Download Print deze pagina

Sew Eurodrive MOVITRAC advanced Technische Handleiding pagina 334

Verberg thumbnails Zie ook voor MOVITRAC advanced:

Advertenties

Functionele veiligheid
8
Service
Foutgeheugen
8.10.5
Bevestiging
334
Technische handleiding – MOVITRAC
De actuele eerste fout en alle verdere vervolgfouten worden remanent opgeslagen in
het foutgeheugen met het bijbehorende tijdstempel.
Naast de fouten worden in het foutgeheugen in de kolommen "hoofdfout" en "subfout"
aanvullende meldingen ingevoerd. Dit zijn berichten die niet direct een foutreactie van
de CSB/CSL-veiligheidsoptie teweegbrengen. In wezen zijn dit de melding "Power
On" (hoofdfout 66 en subfout 100) en de melding "Bevestigingsbericht" (hoofdfout 66
en subfout 101).
De positie van de fout wordt weergegeven in de kolom "Pos". De categorie van de fout
wordt met een symbool in de kolom "Info" weergegeven. In de kolom "Foutmelding"
worden het foutnummer, de hoofdfouttekst en de subfouttekst weergegeven. De huidi-
ge waarde van de bedrijfsurenteller van de veiligheidsoptie wordt weergegeven in de
kolom "Tijd". De kolom "Interne fout" wordt gebruikt voor interne doeleinden. Het fout-
geheugen is georganiseerd als een ringgeheugen. Regel 0 van de lijst toont altijd de
laatste fout die is opgetreden. Als er meer dan 50 vermeldingen zijn, wordt de oudste
fout overschreven.
De bevestiging van een fout of een overschrijding van een grenswaarde kan geschie-
den via een veilige binaire ingang F-DI of via de bit "Foutbevestiging" van de veilige
procesdata.
Om een fout of een overschrijding van een grenswaarde via een veilige binaire ingang
te bevestigen, moet een ingang worden geparametreerd op "fout bevestigen" of "ver-
grendelde F-DI opheffen en bevestigen".
De bevestiging wordt gemaakt door een 0→1 flank. In de volgende gevallen wordt na
20 s een waarschuwing gemeld:
een permanent hoog signaal is aanwezig op de veilige binaire ingang waaraan de
ontvangstbevestiging was toegewezen.
één van de foutbevestigingsbits in de procesdata permanent "1" is.
Om een fout via PROFIsafe, FSoE of CIP Safety™ te kunnen bevestigen, moet de
veilige gegevensuitwisseling van de veiligheidsoptie foutloos zijn. Fouten in de veilig-
heidsoptie kunnen dan met een stijgende flank via de bit "Foutbevestiging" in de uit-
gangsdata van het F-proces worden bevestigd.
®
advanced
9007221132546955

Advertenties

loading