Functionele veiligheid
8
Inbedrijfstelling
8.6
Inbedrijfstelling
8.6.1
Belangrijke aanwijzing
8.6.2
Algemene aanwijzingen voor de inbedrijfstelling
258
Technische handleiding – MOVITRAC
WAARSCHUWING
Tijdens de parametrering van de veiligheidsoptie kan een onverwachte en onbedoel-
de beweging van de aandrijving optreden.
Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel.
•
Zorg ervoor dat de installatie stilstaat alvorens te parametreren.
AANWIJZING
Bij levering van de veiligheidsoptie is geen veiligheidsdeelfunctie geactiveerd. De vei-
ligheidsoptie schakelt STO permanent vrij.
AANWIJZING
•
De
inbedrijfstellingsprocedure
®
MOVITRAC
advanced zijn beschreven in de bedieningshandleiding "regelaar
®
MOVITRAC
advanced".
•
Als aan MOVITRAC
®
MOVISUITE
‑parameterboom onder [Functies] > [Aandrijffuncties] het functieblok
FCB 01 eindtrapblokkering geselecteerd worden. In FCB 01 eindtrapblokkering
moet de parameter Rem sluiten op STO worden ingesteld op "Aan".
•
De volgende hoofdstukken beschrijven de aanvullende inbedrijfstellingsprocedure
voor de veiligheidsopties MOVISAFE
•
Let op de vereisten voor de installatie en bediening van MOVISUITE
•
De veiligheidsopties MOVISAFE
versie 2.20 ondersteund.
•
Het veiligheidsprotocol CIP Safety™ en de diagnosefunctie EDM worden onder-
steund door de veiligheidsopties vanaf firmwareversie 4.01, door de basisappa-
raatfirmware vanaf versie 9.0 en door MOVISUITE
•
Zorg ervoor dat de PROFIsafe slave-editor en de parametreringstool Assist CS..
niet gelijktijdig in de installatie worden gebruikt. De gebruikte parametreringstool
mag slechts één keer worden geopend.
•
Indien meerdere gelijksoortige apparaten met identieke parametrering in bedrijf
worden gesteld, kunnen de apparaten via de functie "Import/Export" worden gepa-
rametreerd. Merk op dat hiervoor elk apparaat moet worden verwijderd.
•
Als de veiligheidsdeelfunctie SBC is geactiveerd, wordt de rem aangestuurd via
de geselecteerde F-DO00. De veilige binaire uitgang F-DO00 neemt ook de func-
tie van remaansturing DB00 over. De aansluiting DB00 op het basisapparaat mag
niet extra worden gebruikt. De veilige remmodule SBM (vanaf bouwgrootte 3 van
®
MOVITRAC
advanced) kan worden gebruikt als veilige aandrijving voor de aan-
sturing van de rem.
®
advanced
voor
de
®
advanced een rem is aangesloten, moet in de
®
CSB/CSL en de veiligheidsdeelfuncties.
®
CSB en CSL worden door MOVISUITE
standaardfuncties
van
®
.
®
®
vanaf versie 2.30.
de
vanaf