hulpspanning aan en schakel in. huidige configuratie met externe hulpspanning. Subfout: 20.23 Beschrijving: Vermogensdeel Temperatuurmeting Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak...
Pagina 178 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 21.4 Beschrijving: Label ongeldig Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De aangesloten aandrijving bevat ongeldige data. Aandrijving vervangen. Subfout: 21.5 Beschrijving: Niet compatibele component Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De aangesloten digitale motorintegratiecompo- Regelaar of componenten updaten. nent kan niet worden gebruikt met deze regelaar- firmware.
Pagina 179 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 21.9 Beschrijving: Ongeoorloofde hot plug Reactie: Noodstop en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Een slave van een digitale motorintegratie werd – Zet het apparaat in de configuratiestatus of aangesloten terwijl de aandrijving was vrijgege- schakel het uit. ven. – Sluit component aan. Een component van de digitale motorintegratie –...
Pagina 180 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 21.20 Beschrijving: Slave-fout – kritiek Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Een component van de digitale motorintegratie De nauwkeurige oorzaak en aanwijzingen voor heeft een kritieke componentenfout ontdekt. het opheffen aan de fout noteren die door de sub- component is gemeld. Subfout: 21.21 Beschrijving: Componentfout Reactie: Noodstop en eindtrapblokkering...
Pagina 181 Bedrijf Foutbeschrijving 6.6.18 Fout 23 Vermogensdeel Subfout: 23.1 Beschrijving: Waarschuwing Reactie: Waarschuwing met automatisch resetten Oorzaak Maatregel Fout in het vermogensdeel met foutreactie "Waar- Zie hiervoor de foutstatus "Subcomponent vermo- schuwing" is actief. gensdeel". Subfout: 23.2 Beschrijving: Storing Reactie: Noodstop en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Fout in het vermogensdeel met foutreactie "Stan-...
Pagina 182 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 23.5 Beschrijving: Procesdataconfiguratie ongeldig Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De procesdataconfiguratie is ongeldig. Neem contact op met de klantenservice van SEW-EURODRIVE. Subfout: 23.6 Beschrijving: Time-out procesdata Reactie: Noodstop en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Er werd door de LT-communicatie-interface een Neem als de fout zich herhaalt, contact op met de time-out van de procesdata herkend.
Pagina 183 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 25.2 Beschrijving: Niet-vluchtig geheugen – looptijdfout Reactie: Eindtrapblokkering Systeemstatus: Resetten van fout met CPU-reset Oorzaak Maatregel Looptijdfout van het niet-vluchtige geheugensys- – Het apparaat resetten. teem. – Bij herhaald optreden het apparaat vervangen. Neem contact op met de klantenservice van SEW-EURODRIVE.
Pagina 184 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 25.10 Beschrijving: Configuratiedata vermogensdeel – versieconflict Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De configuratiedata van het vermogensdeel heb- Neem contact op met de klantenservice van ben een onjuiste versie. SEW-EURODRIVE. Subfout: 25.12 Beschrijving: Configuratiedata vermogensdeel – CRC-fout Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De configuratiedata van het vermogensdeel zijn...
Pagina 185 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 25.17 Beschrijving: Aanpassingsdata besturingselektronica – CRC-fout Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De aanpassingsdata van de besturingselektroni- Neem contact op met de klantenservice van ca zijn onjuist. SEW-EURODRIVE. Subfout: 25.18 Beschrijving: QS-data vermogensdeel – CRC-fout Reactie: Waarschuwing Oorzaak Maatregel De QS-data van het vermogensdeel zijn onjuist.
Pagina 186 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 25.30 Beschrijving: Initialisatiefout – verwisselbare geheugenmodule Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De verwisselbare geheugenmodule is niet correct Toestand bij levering herstellen. geformatteerd. OPGELET Alle gegevens op de verwisselbare geheugenmo- dule worden gereset naar de standaardwaarde. Initialisatiefout van de verwisselbare geheugen- Neem contact op met de klantenservice van module na toestand bij levering.
Pagina 187 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 25.51 Beschrijving: Initialisatiefout – verwisselbare Safety-geheugenmodule Reactie: Waarschuwing Oorzaak Maatregel Initialisatiefout van de verwisselbare Safety-ge- Neem contact op met de klantenservice van heugenmodule. SEW-EURODRIVE. Subfout: 25.61 Beschrijving: Storing – herstelpunt Reactie: Noodstop en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Er kon geen herstelpunt worden aangemaakt. Herstelpunt wissen.
Pagina 188 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 26.4 Beschrijving: Fout externe remweerstand Reactie: Foutreactie externe remweerstand Oorzaak Maatregel De op de klem aangesloten temperatuurschake- – De ruimtelijke positie van de weerstand contro- laar van de externe remweerstand is geactiveerd. leren. – De weerstand reinigen. –...
Pagina 189 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 28.4 Beschrijving: FCB 11/12 – fout referentie-offset Reactie: Noodstop en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Tijdens het vastleggen van de referentie-offset is – Zorg ervoor dat de referentieoffset kleiner is een fout opgetreden. dan de grenswaarde "Modulo maximum". – Zorg er bij gebruik van een single-turn absolute encoder voor dat de referentieoffset niet groter is dan één encoderomwenteling.
Pagina 190 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 28.8 Beschrijving: FCB 21 – totaal koppel niet bereikt Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Het vereiste totale aanhaalmoment (ten minste – Reduceer het aanhaalmoment. 90%) werd niet bereikt. Het totale aanhaalmo- – Controleer de grenswaarden van de regelaar. ment wordt berekend aan de hand van het inge- –...
Pagina 191 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 28.12 Beschrijving: FCB 25 – time-out bij RS-meting Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De motorparametermeting werd bij draaiende – Motor stoppen. motor geactiveerd. – Motorparametermeting bij stilstaande motor starten. Subfout: 28.13 Beschrijving: FCB 25 – identificatiekarakteristiek niet mogelijk Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel...
Pagina 192 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 28.18 Beschrijving: FCB 21 - Rem ontbreekt Reactie: Stoppen van applicatie en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel In de regelaar werd geen rem geparametreerd. – Parametreer de rem in aandrijflijn 1. Om de remtest uit te voeren is echter een rem –...
Pagina 193 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 28.22 Beschrijving: FCB 09 – Touchprobe-gegevensbron Reactie: Stoppen van applicatie en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Voor de bedrijfsmodus "Afstand vanaf Touchpro- Verander de gegevensbron van de Touchprobe. be 1" moet de gegevensbron van de gebruikte Touchprobe op "Werkelijke positie in gebruikers- unit"...
Pagina 194 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 29.4 Beschrijving: Eindschakelaars verwisseld Reactie: Noodstop en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De HW-eindschakelaar positief werd met negatief Controleer of de HW-eindschakelaars verwisseld toerental bereikt of de HW-eindschakelaar nega- aangesloten zijn. tief werd met positief toerental bereikt. 6.6.23 Fout 30 software-eindschakelaar Subfout: 30.1 Beschrijving: Eindschakelaar positief bereikt Reactie: Software-eindschakelaar –...
Pagina 195 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 30.4 Beschrijving: Te kleine afstand Reactie: Noodstop en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Het door de parameters "SW-eindschakelaar ne- Pas de posities van de software-eindschakelaars gatief" en "SW-eindschakelaar positief" begrens- of de breedte van het ruisonderdrukkingsvenster de bereik is kleiner dan het bereik dat is ingesteld aan.
Pagina 196 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 31.5 Beschrijving: Voorwaarschuwing temperatuurvoeler – motor 1 Reactie: Thermische motorbeveiliging 1 – voorwaarschuwingsdrempel Oorzaak Maatregel De door de temperatuurvoeler van motor 1 ge- Controleren of de motor is overbelast. melde temperatuur heeft de voorwaarschuwings- drempel overschreden. Subfout: 31.6 Beschrijving: Voorwaarschuwing temperatuurmodel –...
Pagina 197 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 31.11 Beschrijving: Draadbreuk temperatuurvoeler – motor 2 Reactie: Stoppen van applicatie en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De verbinding met de temperatuurvoeler van mo- Bedrading van de temperatuurvoeler controleren. tor 2 werd onderbroken. Subfout: 31.12 Beschrijving: Kortsluiting temperatuurvoeler – motor 2 Reactie: Stoppen van applicatie en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel...
Pagina 198 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 31.16 Beschrijving: Voorwaarschuwing temperatuurmodel – motor 2 Reactie: Thermische motorbeveiliging 2 – voorwaarschuwingsdrempel Oorzaak Maatregel De door het temperatuurmodel van motor 2 ge- Controleren of de motor is overbelast. melde temperatuur heeft de waarschuwingsgrens overschreden. Subfout: 31.18 Beschrijving: Time-out communicatie temperatuurvoeler –...
Pagina 199 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 31.52 Beschrijving: Fout aan temperatuurvoeler 3 Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Een fout werd ontdekt bij de temperatuurvoeler 3 Let op de hoofdfoutcode en neem maatregelen van de motor. naargelang de hoofdfout. 6.6.25 Fout 32 Communicatie Subfout: 32.2 Beschrijving: Time-out EtherCAT®/SBusPLUS-procesdata Reactie: Veldbus –...
Pagina 200 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 32.6 Beschrijving: Parameter-record kopiëren Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Bij het downloaden van de parameterset in het – De bedrading van de systeembus en de modu- apparaat is een fout opgetreden. lebus controleren. – Het downloaden opnieuw starten. Subfout: 32.7 Beschrijving: Time-out applicatie-heartbeat Reactie: Applicatie-heartbeat –...
Pagina 201 Bedrijf Foutbeschrijving 6.6.26 Fout 33 Systeeminitialisatie Subfout: 33.1 Beschrijving: Offset-bepaling stroommeting Reactie: Eindtrapblokkering Systeemstatus: Resetten van fout met CPU-reset Oorzaak Maatregel Er is een fout opgetreden bij de stroommeting. Neem contact op met de klantenservice van SEW-EURODRIVE. Subfout: 33.2 Beschrijving: Firmware CRC-check Reactie: Eindtrapblokkering Systeemstatus: Resetten van fout met CPU-reset Oorzaak...
Pagina 202 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 33.10 Beschrijving: Time-out bij het aanlopen Reactie: Eindtrapblokkering Systeemstatus: Resetten van fout met CPU-reset Oorzaak Maatregel Bij het opstarten van het systeem is een time-out Neem contact op met de klantenservice van opgetreden. SEW-EURODRIVE. Subfout: 33.11 Beschrijving: Compatibiliteitsfout hardware Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel...
Pagina 203 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 33.14 Beschrijving: EtherCAT®-slavecontroller niet beschikbaar Reactie: Eindtrapblokkering Systeemstatus: Resetten van fout met CPU-reset Oorzaak Maatregel De EtherCAT®-slavecontroller is niet beschik- Neem contact op met de klantenservice van baar. SEW-EURODRIVE. Subfout: 33.15 Beschrijving: Firmwareconfiguratie Reactie: Eindtrapblokkering Systeemstatus: Resetten van fout met CPU-reset Oorzaak Maatregel De Device Update Manager heeft een gewijzigde...
Pagina 204 Bedrijf Foutbeschrijving 6.6.28 Fout 35 Functievrijschakeling Subfout: 35.1 Beschrijving: Applicatieniveau - activeringssleutel ongeldig Reactie: Noodstop en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De activeringssleutel werd incorrect ingevoerd. Activeringssleutel opnieuw invoeren. De activeringssleutel werd niet voor dit apparaat Activeringssleutel controleren. gegenereerd. Bij een dubbele as werd de activeringssleutel Activeringssleutel voor de toegekende instance voor de verkeerde instance in het apparaat inge- invoeren.
Pagina 205 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 35.4 Beschrijving: Technologieniveau - activeringssleutel ongeldig Reactie: Noodstop en eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De activeringssleutel werd incorrect ingevoerd. Activeringssleutel opnieuw invoeren. De activeringssleutel werd niet voor dit apparaat Activeringssleutel controleren. gegenereerd. Bij een dubbele as werd de activeringssleutel Activeringssleutel voor de toegekende instance voor de verkeerde instance in het apparaat inge- invoeren.
Pagina 206 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 37.4 Beschrijving: Remaansturing 2 – schakelfrequentie Reactie: Remgelijkrichter 2 – schakelfrequentie Oorzaak Maatregel De toegestane schakelfrequentie van de remaan- Applicatie controleren. sturing is overschreden. 6.6.30 Fout 42 Volgfout Subfout: 42.1 Beschrijving: Volgfout positionering Reactie: Volgfout positionering Oorzaak Maatregel De encoder is verkeerd aangesloten.
Pagina 207 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 42.2 Beschrijving: Volgfout stapsgewijze werking Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel De encoder is verkeerd aangesloten. Aansluiting van de encoder controleren. De positie-encoder is omgekeerd of niet correct Montage en aansluiting van de positie-encoder op het traject geïnstalleerd. controleren. Er is een fout ontdekt in de bedrading.
