Functionele veiligheid
8
Service
Encoderfout
Systeemfout
Kritische fout
Foutmeldingen
330
Technische handleiding – MOVITRAC
AANWIJZING
Als via de functietoekenning een veilige binaire ingang wordt toegewezen aan een
veiligheidsdeelfunctie, dan wordt deze veiligheidsdeelfunctie geselecteerd bij een in-
gangsfout.
Op een veilige binaire ingang met een gedetecteerde fout moet de fout eerst worden
verholpen en de veilige toestand worden hersteld voordat de ingangsfout wordt be-
vestigd. Zo wordt, nadat een ingangsfout is bevestigd, niet per ongeluk een veilig-
heidsdeelfunctie geselecteerd.
Als de veiligheidsoptie een fout in het encodersysteem detecteert, leidt dit tot een
waarschuwing zonder geactiveerde veiligheidsdeelfunctie. De veiligheidsoptie blijft
verder operationeel. Als minstens één veiligheidsdeelfunctie actief is, leidt dit tot een
encoderfout. De veiligheidsdeelfuncties veranderen naar de overeenkomstige fouttoe-
stand. De bijbehorende foutcode voor de opgetreden encoderfout wordt gecommuni-
ceerd.
Bij fouten in het encodersysteem die zijn toegewezen aan de foutklasse "encoderfout"
of "systeemfout", wordt de bijbehorende foutreactie gestart zodra de fout wordt her-
kend.
De bevestiging van de encoderfout bij een geactiveerde veiligheidsdeelfunctie leidt tot
een herstart van de veiligheidsdeelfunctie.
AANWIJZING
De bevestiging van een limietoverschrijding leidt tot een ander gedrag van de geacti-
veerde veiligheidsdeelfunctie dan de bevestiging van een encoderfout.
De reactie op een encoderfout kan worden onderdrukt met de functie "Encoderfout
dempen". De functie "Encoderfout dempen" kan via een veilige binaire ingang of via
de veilige procesdata worden geactiveerd. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk
"Encoderfout dempen".
Bij een systeemfout worden alle veilige binaire in- en uitgangen in de veilige toestand
geschakeld. Bovendien wordt de veiligheidsdeelfunctie STO onmiddellijk uitgevoerd
en de veilige binaire uitgang F-DO00 wordt uitgeschakeld. De veiligheidsoptie wordt in
de veilige toestand geplaatst.
In het FS-protocol worden de bit van de veilige binaire uitgang F-DO00 en de bits van
de veilige binaire ingangen F-DI00, F-DI01, F-DI02 en F-DI03 op "0" gezet. De bits
voor de veiligheidsdeelfunctie STO en de fout worden op "1" gezet.
Bovendien wordt de bijbehorende foutcode voor de opgetreden systeemfout verzon-
den.
AANWIJZING
Als de veilige binaire uitgang via de functietoekenning aan een veiligheidsdeelfunctie
is toegewezen, wordt deze veiligheidsdeelfunctie bij een systeemfout geselecteerd.
Bij een kritieke fout wordt de veiligheidsoptie in de veilige toestand gezet. Alle veilige
binaire in- en uitgangen worden in de veilige toestand geschakeld. Bovendien wordt
de veiligheidsdeelfunctie STO zonder deceleratie uitgevoerd. De sensorvoeding voor
de veilige binaire ingangen wordt ook in de spanningsloze toestand geschakeld. Een
actieve veilige communicatie wordt beëindigd.
Bovendien wordt de betreffende foutcode voor de opgetreden kritieke fout verzonden.
Als er een fout aanwezig is in de veiligheidsoptie, geeft de regelaar aan dat de veilig-
heidsoptie een fout meldt.
®
advanced