Pagina 208 Bedrijf Foutbeschrijving 6.6.31 Fout 44 Subcomponenten vermogensdeel Subfout: 44.2 Beschrijving: Overstroom fase U Reactie: Remote – kritische fout Oorzaak Maatregel Overstroom fase U. – Kortsluiting verhelpen. – Kleinere motor aansluiten. – De integratortijd vergroten. – Bij een defecte eindtrap contact opnemen met de klantenservice van SEW‑EURODRIVE.
Pagina 209 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 45.2 Beschrijving: Veldbusinterface – fout Reactie: Veldbus – Time-out reactie Oorzaak Maatregel Het apparaat heeft een fout gedetecteerd in de – Apparaat uit- en weer inschakelen. interne verbinding met de veldbusinterface. – Als de fout zich blijft herhalen, de veldbusinter- face/het apparaat vervangen en samen met fout- nummer naar SEW-EURODRIVE sturen.
Pagina 210 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 45.9 Beschrijving: Veldbusinterface – waarschuwing Reactie: Waarschuwing Oorzaak Maatregel Het apparaat heeft een niet-kritische fout gede- – Apparaat uit- en weer inschakelen. tecteerd in de interne verbinding met de veld- – Als de fout zich blijft herhalen, de veldbusinter- businterface.
Pagina 211 Bedrijf Foutbeschrijving 6.6.33 Fout 46 Veiligheidskaart Subfout: 46.1 Beschrijving: Niet beschikbaar Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Er kon geen synchronisatie met de subcompo- – Apparaattoewijzing van het basisapparaat en nent worden uitgevoerd. de optie controleren. – De insteekplaats en montage van de kaart con- troleren en indien nodig corrigeren.
Pagina 212 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 46.51 Beschrijving: Storing Reactie: Noodstop en eindtrapblokkering met automatisch resetten Oorzaak Maatregel De veiligheidskaart meldt een subcomponenten- Subcomponentfout van de veiligheidskaart in acht fout met de foutklasse "Standaardfout". nemen en maatregelen in overeenstemming met de subcomponentenfout treffen. Subfout: 46.52 Beschrijving: Systeemfout Reactie: Eindtrapblokkering met automatisch resetten...
Pagina 213 Bedrijf Foutbeschrijving Subfout: 52.2 Beschrijving: Ontoelaatbare systeemfunctie Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel Er is een ontoelaatbare systeemfunctie geacti- Bij actieve Ex-beschermingsfunctie niet toegela- veerd. ten functies uitschakelen, bijvoorbeeld "Stilstand- stroom activeren" = "Aan" in de actieve regelme- thode. Subfout: 52.3 Beschrijving: Regelaar te groot Reactie: Eindtrapblokkering Oorzaak Maatregel...
Pagina 214 Bedrijf Foutreacties Foutreacties 6.7.1 Standaard foutreacties Foutreactie Beschrijving Geen reactie De regelaar negeert de gebeurtenis De regelaar geeft een waarschuwing met automatisch resetten af. Na oplossen van de oor- Waarschuwing met automatisch resetten zaak van de fout, wordt de fout automatisch teruggezet. Waarschuwing De regelaar geeft een waarschuwing af.
Pagina 215 Bedrijf Foutreacties Instelbare fouten Beschrijving Indexnr. Mogelijke foutreactie Waarschuwing vooraf motortem- Motortemperatuur in actuele parameterrecord 8622.8 • Geen reactie peratuur - actuele parameterset - waarschuwing vooraf. • Waarschuwing • Applicatiestop (+ES) • Noodstop (+ES) • Eindtrap blokkeren Elektromechanische belasting - Hier kan worden ingesteld hoe het apparaat 8622.10 •...
Pagina 216 Service Elektronicaservice van SEW‑EURODRIVE Service Elektronicaservice van SEW‑EURODRIVE Neem contact op met de service-afdeling van SEW‑EURODRIVE als een fout niet kan worden verholpen. De adressen staan vermeld onder www.sew-eurodrive.com. Geef a.u.b. onderstaande gegevens door, zodat service-afdeling SEW‑EURODRIVE zo effectief mogelijk kan helpen: •...
Pagina 217 Service Vervangen van apparaten 7.2.1 Handelwijze bij achterstallig onderhoud Bij achterstallig onderhoud adviseert SEW‑EURODRIVE de netspanning langzaam te verhogen tot de maximale spanning. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan via een re- geltransformator waarvan de uitgangsspanning volgens het onderstaande overzicht wordt ingesteld. Als het regeneratieproces is voltooid, kan het apparaat onmiddellijk gebruikt of opnieuw opgeslagen worden.
Pagina 218 Service Als afval afvoeren Als afval afvoeren Voer het product en alle onderdelen gescheiden naar materiaalsoort en conform de nationale voorschriften af. Lever het product in bij een recyclingbedrijf, indien beschik- baar, of neem contact op met een deskundig afvalverwerkingsbedrijf. Indien mogelijk moet u het product scheiden naar de volgende categorieën: •...
Pagina 219 Functionele veiligheid Algemene aanwijzingen Functionele veiligheid Algemene aanwijzingen 8.1.1 Ten grondslag liggende standaards De veiligheidskeuring van het apparaat is gebaseerd op de volgende normen en vei- ligheidsklassen: Ten grondslag liggende standaards Veiligheidsklasse/ • Prestatieniveau (PL) conform EN 13849-1 ten grondslag lig- •...
Pagina 220 Functionele veiligheid Geïntegreerde veiligheidstechniek 8.2.2 Veiligheidsconcept STO Het apparaat moet in staat zijn de veiligheidsdeelfunctie van de aandrijving "Veilig uit- geschakelde koppel" conform EN 61800-5-2 uit te voeren: • Het apparaat wordt gekenmerkt door de mogelijkheid een extern(e) veiligheidsbe- sturing/veiligheidsrelais aan te sluiten. Deze/dit externe veiligheidsbesturing/veilig- heidsrelais schakelt bij het bedienen van een aangesloten bedieningselement (bijv.
Pagina 221 Functionele veiligheid Geïntegreerde veiligheidstechniek 8.2.3 Schematische weergave van het STO-veiligheidsconcept Met veiligheidsoptie CSO 33200049803 STO-functie Aandrijfbesturing Schakelelement Veiligheidsschakelapparaat Externe veiligheidsinrichting (optioneel) Motor Met veiligheidsoptie CSB/CSL 33207807755 STO-functie Aandrijfbesturing Veiligheidsoptie Diagnose- en vergrendelingseenheid Motor ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 222 Functionele veiligheid Geïntegreerde veiligheidstechniek 8.2.4 Veiligheidsconcept CSB/CSL Algemeen De CSB- en CSL-veiligheidsopties zijn veilige modules met veilige binaire in- en uit- gangen en, afhankelijk van de parametrering, met veilige communicatie. ® De veiligheidsopties CSB of CSL zijn volledig in de regelaar MOVITRAC advanced geïntegreerd.
Pagina 223 Functionele veiligheid Geïntegreerde veiligheidstechniek • Controlesom van de bus (ParCRCBus) • Parameters van het F-protocol Identificatie en verificatie In de parametreringstool "Assist CS.." vereisen de stappen "Parametreren", "Rapport maken" en "Acceptatie bevestigen" de unieke identificatie van het apparaat en verifi- catie van de gebruiker.
Pagina 224 Functionele veiligheid Geïntegreerde veiligheidstechniek Varianten • De veiligheidsopties CSB en CSL zijn geïntegreerde, veilige elektronische modu- les die met of zonder veilige communicatie kunnen worden bediend. De PROFIsafe-, FSoE- en CIP Safety™-profielen zijn beschikbaar voor veilige com- municatie. De CSB- en CSL-veiligheidsopties hebben veilige in- en uitgangen (F- DI, F-DO) en zijn verkrijgbaar in de volgende varianten.
Pagina 225 Functionele veiligheid Geïntegreerde veiligheidstechniek STO (Safe Torque Off) – veilig uitgeschakeld koppel Als de STO-functie actief is, levert de applicatieregelaar geen energie aan de motor, de aandrijving kan geen koppel genereren. Deze veiligheidsdeelfunctie komt overeen met het ongecontroleerd stilzetten conform EN 60204-1, stopcategorie 0. 9007201225613323 = Veiligheidsdeelfunctie actief = Snelheid...
Pagina 226 Functionele veiligheid Geïntegreerde veiligheidstechniek SS1-t (Safe Stop 1) – veilige stop 1 met tijdcontrole Als de functie SS1-t is geactiveerd, wordt de motor elektrisch gestopt door de applica- tieregelaar. Na afloop van een vastgelegde, op de veiligheid gerichte tijd wordt de vei- ligheidsdeelfunctie STO geactiveerd.
Pagina 227 Functionele veiligheid Geïntegreerde veiligheidstechniek Deze veiligheidsdeelfunctie komt overeen met het gecontroleerd stilzetten van de aan- drijving conform EN 60204-1, stopcategorie 1. 9007201225616011 = Veiligheidsdeelfunctie bewaakt = Veiligheidsdeelfunctie wordt geactiveerd = Snelheid = Tijd = Tijdstip waarop het SS1-r wordt geactiveerd en de motorvertraging begint. = Tijdstip waarop het STO wordt geactiveerd.
Pagina 228 Functionele veiligheid Geïntegreerde veiligheidstechniek SSM (Safe Speed Monitoring) – veilige snelheidsbewaking De functie SSM controleert of de aandrijving een bepaalde snelheid overschrijdt. Overschrijding van de toegestane snelheid wordt gesignaleerd. 9007201225702923 = Veiligheidsdeelfunctie bewaakt = Veiligheidsdeelfunctie wordt geactiveerd = Snelheid = Tijd = Tijdstip waarop het SSM wordt geactiveerd.
Pagina 229 Functionele veiligheid Geïntegreerde veiligheidstechniek 8.2.6 Beperkingen • Houd er rekening mee dat de aandrijving kan nalopen als er geen mechanische rem is of als de rem defect is (afhankelijk van de wrijving en de massatraagheid van het systeem). Bij generatorische belastingverhoudingen, bij met zwaartekracht belaste en extern aangedreven assen kan de aandrijving zelfs versnellen.
Pagina 230 Functionele veiligheid Geïntegreerde veiligheidstechniek • Genereren van de controlesom "Toepasselijke gegevens" van de sleutelrecord in de sleutelbewaarplaats. • Een gewijzigde parametrering verwijdert de status "Aanvaarding". Als gevolg daarvan wordt de sleutelbewaarplaats gekoppeld aan de respectieve para- metrering door de parameters te downloaden. Testconcept en testprocedure De veiligheidsopties CSB en CSL worden geparametreerd met behulp van een engi- neering-pc met de parametreringstool "Assist CS..".
Pagina 231 Functionele veiligheid Veiligheidstechnische voorwaarden Veiligheidstechnische voorwaarden Voorwaarde voor het veilige bedrijf is dat de veiligheidsdeelfuncties van het apparaat goed in een toepassingsspecifieke, bovenliggende veiligheidsdeelfunctie geïntegreerd zijn. De installateur of machinebouwer moet in ieder geval een risicoanalyse voor de installatie of machine uitvoeren, die bij toepassing van een aandrijfsysteem met het apparaat in acht moet worden genomen.
Pagina 232 Functionele veiligheid Veiligheidstechnische voorwaarden STO: 30 m F-DI: ≤ 30 m F-DOx: ≤ 30 m F-SSx: ≤ 30 m – U moet er door middel van geschikte maatregelen voor zorgen dat de veilige stuurstroomleidingen ruimtelijk gescheiden van de vermogensleidingen worden gelegd. Daarvan uitgezonderd zijn de speciaal voor deze toepassing door SEW‑EURODRIVE vrijgegeven kabels.
Pagina 233 Functionele veiligheid Veiligheidstechnische voorwaarden 8.3.3 Eisen aan de externe veiligheidsbesturing Als alternatief voor een veiligheidsbesturing kan ook een veiligheidsrelais worden ge- bruikt. De volgende vereisten gelden als zinvol. • De veiligheidsbesturing en alle andere op de veiligheid gerichte deelsystemen moeten minimaal zijn toegestaan voor de veiligheidsklasse die in het complete systeem voor de desbetreffende, toepassingsspecifieke veiligheidsfunctie van de aandrijving is vereist.
Pagina 234 Functionele veiligheid Veiligheidstechnische voorwaarden – De testimpulsen moeten worden bewaakt in de veiligheidsvoorziening. Als er een fout optreedt, moet de veiligheidsvoorziening een toepasselijke foutreactie uitvoeren. 1-polig P-schakelend: • In uitgeschakelde toestand mogen er geen inschakeltestimpulsen op de P-kabel komen te staan. •...
Pagina 235 Functionele veiligheid Veiligheidstechnische voorwaarden Door de parameter Filtertijd snelheid HTL (8708.4) de berekende snelheid kan worden gefilterd met behulp van een glijdend gemiddelde-waardefilter met de geparametreer- de lengte. Telrichting Om ook in de regelaar identieke voortekens van de proceswaarden te verkrijgen, moet de encoderparameter Telrichting (8708.6) van de veiligheidsoptie CSL..A als volgt worden ingesteld, afhankelijk van de regelaarparameters omkering van de draairich- ting (8362.2) en Telrichting (8381.6):...
Pagina 236 Functionele veiligheid Veiligheidstechnische voorwaarden en GND A+ en A- B+ en B- – De encoderkabel mag de volgende maximale capaciteit hebben: Capaciteit ader/ader: CA’ = 70 pF/m Capaciteit ader/afscherming: CS’ = 120 pF/m – In het signaalpad van de encoder naar de regelaar mogen de encodersignalen niet naar andere apparaten worden vertakt.
Pagina 237 Functionele veiligheid Veiligheidstechnische voorwaarden 8.3.9 Acceptatie Om de veiligheid van een machine te bepalen, moet de fabrikant van het systeem een algehele inspectie uitvoeren. De effectiviteit van elke risicobeperking moet worden be- oordeeld. Ook moet worden gecontroleerd of de vereiste veiligheidsintegriteit (SIL en/ of PL) voor elke gerealiseerde veiligheidsdeelfunctie wordt bereikt.
Pagina 238 Functionele veiligheid Aansluitvarianten Aansluitvarianten 8.4.1 Algemene aanwijzingen In principe geldt dat alle in dit document vermelde aansluitvarianten zijn toegestaan voor toepassingen met een veiligheidsfactor als wordt voldaan aan de voorwaarden op het gebied van veiligheid uit de documentatie. Dat betekent dat onder alle omstan- digheden gewaarborgd moet zijn dat de DC 24 V-veiligheidsingangen door middel van een veiligheidsbesturing of een extern veiligheidsrelais moeten worden geschakeld om ervoor te zorgen dat de aandrijving niet vanzelf opnieuw kan aanlopen.
Pagina 239 Functionele veiligheid Aansluitvarianten • De maximale uitgangsstroomsterkte en de maximaal toegestane contactbelasting van de veiligheidsvoorziening moeten worden aangehouden (zie hoofdstuk "Tech- nische gegevens" > "Elektronische gegevens – veiligheidsdeelfuncties"). • Het toegestane signaalniveau op de STO-ingang en alle verdere technische gege- vens van het apparaat moeten worden nageleefd.
Pagina 240 Functionele veiligheid Aansluitvarianten 1-polig P-schakelend F_STO_P F-DO_P F_STO_M F_STO_P F_STO_M 24V_OUT 9007232451610251 STO-klem X6 Externe veiligheidsinrichting STO-groepsuitschakeling 2-polig, PM-schakelend F_STO_P F-DO_P F_STO_M F-DO_M F_STO_P F_STO_M 24V_OUT F_STO_P F_STO_M F_STO_P F_STO_M 24V_OUT 9007232451686795 [1] STO-klem X6 [2] Externe veiligheidsbesturing ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 241 Functionele veiligheid Aansluitvarianten STO-groepsuitschakeling 1-polig, P-schakelend F_STO_P F-DO_P F_STO_M F_STO_P F_STO_M 24V_OUT F_STO_P F_STO_M F_STO_P F_STO_M 24V_OUT 9007232451723915 [1] STO-klem X6 [2] Externe veiligheidsbesturing 8.4.4 Aansluiting X6 op het apparaat Gedetailleerde informatie over aansluiting X6 van het apparaat vindt u in het hoofd- stuk "Apparaatstructuur van de regelaar".
Pagina 242 Functionele veiligheid Elektrische installatie Elektrische installatie 8.5.1 Belangrijke aanwijzing WAARSCHUWING ® Bij de MOVITRAC advanced is de externe jumperplug X6 aangesloten of is span- ® ning aangesloten, hoewel een veiligheidsoptie in de MOVITRAC advanced is geïn- stalleerd. Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel. ®...
Pagina 243 Functionele veiligheid Elektrische installatie Niet-gebruikte ingangen hoeven niet aangesloten te worden. Een open ingang wordt altijd als "0"-signaal verwerkt. De veilige toestand van de veilige binaire ingangen is de uitvoer van "logisch 0" op de bijbehorende proceswaarden. ® De veiligheidsopties MOVISAFE CSB/CSL evalueren de binaire ingangen als volgt.
Pagina 244 Functionele veiligheid Elektrische installatie en gedeactiveerd. De schakelaartestfunctie gaat ervan uit dat de schakelcontacten in de open/bekrachtigde toestand worden gebracht nadat de discrepantiefout is opgetre- den, zodat de twee ingangssignalen de vereiste toestand aannemen voor de schakel- test: • Aansluittype 2-kanaals equivalent –...
Pagina 245 Functionele veiligheid Elektrische installatie Signaalbewaking De signaalbewaking detecteert wanneer het ingangssignaal te lang in een ongedefini- eerde toestand (onstabiele toestand) verkeert. De maximale duur waarvoor een onsta- biele toestand is toegestaan, wordt berekend uit de ingestelde filtertijd vermenigvul- digd met de parameterwaarde van de parameter Signaalbewaking (Index 8704, subin- dex 8).
Pagina 246 Functionele veiligheid Elektrische installatie ® De volgende afbeelding toont de veiligheidsoptie MOVISAFE CSB/CSL met 1-ka- naals, contactgebaseerde sensoren. MOVISAFE ® CSB/CSL F-SS0 F-SS1 3, 4, 7, 8 F-DI00 F-DI01 F-DI02 F-DI03 33512478859 Bedrijf met geactiveerde kortsluitdetectie De volgende fouten worden herkend: •...
Pagina 247 Functionele veiligheid Elektrische installatie Instellingen in de parametreertool "Assist CS..": • Selecteer het 2-kanaals aansluittype. • Activeer of deactiveer de kortsluitdetectie en timing van de sensorvoeding, afhan- kelijk van de veiligheidseisen. ® De volgende afbeelding toont de veiligheidsoptie MOVISAFE CSB/CSL met 2-ka- naals, contactgebaseerde sensoren in de schakelvarianten anti- en equivalent.
Pagina 248 Functionele veiligheid Elektrische installatie WAARSCHUWING Als de kortsluitdetectie is gedeactiveerd en een 2-kanaals gelijkwaardige schakel- ® sensor wordt gebruikt, kan de veiligheidsoptie MOVISAFE CSB/CSL dwarsverbin- dingen in de bekabeling niet detecteren. Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel. • Zorg ervoor dat kortsluiting op de veilige binaire ingangen F-DI. uitgesloten is. AANWIJZING Houd er rekening mee dat in de antivalente circuitvariant het verbreekcontact is aan- gesloten op de sensorvoeding F-SS0.
Pagina 249 Functionele veiligheid Elektrische installatie ® De volgende afbeelding toont de veiligheidsoptie MOVISAFE CSB/CSL met een ac- tieve sensor (2-kanaals). MOVISAFE ® CSB/CSL F-SS0 F-SS1 3, 4, 7, 8 F-DI00 F-DI01 F-DI02 F-DI03 +24V DC 24 V Pulse1 [2] Pulse2 [3] Out1 Out2 33516311179...
Pagina 250 Functionele veiligheid Elektrische installatie WAARSCHUWING ® Als de kortsluitdetectie is gedeactiveerd, kan de veiligheidsoptie MOVISAFE CSB/ CSL kortsluitingen in de bekabeling niet detecteren. Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel. • Zorg ervoor dat kortsluitingen op de veilige binaire ingangen F-DI. zijn uitgesloten of kunnen worden gedetecteerd door de sensor.
Pagina 251 Functionele veiligheid Elektrische installatie Variant 2 Als alleen een OSSD-compatibel sensorsysteem wordt gebruikt, kan de voeding ook via de klemmen F-SS0 en F-SS1 worden gerealiseerd. Deactiveer in dat geval de ti- ming van de sensorvoeding (F-SS0 en F-SS1) in de parametreringstool "Assist CS..". ®...
Pagina 252 Functionele veiligheid Elektrische installatie 8.5.5 Veilige binaire uitgang (F-DO00) Algemeen De signaalverwerking van de veilige binaire uitgang binnen de veiligheidsoptie ® MOVISAFE CSL vindt plaats via 2 kanalen. De veilige binaire uitgang kan SIL 2 be- reiken volgens IEC 61508 en Performance Level d volgens EN ISO 13849-1. De aan te sluiten externe actuatoren en hun bedrading moeten voldoen aan de vereiste veilig- heidsklasse.
Pagina 253 Functionele veiligheid Elektrische installatie Capacitieve belastingen • Een capacitieve belasting van maximaal 10 nF mag zonder aanvullende maatre- gelen aan de uitgang worden gebruikt. Capacitieve belastingen worden vaak aan- getroffen in elektronische samenstellingen als buffercondensatoren. Als de capacitieve belasting een diode heeft in serie met zijn ingang, mag de be- lastingscapaciteit niet groter zijn dan 12 µF.
Pagina 254 Functionele veiligheid Elektrische installatie Met de maximale testpulsduur (5000 µs) mag de totale capaciteit niet groter zijn dan 1 µF. De aderdiagnose is voor de 24 V-schakeluitgang F-DO00 altijd actief, ongeacht de pa- rametrering. WAARSCHUWING ® Als de aderdiagnose is gedeactiveerd, kan de veiligheidsoptie MOVISAFE geen kortsluiting detecteren tussen een P-schakeluitgang (F-DO00_P) en de +24 V- voedingsspanning of tussen een M-schakeluitgang (F-DO00_M) en het referentiepo- tentiaal.
Pagina 255 Functionele veiligheid Elektrische installatie De ingang van de actor moet potentiaalvrij zijn en mag geen verbinding hebben met ® een referentiepotentiaal. Binnen de veiligheidsoptie MOVISAFE CSL bevindt zich een schakelelement tussen F-DO00_M en het referentiepotentiaal. Bij een niet poten- tiaalvrije actuator zou dit schakelelement worden overbrugd. De redundantie van de P- en M-uitgang zou niet langer bestaan.
Pagina 256 Functionele veiligheid Elektrische installatie ® De veiligheidsoptie MOVISAFE CSL detecteert bij in- en uitgeschakelde uitgangen de volgende fouten in de externe bedrading: • Kortsluiting tussen de P-uitgang en een voedingsspanning in het bereik van 15 - 30 V en met dezelfde aardreferentie als de module. ®...
Pagina 257 Functionele veiligheid Elektrische installatie 8.5.6 Inbouw-encoder EI7C FS Eigenschappen De inbouw-encoder EI7C FS is een veilige incrementele encoder met 24 signaalperio- den per omwenteling. U mag de inbouw-encoder EI7C FS alleen gebruiken in combinatie met de veiligheids- ® optie MOVISAFE CSL.
Pagina 258 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling 8.6.1 Belangrijke aanwijzing WAARSCHUWING Tijdens de parametrering van de veiligheidsoptie kan een onverwachte en onbedoel- de beweging van de aandrijving optreden. Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel. • Zorg ervoor dat de installatie stilstaat alvorens te parametreren. AANWIJZING Bij levering van de veiligheidsoptie is geen veiligheidsdeelfunctie geactiveerd.
Pagina 259 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling 8.6.3 Inbedrijfstellingsvarianten Voorwaarden Voor een succesvolle inbedrijfstelling heeft u de parametreringstool "Assist CS.." no- ® dig. De parametreringstool "Assist CS.." kunt u direct in MOVISUITE oproepen, te downloaden via www.sew-eurodrive.com. Procedure van de parametrering In dit hoofdstuk wordt stap voor stap de parametrering van de veiligheidsdeelfuncties beschreven.
Pagina 260 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling 6. Parameters instellen Stel de parametrering in volgens de veiligheidstechnische eisen van de toepas- sing. ® Voor het parametreren van de veiligheidsopties MOVISAFE CSB/CSL worden de afzonderlijke bereiken in de parameterboom opgeroepen en de vereiste invoer- waarden ingevoerd. Bovenliggende parametrering als IO-fouteffecten, veldbusver- binding, encoderactivering en toerentallimieten van de motor, wordt uitgevoerd in het gebied "Algemene parameters".
Pagina 261 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling Voer voor de inbedrijfstelling de volgende stappen uit: 1. Parametrering van de beveiligingsdeelfunctie in de parametreringstool "Assist CS..". 2. Inbedrijfstelling veldbus en bovenliggende F-PLC. 3. Inbedrijfstelling van standaardfuncties. Zie voor meer informatie het hoofdstuk "Inbedrijfstelling" in de gebruiksaanwijzing ®...
Pagina 262 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling In Assist CS.. wordt de gebruikte encoder geselecteerd in het dialoogvenster "Enco- der" via het vervolgkeuzemenu "Encodertype". Alle vereiste encoder-instellingen wor- den overgenomen. De parameter wordt met een "i" gemarkeerd als de keuze van de encoder afwijkt van de ingestelde motor-encoder in de aandrijflijn. 8.6.6 Parametrering van de veiligheidsdeelfuncties Voorwaarden...
Pagina 263 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling Wanneer de STO-functie is gedeactiveerd, worden de aan de STO/SBC-functie toege- wezen interne veilige binaire uitgang F-DO_STO en alle veilige binaire uitgangen F- DO onmiddellijk gesloten. ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 264 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling Inschakelen Aantal instanties: 1 De veiligheidsdeelfunctie STO/SBC kan worden gekozen uit de volgende bronnen: • F-DI (functietoewijzing) • Veilige procesuitgangsdata (STO 1) • Eindtoestand SSx 1/2 • Foutreactie • Overtreding grenswaarde Status De status van de veiligheidsdeelfunctie STO/SBC wordt weergegeven in de volgende gebieden: ®...
Pagina 265 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling Inschakelen Aantal instanties: 2 (SSx1, SSx2) De veiligheidsdeelfunctie kan worden geselecteerd uit de volgende bronnen: • F-DI (functietoewijzing) • Veilige procesuitgangsdata (SSx1, SSx2) Status De status van de veiligheidsdeelfunctie wordt weergegeven in de volgende gebieden: ® • MOVISAFE -diagnose CSB/CSL, status snelheidsfuncties •...
Pagina 266 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling Overschrijding grenswaarde Bij overschrijding van de grenswaarde wordt de veiligheidsdeelfunctie STO geacti- veerd zonder deceleratie van de reminval. De overschrijding van de grenswaarde moet worden bevestigd. Door deactivering van de functie SSx wordt de overschrijding van de grenswaarde niet bevestigd. Bij over- schrijding van de grenswaarde kan de functie SSx niet opnieuw worden geactiveerd.
Pagina 267 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling Als de kleinst bewaakte limietsnelheid kleiner is dan de geparametreerde limietsnel- heid van de laatst geactiveerde SLS, wordt geen overgangsintegrator berekend, maar wordt de limietsnelheid onmiddellijk bewaakt. Met de parameter Werkrichting kan worden bepaald in welke draairichting de functie SLS moet werken: •...
Pagina 268 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling Voor elke instantie van de functie SSM kan een snelheidsfilter worden geactiveerd. Het snelheidsfilter integreert het overschrijden van de limietsnelheid over het traject. Als dit traject groter wordt dan het geconfigureerde traject, wordt een terugmelding ge- geven via de bijbehorende statusmelding. Met de parameter Werkrichting kan voor elke functie SSM worden bepaald in welke richting (positief, negatief of in beide richtingen) de functie SSM moet werken.
Pagina 269 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling • Veilige procesuitgangsdata (SDI1, SDI2) • Permanente activering Status Als de veiligheidsdeelfunctie SDI is geactiveerd en er geen beweging plaatsvindt in de bewaakte draairichting, is de status van de functie SDI actief. De status van de functie SDI wordt gedeactiveerd als er een beweging in de bewaakte draairichting wordt ge- detecteerd die de geparametreerde tolerantie overschrijdt.
Pagina 270 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling Als de functie "Encoderfout dempen" automatisch zou worden gedeactiveerd, moeten alle bronnen eerst de activering annuleren voordat ze opnieuw worden geactiveerd. Veilige procesuitgangsdata dempen (F-PA dempen) WAARSCHUWING De actieve functie "F-PA dempen" deactiveert de encoderafhankelijke veiligheids- deelfuncties (behalve STO). Dit kan leiden tot een onmiddellijke start van de installa- tie.
Pagina 271 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling • Door de interne veilige binaire uitgang F-DO_STO te openen (bijvoorbeeld foutre- actie, grenswaardeoverschrijding, activering van de veiligheidsdeelfunctie STO). • 5 minuten na activering. ® Veiligheidsdeelfunctie EDM met MOVISAFE De veiligheidsdeelfunctie EDM (External Device Monitoring) diagnosticeert de bekabe- ling van de externe veilige binaire uitgang F-DO00.
Pagina 272 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling F-DO F-DI • 2 hulpcontacten van het type sluitcontact F-DO F-DI0 F-DI1 • 2 hulpcontacten van het type verbreekcontact F-DO F-DI0 F-DI1 Inschakelen Aantal instanties: 1 De EDM-instantie wordt permanent geactiveerd bij de vrijgave. Status De status van de veiligheidsdeelfunctie EDM is "1" als de functie is vrijgegeven en de foutreactie niet wordt uitgevoerd.
Pagina 273 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling AANWIJZING Alvorens het ingestelde veiligheidsprotocol op de CSB/CSL-veiligheidsoptie te wijzi- gen, moet u de verbinding met de F-master fysiek verbreken. Veiligheidsprotocol PROFIsafe AANWIJZING Voor de aansturing van veiligheidsfuncties en de evaluatie van de terugmeldingssig- nalen van de CSB/CSL-veiligheidsoptie via PROFIsafe moet rekening worden gehou- den met de toewijzing van de afzonderlijke bits binnen het veiligheidsprotocol.
Pagina 274 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling Instellen van het veiligheidsprotocol De veiligheidsopties CSB/CSL ondersteunen verschillende beveiligingsprotocollen. Selecteer hiervoor de instelling "PROFIsafe" in de parametreringstool "Assist CS.." onder [F-communicatie] > [Configuratie]. Instellen van het doeladres Het doeladres moet overeenkomen met het ingestelde adres van de deelnemer in de PROFIsafe-host.
Pagina 275 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling ® • Engineering software MOVISUITE vanaf versie 2.30 (downloaden van www.sew- eurodrive.com). ® • Aanvullende eisen bij het gebruik van MOVISAFE CSB/CSL met veldbusverbin- ding FSoE: ® ® – ESI-apparaatbeschrijvingsbestand (EtherCAT XML-bestand voor MOVI-C ® ® MOVITRAC advanced, MOVITRAC advanced met CiA402).
Pagina 276 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling 2. Neem een overeenkomstige FSoE-master op in het project. 33765177227 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 277 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling ® 3. De standaardregelaars MOVITRAC advanced zijn beschikbaar in de bibliotheek onder [Slaves] > [Axis]. Plaats een apparaat in het project volgens het aansluit- schema. 36255924747 4. Selecteer het profiel dat overeenkomt met de gebruikte veiligheidsoptie. 36255930635 5.
Pagina 278 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling 36256000523 • Selectieveld "Slave Address" ® Selecteer het in MOVISUITE gedefinieerde FSoE-adres in de parametre- ringstool "Assist CS..". • Selectieveld "Watchdog-tijd" De overdracht wordt bewaakt via timers (watchdog) die in elk FSoE-station in het netwerk worden gecontroleerd. Op die manier kan een onderbreking van de overdracht op betrouwbare wijze worden opgespoord.
Pagina 279 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling 7. Nadat u het geschikte profiel hebt gemaakt, brengt u dit profiel over naar het lo- gisch schema van de SafePLC2-configuratietool met behulp van de overeenkom- stige groene pijl. 36256006795 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 280 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling 8. In het logisch schema van de configuratietool SafePLC2 hebt u nu toegang tot alle beschikbare veiligheidsdeelfuncties van de veiligheidsoptie. 36256103435 9. Laad de configuratie in de FSoE-master-module SCU. Vereisten in de IEC-editor Om FSoE-communicatie te kunnen gebruiken tussen de FSoE master-module SCU en de veiligheidsopties in de regelaar, is het nodig om dit te activeren in de projectin- stellingen in de IEC Editor.
Pagina 281 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling 33037484171 3. Selecteer onder "Projectinstellingen" het item "FSoE Router". Activeer in het ven- ster "FSoE Router" het selectievakje "FSoE Routing Enabled" en bevestig met [OK]. 33037456139 Inbedrijfstelling in de IEC-editor Voorwaarden • FSoE-routing is geactiveerd. • Het veiligheidsprogramma met de gebruikte veiligheidsopties is geïnstalleerd op de veiligheidsbesturing.
Pagina 282 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling 33764887307 Ga in deze volgorde te werk: 1. Dubbelklik op een FSoE-slot van de gebruikte veiligheidsoptie. Het toewijzingsven- ster wordt geopend. 33764883723 2. Wijs een vrij FSoE-slot toe aan de veiligheidsbesturing. 3. Herhaal deze stappen voor alle FSoE-slots. 4.
Pagina 283 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling • Voor veldbusoptie CFE is firmwareversie 5.00 of hoger vereist. ® • Engineering software MOVISUITE vanaf versie 2.30 (downloaden van www.sew- eurodrive.com). Algemene informatie ® Voor inbedrijfstelling moet de meegeleverde veldtestversie van MOVISUITE worden geïnstalleerd. De volgende stappen moeten van tevoren worden uitgevoerd: •...
Pagina 284 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling 2. Klik met de rechtermuisknop op de bovenste helft van het apparaat. Roep de soft- waretool "Assist CS.." op in het contextmenu "Tools". 34912293259 3. Meld u aan bij het apparaat. Lees daarvoor de ID van de veiligheidssleutel uit. 34912344587 4.
Pagina 285 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling 6. Om CIP Safety-communicatie in te schakelen, gaat u eerst naar "F-communicatie" 34912504843 7. Selecteer onder "Protocoltype" de vermelding "CIP Safety". Stel vervolgens de modus voor adrestoewijzing in op "Via CIP". 34912509067 8. Nadat de volledige configuratie is voltooid, moeten de parameters naar de veilig- heidsoptie worden gedownload.
Pagina 286 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling AANWIJZING Zorg ervoor dat u ten minste versie 30 van de software gebruikt. 2. Controleer en configureer de moduledefinitie door op "Wijzigen" te klikken. 34916445707 AANWIJZING Configureer en pas zo nodig de grootte aan van de veiligheidsingangen/-uitgangen aan de hand van de gebruikte veiligheidsoptie en het communicatieprofiel.
Pagina 287 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling 4. Ga naar de optie "Safety" en voer de vereiste informatie in. 34916449163 De volgende informatie moet worden ingevoerd onder "Configuration Signature": 34917233291 ® • ID: Voer hier de waarde van de parameter ParCRCBus van MOVISUITE • Date: Selecteer een vastgestelde datum.
Pagina 288 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling Datum Tijd 31-12-2020 20:00:00 31-12-2020 21:00:00 31-12-2020 22:00:00 31-12-2020 23:00:00 1-1-2021 00:00:00 1-1-2021 01:00:00 1-1-2021 02:00:00 1-1-2021 03:00:00 1-1-2021 04:00:00 1-1-2021 05:00:00 1-1-2021 06:00:00 1-1-2021 07:00:00 1-1-2021 08:00:00 1-1-2021 09:00:00 1-1-2021 10:00:00 1-1-2021 11:00:00 1-1-2021 12:00:00 +12:45 1-1-2021 12:45:00 +13:00...
Pagina 289 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling 6. Controleer aansluitend de verbinding. 34928226443 Veiligheidsdoel via parametrering toewijzen In dit hoofdstuk wordt de basisprocedure beschreven voor de inbedrijfstelling van de CIP Safety-communicatie, wanneer het CIP Safety-doel door de master-software via ® CIP wordt toegewezen. Beide onderdelen – MOVISUITE en RSLogix –...
Pagina 290 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling 2. Klik met de rechtermuisknop op de bovenste helft van het apparaat. Roep de soft- waretool "Assist CS.." op in het contextmenu "Tools". 34912293259 3. Meld u aan bij het apparaat. Lees daarvoor de ID van de veiligheidssleutel uit. 34912344587 4.
Pagina 291 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling 6. Om CIP Safety-communicatie in te schakelen, gaat u eerst naar "F-communicatie". 34912504843 7. Selecteer onder "Protocoltype" de vermelding "CIP Safety". 34928232587 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 292 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling 8. Stel vervolgens de modus voor adrestoekenning in ("Via parametrering"). 34928235915 9. Voer het "SafetyNetwork-Number" in dat eerder in de RSLogix-engineeringtool is gegenereerd. 34928239627 10. Nadat de volledige configuratie is voltooid, moeten de parameters naar de veilig- heidsoptie worden gedownload.
Pagina 293 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling Programmeren in RSLogix Studio 5000 In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe gegevens kunnen worden uitgewisseld binnen de programmeeromgeving van RSLogix Studio 5000 Weergave van het apparaat in "Controller-tags" Het apparaat wordt als volgt weergegeven in de sectie "Controller-tags". 34928537355 Veiligheidsgegevens en niet-veiligheidsrelevante gegevens worden weergegeven en dienovereenkomstig gemarkeerd (veiligheid is hier gemarkeerd).
Pagina 294 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling • Safety_IN (hier: 4 bytes) 34928546059 • Safety_OUT (hier: 3 bytes) 34928600587 De afmetingen van de IN- en OUT-structuren moeten overeenkomen met de werkelij- ke afmetingen van de interface. AANWIJZING Dit is slechts een heel kort voorbeeld. Het is ook mogelijk om de interface op te split- sen in de afzonderlijke bits van de interface.
Pagina 295 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling Uitwisseling van gegevens tussen het veiligheidsprogramma en het niet-veilige programma Om gegevens tussen de twee programmaonderdelen uit te wisselen, moet een map- ping-tabel worden gecreëerd. 34928609291 Hier moeten de eerder gedefinieerde standaard- en veiligheidsvariabelen worden toe- gewezen aan de overeenkomstige variabele. 34929175819 Veiligheidsprogramma aanmaken De volgende routine is het minimaal haalbare programma dat moet worden geschre-...
Pagina 296 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling 8.6.8 Bedrijfstoestanden ® De veiligheidsopties MOVISAFE CSB/CSL maken onderscheid tussen de volgende bedrijfstoestanden: • Bedrijf • Parameters instellen • Veilige toestand na een kritieke fout Bedrijfstoestand Bedrijf In de bedrijfstoestand "Bedrijf" worden de geselecteerde veiligheidsdeelfuncties uitge- voerd volgens de parametrering (zie hoofdstuk "Veiligheidsdeelfuncties"). De veilig- heidsdeelfuncties worden geselecteerd via de veilige binaire ingangen of via de F-pro- cesdata.
Pagina 297 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling Het beveiligingsconcept is gebaseerd op de volgende basisvereisten. Parameters die zijn opgeslagen in het flash-geheugen van de veiligheidsoptie kunnen niet vanzelf wij- zigen. Door online-tests en corresponderende handtekeningen wordt dit in het kader van de basismaatregelen op de module veilig gesteld. De configuratie kan echter niet door de module worden geëvalueerd.
Pagina 298 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling 4. Rijd over een bepaalde afstand (bijv. 5 m). 5. Markeer het richtpunt. 6. Meet de afgelegde afstand met een geschikt meetinstrument (bijv. meetlint). ® 7. Lees de positiewaarden in MOVISUITE in het dialoogvenster [Diagnostics] > [MOVISAFE CS..] opnieuw uit > [Encoder] en registreer de positiewaarden van de gebruikte encoders.
Pagina 299 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling Samenstelling van het acceptatierapport Het acceptatierapport dat als pdf-bestand is gegenereerd, bevat de volgende informa- tie: • Informatie installatie • Parameters voor veiligheidsopties • Overzicht van de checksums • Communicatiegegevens Aanvaarding publiceren Na voltooiing van de veiligheidstechnische beoordeling kan de aanvaarding van de veiligheidsoptie worden gepubliceerd.
Pagina 300 Functionele veiligheid Inbedrijfstelling Voorwaarden Vóór het vaststellen van de toestand bij levering dient u zich ervan te vergewissen dat het systeem stilstaat en dat daarna geen gevaarlijke bewegingen meer kunnen wor- den uitgevoerd. U hebt het wachtwoord om in te loggen op het parametreringstool "Assist CS..". Het wachtwoord wordt niet gereset als de toestand bij levering is ingesteld.
Pagina 301 Functionele veiligheid Bedrijf Bedrijf 8.7.1 Gevaar veroorzaakt door nalopen van de aandrijving WAARSCHUWING Gevaar veroorzaakt door nalopen van de aandrijving. Zonder mechanische rem of bij een defecte rem bestaat gevaar door het nalopen van de aandrijving. Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel. •...
Pagina 302 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing 8.8.1 Inleiding ® MOVITRAC advanced met geïntegreerde CSB/CSL-veiligheidsoptie maakt parallel bedrijf van standaard en veilige communicatie via een bussysteem of via een netwerk mogelijk. Veilige communicatie is mogelijk via PROFIsafe, via FSoE en via CIP Safe- ty™.
Pagina 303 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing ® MOVI-C CONT Aantal veilig- Opmerking ROLLER heidsopties UHX85-R Maximaal 24 veiligheidsopties of maximaal 432 by- tes aan veilige procesdata (som van alle veilige procesdata van de veiligheidsopties). • Firmware V2.x of V3.0 Release 201707xxxx (juli 2017) en hoger.
Pagina 304 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing De veiligheidsoptie CSL vereist voor de veilige communicatie met de profielvariant "Technologie" in totaal 11 bytes aan ingangsdata en 10 bytes aan uitgangsdata voor het PROFIsafe-telegramgedeelte en vult deze in het procesbeeld. Hiervan zijn 6 bytes aan ingangsdata en 5 bytes aan uitgangsdata de echt veilige I/O-gegevens (F-gebrui- kersgegevens).
Pagina 305 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing De volgende tabel laat de F-periferie-DB van de veiligheidsoptie zien: Adres Symbolische Datatype Functie Vooraf bezet naam (Variabele) Variabelen DBX0.0 "F00008_198" BOOL 1: Passivering die de ge- activeren (PASS_ON) bruiker kan DBX0.1 "F00008_198" BOOL 1: Bevestiging regelen.
Pagina 306 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing WAARSCHUWING Niet-toegestane parametrering van de variabele ACK_NEC = 0. Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel • De parametrering van de variabele ACK_NEC = 0 is alleen dan toegestaan als een automatische activering voor het betreffende proces veiligheidstechnisch is goedgekeurd.
Pagina 307 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing – 12 byte invoergegevens – 1 byte hoofdgegevens – 6 x 2 bytes gebruiksdata en 2 bytes CRC elk – 2 byte verbindings-ID – 12 bytes van uitgangsgegevens – 1 byte hoofdgegevens – 6 x 2 bytes gebruiksdata en 2 bytes CRC elk –...
Pagina 308 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing Vereisten voor de FSoE-parametrering Vereiste voor het FSoE-adres De gebruiker van FSoE moet ervoor zorgen dat het F-adres tussen 1 en 65535 ligt en uniek is in een communicatiedomein. Een communicatiedomein is een logisch net- werk waarbinnen de veiligheidsgerelateerde berichten worden getransporteerd.
Pagina 309 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing – 32 byte invoergegevens De eerste 12 bytes bevatten de gebruiksdata van het FS-protocolprofiel, de resterende bytes zijn nodig voor de IO-veiligheidsverbinding. – 18 byte invoergegevens De eerste 5 bytes bevatten de gebruiksdata van het FS-protocolprofiel, de res- terende bytes zijn nodig voor de IO-veiligheidsverbinding.
Pagina 310 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing Het Safety Network Number (SNN) van de veiligheidsoptie moet overeenkomen met het veiligheidsnetwerknummer van de toegewezen fail-safe besturing. De veiligheidsoptie behoudt haar SNN na toewijzing. Het SNN moet eerst worden ge- reset voordat het kan worden hergebruikt met een andere waarde. SNN-formaten SNN is een hexadecimaal aantal dat uit zes bytes bestaat en in 2 formaten kan wor- den ingesteld:...
Pagina 311 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing Daarbij moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: • De regelaar is al in het EtherNet/IP™-netwerk geïntegreerd in de engineeringtool van de fail-safe besturing. • Het IP-adres en de SNN van de regelaar worden ingesteld in de engineeringtool van de fail-safe besturing.
Pagina 312 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing – de veiligheidsoptie wordt opnieuw opgestart – de veiligheidsoptie kan de CIP Safety™-parameters TUNID, CFUNID en OCPUNID terugzetten op de standaardwaarden. Daartoe moet het in de ser- vice aanwezige "Bit Map"-attribuut (bit 2: TUNID, bit 4: CFUNID, bit 5: OCPUNID) aanvullend worden geëvalueerd.
Pagina 313 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing Byte Bit Naam Waar- Beschrijving F-DO00 Uitgang F-DO00 uitschakelen (openen). Uitgang F-DO00 inschakelen (sluiten). Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Geen fout gevonden. Fout bij ten minste één uitgang die is toegewezen aan de EDM-functie.
Pagina 314 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing Byte Bit Naam Waar- Beschrijving Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Procesingangsdata Byte Bit Naam Waar- Beschrijving STO is niet actief. Veilige uitschakeling is niet actief. STO meldt de status "STO actief". Alle uitgan- gen die op STO zijn ingesteld, zijn uitgescha- keld.
Pagina 315 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing Byte Bit Naam Waar- Beschrijving F-DI00 Proceswaarde F-DI00: "laag" of storing. Proceswaarde F-DI00: "hoog". F-DI01 Proceswaarde F-DI01: "laag" of storing. Proceswaarde F-DI01: "hoog". F-DI02 Proceswaarde F-DI02: "laag" of storing. Proceswaarde F-DI02: "hoog". F-DI03 Proceswaarde F-DI03: "laag" of storing. Proceswaarde F-DI03: "hoog".
Pagina 316 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing Byte Bit Naam Waar- Beschrijving SLS1 SLS1 niet actief of grenswaarde-overschrijding/ fout. SLS1 is actief. SLS2 SLS2 niet actief of grenswaarde-overschrijding/ fout. SLS2 is actief. SLS3 SLS3 niet actief of grenswaarde-overschrijding/ fout. SLS3 is actief. SLS4 SLS4 niet actief of grenswaarde-overschrijding/ fout.
Pagina 317 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing Byte Bit Naam Waar- Beschrijving Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Kwalificator Proceswaarde 2 niet geldig of niet gebruikt. werkelijke waar- Proceswaarde 2 geldig. de proces 2 Bij de profielvariant "Systeem" wordt naast de bits beschreven in de profielvariant "Technologie"...
Pagina 318 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing Byte Bit Naam Waar- Beschrijving Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve SSX1 SSx1 activeren. SSx1 deactiveren. SSX2 SSx2 activeren. SSx2 deactiveren. Reserve Reserve Reserve Reserve ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 319 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing Procesingangsdata Byte Bit Naam Waar- Beschrijving STO1 STO is niet actief. Veilige uitschakeling van de aan- drijving is niet actief. STO meldt de status "STO actief". Alle uitgangen die op STO zijn ingesteld, zijn uitgeschakeld. Reserve Reserve Invoerge-...
Pagina 320 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing Byte Bit Naam Waar- Beschrijving Reserve Reserve SSX1 SSx1 is niet actief of grenswaarde-overschrijding/ fout. SSx1 is actief. SSX2 SSx2 is niet actief of grenswaarde-overschrijding/ fout. SSx2 is actief. Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve...
Pagina 321 Functionele veiligheid Gegevensuitwisseling met bovenliggende besturing • Er wordt voor gezorgd dat alle in de overkoepelende besturing beoordeelde flan- ken daadwerkelijk aanwezig waren op de F-DI ingangsklem. • Er kan niet worden gegarandeerd dat alle flanken die op de F-DI ingangsaanslui- ting optreden, door de overkoepelende besturing worden herkend.
Pagina 322 Functionele veiligheid Reactietijden Reactietijden Bij het ontwerp en de realisering van veiligheidsfuncties in installaties en machines is de reactietijd van doorslaggevend belang. Om de reactietijd voor het aanvragen van een veiligheidsfunctie te bepalen, moet altijd het complete systeem van de sensor (of bedieningscomponent) tot aan de actor worden bekeken.
Pagina 323 Functionele veiligheid Reactietijden Berekeningshoeveelheid Rekenregel reactietijd (formule-symbool) • Instellen foutstatus F-PE 12 ms Veilige binaire ingang F-DI Alle reactietijden moeten worden vermenigvuldigd met een factor 1.002. Berekeningshoeveelheid (formule-sym- Rekenregel reactietijd bool) Ingangsverwerkingstijd bij selectie F-DI Ingangsfiltertijd (8704.2) + 2 ms + T + 350 µs _Sys _Ingangsverwerking_F-DI...
Pagina 324 Functionele veiligheid Reactietijden Berekeningsgroot- Rekenregel reactietijd _Ingangsverwerking_F-DI _Sys 1) Als SBC-vrijgave (8706.14) = Nee, dan is de reminvaltijd = 0 2) Met integratorbewaking = lineair is de schoktijd = 0 3) Maximale snelheid (8707.1) of verdere SLS-limietsnelheid in dezelfde effectieve richting Selectie van een veiligheidsdeelfunctie via veilige communicatie De reactietijden voor veilige communicatie hebben altijd betrekking op het veilige pro- tocol en niet op de externe interface van de veiligheidsoptie.
Pagina 325 Functionele veiligheid Reactietijden Berekeningsgroot- Rekenregel reactietijd • SS1-r + SSx-r bewakingsvertraging t (8706.9) + reminvaltijd (8706.15) + _ENC_VEL _Sys actual_speed (8700.79)/SSx-r deceleratie a (8706.10) + SSx-r schoktijd (8706.11) + 1 ms + 1 ms _ENC_POS _Sys 1) Als SBC-vrijgave (8706.14) = Nee, dan is de reminvaltijd = 0 2) Met integratorbewaking = lineair, de schoktijd = 0 Reactietijd bij melding van grenswaardeoverschrijding via veilige communicatie De reactietijden voor veilige communicatie hebben altijd betrekking op het veilige pro-...
Pagina 326 Functionele veiligheid Reactietijden Reactietijd EDM-functie Alle reactietijden moeten worden vermenigvuldigd met een factor 1.002. Berekeningsgroot- Rekenregel reactietijd Uitschakelen van + Maximum (EDM-aanhaalvertraging (8705.32), EDM-af- _Ingangsverwerking_F-DI_Deselecteren betrokken F-DO valvertraging (8705.33)) + T _Sys Aanvullende foutre- + Maximum (EDM-aanhaalvertraging (8705.32), EDM-af- _Ingangsverwerking_F-DI_Deselecteren actie STO valvertraging (8705.33)) + T + Reminvaltijd...
Pagina 327 Functionele veiligheid Service 8.10 Service 8.10.1 Modificatie/omgang met wijzigingen in het apparaat • Wijzigingen in de hardware Als wijzigingen moeten worden aangebracht in de veiligheidsoptie CSB/CSL, kan dit alleen worden gedaan door SEW‑EURODRIVE. • Wijzigingen aan de firmware Wijzigingen aan de firmware mogen uitsluitend door SEW‑EURODRIVE worden uitgevoerd.
Pagina 328 Functionele veiligheid Service Led-status Betekenis Groen knipperend, • Apparaat in aanlooptijd of in initialisatie snel • Apparaat in parametreringstoestand Groen Apparaat in bedrijfstoestand en parameterset geaccepteerd. Apparaat uit. LED "F-ERR" De volgende tabel toont de status van de led "F-ERR". Led-status Betekenis Knippervolgorde...
Pagina 329 Functionele veiligheid Service Foutklassen De fouten die optreden in de veiligheidsoptie zijn onderverdeeld in 5 verschillende foutklassen. Afhankelijk van de foutklasse wordt de in de volgende tabel beschreven reactie uitgevoerd. Foutklasse Reactie Melding. Invoer in het foutgeheugen, geen verdere reactie. Waarschuwing.
Pagina 330 Functionele veiligheid Service AANWIJZING Als via de functietoekenning een veilige binaire ingang wordt toegewezen aan een veiligheidsdeelfunctie, dan wordt deze veiligheidsdeelfunctie geselecteerd bij een in- gangsfout. Op een veilige binaire ingang met een gedetecteerde fout moet de fout eerst worden verholpen en de veilige toestand worden hersteld voordat de ingangsfout wordt be- vestigd.
Pagina 331 Functionele veiligheid Service U kunt maatregelen voor het oplossen van een fout en meer informatie over de oor- zaak ervan vinden in de foutstatus van de veiligheidsoptie. Aanloopgedrag van de veiligheidsoptie GEVAAR De veiligheidsoptie start automatisch opnieuw na een fout na het inschakelen van de voedingsspanning, na het beëindigen van de stand-bymodus of na het bevesti- gen van enkele regelaarfouten.
Pagina 332 Functionele veiligheid Service Foutmeldingen Als er een fout is in de veiligheidsoptie, wordt deze fout als volgt door de regelaar weergegeven. Subfout: 46.50 Beschrijving: Waarschuwing Reactie: Waarschuwing met automatisch resetten Oorzaak Maatregel De veiligheidsoptie meldt een subcomponenten- Zie foutstatus "Subcomponent veiligheidsoptie" fout met foutklasse "Waarschuwing".
Pagina 333 Functionele veiligheid Service ® Diagnose met MOVISUITE Assist CS.. ® In het segment "Diagnose" wordt in de menu-optie [MOVISAFE CS..] > [Foutstatus] de actuele fout van de veiligheidsoptie weergegeven met de bijbehorende foutbe- schrijving. 9007221132519563 Diagnose met PROFIsafe-aansluiting De veiligheidsoptie met PROFIsafe-aansluiting activeert bij een storing een diagnos- tisch alarm op de F-PLC tijdens de gegevensuitwisseling tussen de F-PLC (veldbus- master) en de veiligheidsoptie (veldbus-slave).
Pagina 334 Functionele veiligheid Service Foutgeheugen De actuele eerste fout en alle verdere vervolgfouten worden remanent opgeslagen in het foutgeheugen met het bijbehorende tijdstempel. 9007221132546955 Naast de fouten worden in het foutgeheugen in de kolommen "hoofdfout" en "subfout" aanvullende meldingen ingevoerd. Dit zijn berichten die niet direct een foutreactie van de CSB/CSL-veiligheidsoptie teweegbrengen.
Pagina 335 Functionele veiligheid Service Bevestiging van een kritische fout is alleen mogelijk door de voedingsspanning uit en weer in te schakelen. GEVAAR ® MOVISAFE CSB/CSL kan, afhankelijk van de bekabeling, de veiligheidsdeelfunctie STO na de foutmelding uitschakelen. Dit kan leiden tot een onmiddellijke herstart van het systeem.
Pagina 336 Functionele veiligheid Service Een overschrijding van de grenswaarde kan niet worden bevestigd door de veilig- heidsdeelfunctie uit te schakelen. Een uitzondering hierop is de parametrering van de foutreactie op "alleen F-PE". Met de veiligheidsdeelfunctie SSM wordt de fout opgehe- ven door de veiligheidsdeelfunctie uit te schakelen. De bevestiging heeft altijd invloed op alle veiligheidsdeelfuncties.
Pagina 337 Functionele veiligheid Service Voorwaarden • De functie "Noodbedrijf" (index 8707.2) moet geactiveerd zijn. • Om de functie "Noodbedrijf" te starten, moet een encoderfout of een communica- tiefout in het F-protocol aanwezig zijn. Noodbedrijf starten Ga als volgt te werk: • Selecteer de functie "Noodbedrijf"...
Pagina 338 Functionele veiligheid Service 4. Plaats de geheugenmodule CMM met geïntegreerd sleutelgeheugen die in stap 2 werd verwijderd, terug. 5. Voer een functionele test uit. Het is niet nodig om alle parameters te controleren. De controller/regelaar herkent automatisch de vervanging van het apparaat en laadt ®...
Pagina 339 Functionele veiligheid Technische gegevens 8.11 Technische gegevens 8.11.1 Algemene elektrische gegevens De veiligheidsoptie CSB/CSL wordt vanuit het basisapparaat van spanning voorzien. 8.11.2 Encoder-interface Technische gegevens van de toegestane veiligheidsencoders Aanduiding Waarde/beschrijving Eigenschappen Encoderinterface voor HTL-encodersignalen A, A, B, B Toegestane beveiligings- EI7C FS providers Signaalniveau...
Pagina 340 Functionele veiligheid Technische gegevens F-DI00 – F-DI03 Waarde/beschrijving Flanksteilheid van het ingangssig- > 120 V/s naal Ingangscapaciteit < 500 pF 8.11.4 Sensorvoeding F-SS0, F-SS1 Waarde/beschrijving • 24 V DC-uitgang volgens EN 61131-2 Eigenschappen • Bestand tegen kortsluiting en overbelasting • Geen galvanische scheiding Nominale stroom 150 mA Inschakelstroomstoot (≤...
Pagina 341 Functionele veiligheid Technische gegevens F-DO00_P/M Waarde/beschrijving Belastingsinductiviteit ≤ 100 µH Belastingsinductiviteit met vrijloop ≤ 40 H Minimale belastingsweerstand > 130 Ω ® 8.11.6 Karakteristieke veiligheidswaarden van MOVISAFE Karakteristieke waarden conform EN 62061/IEC 61800‑5‑2 EN ISO 13849-1 Gecontroleerde veiligheidsklasse/ SIL 2 PL d ten grondslag liggende standaards Kans op een gevaarlijke uitval per 30 ×...
Pagina 342 Technische gegevens Markeringen Technische gegevens Markeringen 9.1.1 Basisapparaat De regelaar voldoet aan de volgende voorschriften en richtlijnen: Markering Definitie De CE-markering duidt op overeenstemming met de volgende Europese richtlijnen: • Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU • EMC-richtlijn 2014/30/EU • Machinerichtlijn 2006/42/EG • Richtlijn 2011/65/EU voor de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparaten •...
Pagina 343 Technische gegevens Markeringen Markering Definitie De UKCA-markering duidt op de overeenstemming met de volgende Britse richtlijnen: • Laagspanningsrichtlijn S. I. 2016/1101 • EMC S. I. 2016/1091 • Machineveiligheid S. I. 2008/1597 • Richtlijn S. I. 2012/3032 voor de beperking van het gebruik van bepaal- de gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparaten •...
Pagina 344 Technische gegevens Markeringen 9.1.2 Accessoires Remweerstanden BW.. Markering Definitie De CE-markering duidt op overeenstemming met de volgende Europese richtlijnen: • Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU • Richtlijn 2011/65/EU voor de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparaten Afvoeren van dit product is in overeenstemming met de WEEE-richtlijn 2012/19/EU.
Pagina 345 Technische gegevens Markeringen Netfilter NF.. Markering Definitie Afvoeren van dit product is in overeenstemming met de WEEE-richtlijn 2012/19/EU. De China-RoHS-markering duidt op overeenstemming met de richtlijn SJ/T 11364-2014 voor de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparaten en hun verpakkingen. Het cUR-kenmerk verklaart de afgifte van de UL-goedkeuring voor deze component.
Pagina 346 Technische gegevens Markeringen Uitgangsfilter HF.. Markering Definitie De CE-markering duidt op overeenstemming met de volgende Europese richtlijnen: • Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU • Richtlijn 2011/65/EU voor de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparaten Afvoeren van dit product is in overeenstemming met de WEEE-richtlijn 2012/19/EU.
Pagina 347 Technische gegevens Algemene technische gegevens Algemene technische gegevens In de volgende tabel zijn de technische gegevens opgenomen die geldig zijn voor de regelaar, onafhankelijk van • Type • Uitvoering • Bouwgrootte • Vermogen Algemene gegevens Storingsimmuniteit Voldoet aan EN 61800-3; 2. omgeving Grenswaardeklasse C2 conform EN 61800-3.
Pagina 348 Technische gegevens Algemene technische gegevens Milieuvoorwaarden • Langdurige opslag (beschermd tegen weersinvloeden): EN 60721-3-1 klasse 1C2, geen corrosieve gassen, geen zoutnevel (afwijkend van de norm) • Transport (beschermd tegen weersinvloeden): Chemisch actieve stoffen EN 60721-3-2 klasse 2C2, geen corrosieve gassen, geen zoutnevel, geen zeewater (af- wijkend van de norm) •...
Pagina 349 Technische gegevens Technische gegevens basisapparaat Technische gegevens basisapparaat 9.3.1 Vermogensgegevens 3 x AC 400 V Eenheid MCX91A-...-5E3-4-.. Type 0010 0016 0020 0025 0032 0040 0055 Bouwgrootte Nominale uitgangsstroomsterkte I = 4 kHz Ingang Nominale netspanning (conform EN 50160) 3 × 380 − 500 V AC U Nominale netstroomsterkte AC I Netfrequentie f...
Pagina 350 Technische gegevens Technische gegevens basisapparaat Eenheid MCX91A-...-5E3-4-.. Type 0070 0095 0125 0160 0240 Bouwgrootte Nominale uitgangsstroomsterkte I 12.5 = 4 kHz Ingang Nominale netspanning (conform EN 50160) 3 × 380 − 500 V AC U Nominale netstroomsterkte AC I 11.3 14.4 21.6 Netfrequentie f 50 –...
Pagina 351 Technische gegevens Technische gegevens basisapparaat Een- MCX91A-...-503-4-.. heid Type 0320 0460 0620 0750 0910 1130 1490 1770 Bouwgrootte Nominale uitgangsstroom- sterkte I = 4 kHz Ingang Nominale netspanning (con- 3 × 380 − 500 V form EN 50160) AC U Nominale netstroomsterkte AC 28.8 41.4 55.8...
Pagina 352 Technische gegevens Technische gegevens basisapparaat Een- MCX91A-...-503-4-.. heid Type 0320 0460 0620 0750 0910 1130 1490 1770 Bouwgrootte Hoogte met afschermingspla- Diepte 1) AEH: Adereindhuls 2) Voor de berekening van het thermisch vermogensverlies moeten de waarden "Energieverbruik 24 V" en "Nominaal deel vermogens- verlies"...
Pagina 353 Technische gegevens Technische gegevens basisapparaat Een- MCX91A-...-503-4-.. heid Type 2200 2500 3000 Bouwgrootte Breedte Hoogte basiseenheid Hoogte met afschermingspla- Diepte 1) Voor de berekening van het thermisch vermogensverlies moeten de waarden "Energieverbruik 24 V" en "Nominaal deel vermogens- verlies" worden toegevoegd. ®...
Pagina 354 Technische gegevens Technische gegevens basisapparaat 9.3.2 Vermogensgegevens 3 x AC 230 V Eenheid MCX91A-...-2E3-4-.. Type 0017 0025 0034 0042 0055 Bouwgrootte Nominale uitgangsstroomsterkte I = 4 kHz Ingang Nominale netspanning (conform EN 50160) AC 3 × 200 − 240 V Nominale netstroomsterkte AC I Netfrequentie f 50 –...
Pagina 355 Technische gegevens Technische gegevens basisapparaat Eenheid MCX91A-...-2E3-4-.. Type 0070 0093 0140 0213 Bouwgrootte Nominale uitgangsstroomsterkte I 21.3 = 4 kHz Ingang Nominale netspanning (conform EN 50160) AC 3 × 200 − 240 V Nominale netstroomsterkte AC I 12.6 19.2 Netfrequentie f 50 –...
Pagina 356 Technische gegevens Technische gegevens basisapparaat Eenheid MCX91A-...-203-4-.. Type 0290 0420 0570 0840 1080 Bouwgrootte Ingang Nominale netspanning (conform EN 50160) AC 3 × 200 − 240 V Nominale netstroomsterkte AC I 26.1 37.8 51.3 75.6 97.2 Netfrequentie f 50 – 60 ± 5 % Aangestuurde gelijkrichter Connector - 1 ader: 0.5 – 16 mm...
Pagina 357 Technische gegevens Technische gegevens basisapparaat 9.3.3 Vermogensgegevens 1 x AC 230 V Eenheid MCX91A-...-2E1-4-.. Type 0017 0025 0034 0042 Bouwgrootte Nominale uitgangsstroomsterkte I = 4 kHz Ingang Nominale netspanning (conform EN 50160) AC 1 × 200 − 240 V Nominale netstroomsterkte AC I 10.9 Netfrequentie f 50 –...
Pagina 358 Technische gegevens Technische gegevens basisapparaat Eenheid MCX91A-...-2E1-4-.. Type 0055 0070 0093 0110 Bouwgrootte Nominale uitgangsstroomsterkte I = 4 kHz Ingang Nominale netspanning (conform EN 50160) AC 1 × 200 − 240 V Nominale netstroomsterkte AC I 13.3 16.5 21.4 24.9 Netfrequentie f 50 –...
Pagina 359 Technische gegevens Technische gegevens accessoires Technische gegevens accessoires 9.4.1 Installatieaccessoires Typeaanduiding Artikelnum- Kunststof af- Aantal Omvang van de Beschrijving dekking levering MCX91A-0620 - 0910-503-.. 28243625 MCX91A-0570 - 0840-203-.. Niet bij de leve- (→ 2 48) ring inbegrepen MCX91A-1130 - 1770-503-.. 28244540 MCX91A-1080-203-.. Typeaanduiding Artikelnum- Draaghulp...
Pagina 360 Technische gegevens Elektronische gegevens – signaalklemmen Elektronische gegevens – signaalklemmen Aanduiding van de klem- Specificatie Algemeen Uitvoering Conform IEC 61131-2 Voedingsspanning Aansluiting Externe voedingsmodule 24 V conform IEC 61131 24 V +20%/-10% X5:24V 24 V DC-voedingsspanning Bezetting X5:GND Referentiepotentiaal Connector •...
Pagina 361 Technische gegevens Elektronische gegevens – signaalklemmen Binaire ingangen DI01 – DI06: Keuzemogelijkheid, zie parametermenu Alle ingangen zijn geschikt voor touchprobe-functionaliteit. Reactietijd < 100 μs, max. 2 touchprobe-ingangen configureerbaar. X20: 1 – 6 DI04, DI05, DI06: Aansluiting HTL-encoder, maximale kabellengte: 50 m Bezetting Ingang geleidingsfrequentie, maximaal 120 kHz Stroomopname per DI: 6 mA...
Pagina 362 Technische gegevens Elektronische gegevens – signaalklemmen Analoge in- en uitgang Connector • 1 ader – star: 0.2 – 1.5 mm (striplengte 8 – 9 mm) Aansluitcontacten – fijndradig: 0.2 – 1.5 mm (striplengte 8 – 9 mm) – fijndradig met AEH met kunststof huls: 0.25 – 0.75 mm –...
Pagina 363 Technische gegevens Elektronische gegevens – signaalklemmen Remaansturing/temperatuuringang DB00/DB0: X10:DB00/X10:DB0 - remaansturing - aansturing remmagneetschakelaar 24 V DC max. 150 mA Bezetting X10:GND Referentiepotentiaal X10: TF1 Sensoringang temperatuursensor X10:GND Referentiepotentiaal Connector: MCX91A-0010 – 0460-5_3-.. MCX91A-0070 – 0290-2_3-..: MCX91A-0017 – 0110-2E1-.. • 1 ader –...
Pagina 364 Technische gegevens Maatbladen Maatbladen 9.6.1 MCX91A-0010 – 0055-5E3-4-.., MCX91A-0017 – 0055-2E3-4-.., MCX91A-0017 – 0042-2E1-4-.. (BG0S), CLH21A, CLH31A 9007234502107915 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 365 Technische gegevens Maatbladen 9.6.2 MCX91A-0070 – 0160-5E3-4-.., MCX91A-0070 – 0140-2E3-4-.., MCX91A-0055 – 0110-2E1-4-.. (BG0L), CLH21A, CLH41A 9007234502110347 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 366 Technische gegevens Maatbladen 9.6.3 MCX91A-0240-5E3-4-.., MCX91A-0213-2E3-4-.. (BG3) 9007234502112779 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 367 Technische gegevens Maatbladen 9.6.4 MCX91A-0320 – 0460-503-4-.., MCX91A-0290 – 0420-203-4-.. (BG4) 9007234502294411 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 368 Technische gegevens Maatbladen 9.6.5 MCX91A-0620 – 0910-503-4-.., MCX91A-0570 – 0840-203-4-.. (BG5) 9007234502296843 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 369 Technische gegevens Maatbladen 9.6.6 MCX91A-1130 – 1770-503-4-.., MCX91A-1080-203-4-.. (BG6) 9007234502299275 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 370 Technische gegevens Maatbladen 9.6.7 MCX91A-2200 – 3000-503-4-.. (BG7) 35989549707 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 371 Technische gegevens Diagnosemodule CDM11A Diagnosemodule CDM11A 32676917771 Vermogensopname 0.25 W H: 100 mm Afmetingen B: 46 mm D: 20 mm Schermtype 7-segmentdisplay met 2 tekens Engineerings-interface D-Sub 9-polig Artikelnummer 28265092 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 372 Technische gegevens Interface-omvormer USM21A Interface-omvormer USM21A USM21A Technische gegevens Artikelnummer 28231449 Omgevingstemperatuur 0 °C tot 40 °C Opslagtemperatuur -25 °C tot 70 °C Beschermingsgraad IP20 Afmetingen Breedte 42 mm Hoogte 89 mm Diepte 25 mm De bestelling van artikelnummer 28231449 bevat de volgende delen: •...
Pagina 373 Technische gegevens Geheugenmodule CMM11A Geheugenmodule CMM11A 25585405451 De insteekbare geheugenmodule wordt onafhankelijk van de apparaatvariant gele- verd. Bij bepaalde apparaatvarianten kan de geheugenmodule worden gedeselecteerd bij het configureren van de regelaar. Uitschakelen is niet mogelijk als de apparaatvariant de veiligheidsopties CSB en CSL bevat. CMM11A Artikelnummer Artikelnummer...
Pagina 374 Technische gegevens Handprogrammeerapparaten 9.10 Handprogrammeerapparaten Gebruikstemperatuur 0 – 60 °C Beschermingsgraad IP40 conform EN 60529 CBG01A Stroomverbruik 0.25 W H: 100 mm Afmetingen B: 45 mm D: 19 mm Schermtype 7-segmentdisplay met 5 tekens Artikelnummer 28269993 CBG11A Vermogensopname 0.6 W H: 100 mm Afmetingen B: 45 mm...
Pagina 375 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen 9.11 Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen 9.11.1 Remweerstanden type BW.../BW...-T Algemeen De remweerstanden BW…/BW…-T zijn afgestemd op de technische kenmerken van de regelaar. Er zijn remweerstanden beschikbaar met verschillende duur- en piekvermogens van de rem.
Pagina 376 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Technische gegevens Technische gegevens Remweerstand Een- BW120- BW100- BW100- BW100- BW100- BW168- BW268- heid 002/M 006-T Artikelnummer 1817601 2566451 0828171 0828165 1820419 1820133 1820417 Belastbaarheid bij 100 % 0.03 0.15 Weerstandswaarde R Ω...
Pagina 377 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Technische gegevens Remweerstand Een- BW047-010-T BW147-T BW247-T heid Artikelnummer 17983207 18201342 18200842 Belastbaarheid bij 100 % Weerstandswaarde R Ω 47 ± 10 % Uitschakelstroom I Model Draadweerstand Vermogensaansluitingen Keramische klem 2.5 mm Aanhaalmoment Aansluiting PE Aanhaalmoment PE...
Pagina 378 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Technische gegevens Remweerstand Een- BW027-016-T BW027-024-T BW027-042-T heid Artikelnummer 17983215 17983231 19155301 Belastbaarheid bij 100 % Weerstandswaarde R Ω 27 ± 10 % Uitschakelstroom I 12.5 Model Draadweerstand Frameweerstand Vermogensaansluitingen Keramische klem 2.5 mm Aanhaalmoment Aansluiting PE...
Pagina 379 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Technische gegevens Remweerstand Een- BW015-016 BW015-042-T BW015-075-T BW915-T heid Artikelnummer 17983258 19155328 19155271 18204139 Belastbaarheid bij 100 % Weerstandswaarde R Ω 15 ± 10 % Uitschakelstroom I 10.3 16.7 22.4 32.7 Model Draadweerstand Frameweerstand...
Pagina 380 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Technische gegevens Remweerstand Een- BW010-024 BW010-050-T BW010-108-T heid Artikelnummer 17983266 17983274 19155298 Belastbaarheid bij 100 % 10.8 Weerstandswaarde R Ω 10 ± 10 % Uitschakelstroom I 15.5 22.4 32.9 Model Draadweerstand Lamellenweerstand model 1 Keramische klem...
Pagina 381 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Technische gegevens Remweerstand Een- BW006-025-01 BW006-050-01 BW106-T BW206-T heid Artikelnummer 18200117 18200125 18200834 18204120 Belastbaarheid bij 100% 13.5 Weerstandswaarde R Ω 6 ± 10 % Uitschakelstroom I 20.4 28.9 47.4 54.8 Model Lamellenweerstand model 1...
Pagina 382 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Technische gegevens Remweerstand Een- BW005-070 BW005-170-T BW004-050-01 BW004-070-01 heid Artikelnummer 17983282 17983290 18200133 17967678 Belastbaarheid bij 100% Weerstandswaarde R Ω 4.7 ± 10 % 3.6 ± 10 % Uitschakelstroom I 38.6 60.1 32.6...
Pagina 383 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Technische gegevens Remweerstand Een- BW003-420-T BW002-070 heid Artikelnummer 13302345 17983304 Belastbaarheid bij 100% Weerstandswaarde R Ω 2.3 ± 10% Uitschakelstroom I 135.1 55.2 Model Lamellenweerstand model 2 Lamellenweerstand model 1 Vermogensaansluitingen Bout M12 Bout M8...
Pagina 384 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Technische gegevens Remweerstand Een- BW1.0-170 heid Artikelnummer 17985455 Belastbaarheid bij 100% Weerstandswaarde R Ω 1 ± 10 % Uitschakelstroom I 130.4 Model Lamellenweerstand model 2 Vermogensaansluitingen Bout M12 Aanhaalmoment 15.5 Aansluiting PE Bouten M10 Aanhaalmoment PE...
Pagina 385 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Technische gegevens remweerstand met onderbouwplaat Remweerstand Een- CLH31A/ CLH31A/ CLH31A/ CLH31A/ CLH41A/ CLH41A/ heid BW072-001 BW100-001 BW027-001 BW047-001 Artikelnummer 28284712 28284720 28284739 28284755 28284747 28284763 Belastbaarheid bij 0.025 0.025 100% ID Weerstandswaarde Ω...
Pagina 386 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Maatbladen en afmetingen Draadweerstand M../PG.. M../PG.. 18874863883 Remweerstand Hoofdafmetingen in mm Bevestigingsmaten in mm Kabelwartel BW100-006-T M25 + M12 BW047-010-T M25 + M12 BW147-T PG16 + M12 BW247-T PG16 + M12 BW027-016-T M25 + M12 BW027-024-T...
Pagina 387 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Lamellenweerstand model 2 18874876043 Remweerstand Hoofdafmetingen in mm Bevestigingsmaten in mm Kabelwartel BW003-420-T 10.5 BW1.0-170 10.5 Frameweerstand M../PG.. M../PG.. 18874873611 Remweerstand Hoofdafmetingen in mm Bevestigingsmaten in mm Kabelwartel BW027-042-T M25 + M12 BW015-042-T M25 + M12 ®...
Pagina 388 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Platte weerstand 18874878475 Remweerstand Hoofdafmetingen in mm Bevestigingsmaten in mm Aansluitlengte in BW100-001 BW100-002 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 389 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Weerstand BW120-001 27.5 19506873227 Lengte van de aansluitingen: 130 mm. Weerstand BW100-002/M 27.5 34416105867 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 390 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen 9.11.2 Netfilter NF.. Netfilters worden gebruikt ter onderdrukking van de storingsemissie aan de netzijde van regelaars. AANWIJZING Tussen netfilter NF.. en regelaar mag niet worden geschakeld. UL- en cURus-goedkeuring De vermelde netfilters beschikken over een cRUus-goedkeuring die los staat van de regelaar.
Pagina 391 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Maatbladen en afmetingen 18891135115 Netfilter Hoofdafmetingen in mm Bevestigingsmaten in mm Aansluiting NF0055-503 NF0120-503 NF0220-503 9007218145873675 Netfilter Hoofdafmetingen in mm Bevestigingsmaten in mm Aansluiting NF0420-513 NF0910-523 NF1800-523 NF2700-503 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 392 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen 9.11.3 Netsmoorspoel ND.. Netsmoorspoelen worden ingezet: • ter ondersteuning van de overspanningsbeveiliging • voor het afvlakken van de netstroom, vermindering van harmonischen • ter bescherming bij vervormde netspanning • voor de begrenzing van de laadstroom bij meerdere parallel geschakelde rege- laars en een gemeenschappelijke netmagneetschakelaar aan de ingang (nominale stroom van de netsmoorspoel = som van de nominale regelaarstroomwaarden) –...
Pagina 393 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Technische gegevens Netsmoorspoel ND0250-201 Artikelnummer 18001424 Nominale netspanning U 1 × 200 V AC – 240 V, 50/60 Hz Nominale stroom I Nominale inductiviteit 1.17 Nominaal vermogensverlies Omgevingstemperatuur ϑ -10 °C tot 40 °C Aansluitcontacten Liftklem L1/L2/L3 –...
Pagina 394 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Maatbladen en afmetingen 18891130251 Netsmoorspoel Hoofdafmetingen in mm Bevestigingsmaten in mm Aansluiting ND0070-503 ND0160-503 ND0300-503 ND0420-503 20917778571 Netsmoorspoel Hoofdafmetingen in mm Bevestigingsmaten in mm Aansluiting ND0910-503 ND1800-503 ND3000-503 11 × 22 gleuf ®...
Pagina 395 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen 36108348299 Netsmoorspoel Hoofdafmetingen in mm Bevestigingsmaten in mm Aansluiting ND0250-201 51.5 6.3 × 0.8 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 396 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen 9.11.4 Uitgangsfilter HF.. Beschrijving van het uitgangsfilter Uitgangsfilters van het type HF.. zijn sinusfilters waarmee de uitgangsspanningen van regelaars afgevlakt worden. • De laadstromen in de motorkabels worden onderdrukt. • De motorwikkeling van motoren van derden, die niet door regelaars gevoed wor- den, worden beschermd.
Pagina 397 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Maatbladen en afmetingen 9007218523812619 Uitgangsfilter Hoofdafmetingen in mm Bevestigingsmaten in mm Aansluiting HF0055-503 HF0125-503 HF0240-503 HF0460-503 HF0650-503 HF1150-503 ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 398 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen 9.11.5 Ferrietkern HD.. Beschrijving van de uitgangssmoorspoel Uitgangssmoorspoelen van het type HD.. onderdrukken de storende straling van niet- afgeschermde motorkabels. UL- en cURus-goedkeuring De vermelde uitgangssmoorspoelen hebben cURus-goedkeuring, onafhankelijk van de regelaar.
Pagina 399 Technische gegevens Technische gegevens van de remweerstanden, filters en smoorspoelen Maatbladen en afmetingen 9007218145873675 Uitgangssmoorspoel Hoofdafmetingen in mm Bevestigingsmaten in mm Aansluiting HD0125-503 62.5 72.5 HD0240-503 92.5 82.5 HD0460-503 122.5 112.5 HD1000-503 143.5 HD2000-503 35975896715 Uitgangssmoorspoel Hoofdafmetingen in mm Bevestigingsmaten in mm Aansluiting HD6000-503 ®...
Pagina 400 Bijlage Lijst met toegepaste afkortingen Bijlage 10.1 Lijst met toegepaste afkortingen In de volgende tabel vindt u de in dit document gebruikte afkortingen en tekens met eenheid en betekenis. Afkorting Gegevens op het Eenheid Betekenis typeplaatje Asynchrone motor BG.. Bouwgrootte van de regelaar μF Capaciteit Maximale uitgangsfrequentie...
Pagina 401 Bijlage Lijst met toegepaste afkortingen Afkorting Gegevens op het Eenheid Betekenis typeplaatje Nominale netspanning (filter, smoorspoelklep) Aansluitspanning Tussenkringspanning Tussenkringspanning 24 V DC voor de voeding van STO_P1 en STO_P2 Voedingsspanning van de encoders 12 V DC-voedingsspanning van de encoders S12VG 24 V DC-voedingsspanning van de encoders S24VG Voeding voor elektronica en rem...
Pagina 402 Trefwoordenregister Trefwoordenregister Symbolen Berekening van de reactietijden Encoder ............ 322 +24V-voedingsspanning........ 53 Opheffen van een veiligheidsdeelfunctie via een veilige binaire ingang........ 325 Opheffen van een veiligheidsdeelfunctie via vei- Aanhaalmomenten .......... 30 lige communicatie......... 325 Aansluiten van kabels, bedienen van schakelaars. Reactietijd bij limietoverschrijding met actieve ..............
Pagina 403 Trefwoordenregister Diagnostische leds LED "F-ERR".......... 328 Ferrietkern voor voedingsmodule ...... 392 LED "F-RUN".......... 327 Foutdiagnose Doelgroep ............ 14 Foutgeheugen .......... 334 Foutmeldingen.......... 332 ® Met MOVISUITE Assist CS...... 333 Eigenschappen inbouw-encoder EI7C FS .. 257 Met PROFIsafe-verbinding...... 333 Eisen Foutindicatie van het 7-segmentdisplay ....
Pagina 404 Trefwoordenregister Geïntegreerde waarschuwingen ...... 11 Toelaatbare aanhaalmomenten ..... 30 Geldigheidsgebied FS ........ 219 Installatie inbouw-encoder EI7C FS .... 257 Gevarensymbolen Installatievoorschrift Betekenis............ 11 Derating............ 17 Opstellingshoogte > 1000 m ...... 17 Installatievoorschriften Hijswerktoepassingen ......... 15, 101 Derating............ 17 Opstellingshoogten......... 17 ®...
Pagina 405 Trefwoordenregister Fouttoestanden van de veiligheidsopties CSB/ CSL .............. 328 Parametrering van de veiligheidsdeelfuncties Langdurige opslag........ 216 Encoderfout dempen ........ 269 Modificatie/omgang met wijzigingen in het appa- Procedure............. 259 raat ............... 327 Testmodus............ 270 Serviceafdeling SEW-EURODRIVE .... 216 Veilige procesuitgangsdata dempen (F-PA). 270 Signaalklemmen –...
Pagina 406 Trefwoordenregister Contactsensoren (1-kanaals) ....... 245 SDI (Safe Direction) - veilige bewegingsrichting .............. 228 Contactsensoren (2-kanaals) ....... 246 SLS (Safely Limited Speed) - veilig begrensde Discrepantiebewaking ........ 243 snelheid ............ 227 Klokken en kortsluitdetectie...... 245 SS1-r (Safe Stop 1) - Veilige stop 1 ..... 226 Sensoren met halfgeleideruitgangen (OSSD, 2- SS1-t (Safe Stop 1) - Veilige stop 1 .....
Pagina 407 Adreslijst Adreslijst Duitsland Hoofdkantoor Bruchsal SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Tel. +49 7251 75-0 Fabriek Ernst-Blickle-Straße 42 Fax +49 7251 75-1970 Verkoop 76646 Bruchsal http://www.sew-eurodrive.de sew@sew-eurodrive.de Fabriek / Industriële Bruchsal SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Tel. +49 7251 75-0 tandwielkast Christian-Pähr-Str.
Pagina 408 Zone industrielle dtcparis@usocome.com 2 rue Denis Papin 77390 Verneuil I'Étang Argentinië Assemblage Buenos Aires SEW EURODRIVE ARGENTINA S.A. Tel. +54 3327 4572-84 Verkoop Ruta Panamericana Km 37.5, Lote 35 Fax +54 3327 4572-21 (B1619IEA) Centro Industrial Garín http://www.sew-eurodrive.com.ar Prov. de Buenos Aires sewar@sew-eurodrive.com.ar...
Pagina 409 Adreslijst Brazilië Assemblage Rio Claro SEW-EURODRIVE Brasil Ltda. Tel. +55 19 3522-3100 Verkoop Rodovia Washington Luiz, Km 172 Fax +55 19 3524-6653 Service Condomínio Industrial Conpark montadora.rc@sew.com.br Caixa Postal: 327 13501-600 – Rio Claro / SP Joinville SEW-EURODRIVE Brasil Ltda. Jvl / Ind Tel.
Pagina 410 Adreslijst China Xi'An SEW-EURODRIVE (Xi'An) Co., Ltd. Tel. +86 29 68686262 No. 12 Jinye 2nd Road Fax +86 29 68686311 Xi'An High-Technology Industrial Development xian@sew-eurodrive.cn Zone Xi'An 710065 Verkoop Hong Kong SEW-EURODRIVE LTD. Tel. +852 36902200 Service Unit No. 801-806, 8th Floor Fax +852 36902211 Hong Leong Industrial Complex contact@sew-eurodrive.hk...
Pagina 411 Adreslijst Groot-Brittannië Assemblage Normanton SEW-EURODRIVE Ltd. Tel. +44 1924 893-855 Verkoop DeVilliers Way Fax +44 1924 893-702 Service Trident Park http://www.sew-eurodrive.co.uk Normanton info@sew-eurodrive.co.uk West Yorkshire WF6 1GX Hongarije Verkoop Budapest SEW-EURODRIVE Kft. Tel. +36 1 437 06-58 Service Csillaghegyí út 13. Fax +36 1 437 06-50 1037 Budapest http://www.sew-eurodrive.hu...
Pagina 412 Adreslijst Indonesië Soerabaja CV. Multi Mas Tel. +62 31 5458589 Jl. Raden Saleh 43A Kav. 18 Fax +62 31 5317220 Surabaya 60174 sianhwa@sby.centrin.net.id http://www.cvmultimas.com Israël Verkoop Tel-Aviv Liraz Handasa Ltd. Tel. +972 3 5599511 Ahofer Str 34B / 228 Fax +972 3 5599512 58858 Holon http://www.liraz-handasa.co.il office@liraz-handasa.co.il...
Pagina 413 Adreslijst Libanon Verkoop (Jordanië, Beirut Middle East Drives S.A.L. (offshore) Tel. +961 1 494 786 Koeweit, Saudi-Ara- Sin El Fil. Fax +961 1 494 971 bien , Syrië) B. P. 55-378 http://www.medrives.com Beirut info@medrives.com Litouwen Verkoop Alytus UAB Irseva Tel. +370 315 79204 Statybininku 106C Fax +370 315 56175 63431 Alytus...
Pagina 414 Nu Guazu No. 642 casi Campo Esperanza Fax +595 21 3285539 Santisima Trinidad sewpy@sew-eurodrive.com.py Asuncion Peru Assemblage Lima SEW EURODRIVE DEL PERU S.A.C. Tel. +51 1 3495280 Verkoop Los Calderos, 120-124 Fax +51 1 3493002 Service Urbanizacion Industrial Vulcano, ATE, Lima http://www.sew-eurodrive.com.pe sewperu@sew-eurodrive.com.pe...
Pagina 415 Adreslijst Roemenië Verkoop Bucureşti Sialco Trading SRL Tel. +40 21 230-1328 Service str. Brazilia nr. 36 Fax +40 21 230-7170 011783 Bucuresti http://www.sialco.ro sialco@sialco.ro Rusland Assemblage St. Petersburg ЗАО «СЕВ-ЕВРОДРАЙФ» Tel. +7 812 3332522 / +7 812 5357142 Verkoop 188660, Russia, Leningrad Region, Vsevolo- Fax +7 812 3332523 Service zhsky District, Korabselki, Aleksandra Nevsko-...
Pagina 416 Adreslijst Tanzania Verkoop Dar es Salaam SEW-EURODRIVE PTY LIMITED TANZANIA Tel. +255 0 22 277 5780 Plot 52, Regent Estate Fax +255 0 22 277 5788 PO Box 106274 http://www.sew-eurodrive.co.tz Dar Es Salaam info@sew.co.tz Thailand Assemblage Chonburi SEW-EURODRIVE (Thailand) Ltd. Tel.
Pagina 417 Adreslijst Vietnam Verkoop Ho Chi Minh- SEW-EURODRIVE PTE. LTD. RO at Ho- Tel. +84 937 299 700 stad chiminh City Floor 8, KV I, Loyal building, 151-151 Bis Vo huytam.phan@sew-eurodrive.com Thi Sau street, ward 6, District 3, Ho Chi Minh City, Vietnam Hanoi MICO LTD...
Pagina 418 Adreslijst Zwitserland Assemblage Basel Alfred lmhof A.G. Tel. +41 61 417 1717 Verkoop Jurastrasse 10 Fax +41 61 417 1700 Service 4142 Münchenstein bei Basel http://www.imhof-sew.ch info@imhof-sew.ch ® Technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 424 SEW-EURODRIVE—Driving the world SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Ernst-Blickle-Str. 42 76646 BRUCHSAL GERMANY Tel. +49 7251 75-0 Fax +49 7251 75-1970 sew@sew-eurodrive.com www.sew-eurodrive.com...

Sew Eurodrive MOVITRAC advanced Technische Handleiding

Quick Links

Gerelateerde Handleidingen voor Sew Eurodrive MOVITRAC advanced

Samenvatting van Inhoud voor Sew Eurodrive MOVITRAC advanced