Functionele veiligheid
8
Geïntegreerde veiligheidstechniek
8.2.2
Veiligheidsconcept STO
220
Technische handleiding – MOVITRAC
Het apparaat moet in staat zijn de veiligheidsdeelfunctie van de aandrijving "Veilig uit-
geschakelde koppel" conform EN 61800-5-2 uit te voeren:
•
Het apparaat wordt gekenmerkt door de mogelijkheid een extern(e) veiligheidsbe-
sturing/veiligheidsrelais aan te sluiten. Deze/dit externe veiligheidsbesturing/veilig-
heidsrelais schakelt bij het bedienen van een aangesloten bedieningselement
(bijv. noodstopschakelaar met vergrendelfunctie) via een 2-polig 24 V-schakelsig-
naal (bijv. PM-schakelend) de op de veiligheid gerichte STO-ingang uit. Daarmee
wordt de STO-functie van het apparaat geactiveerd. Bij de veiligheidsopties CSB/
CSL wordt de functie STO geïmplementeerd via de veiligheidsoptie.
•
Door een interne structuur met diagnose wordt het genereren van impulsen bij de
vermogenseindtrap (IGBT) voorkomen.
•
Als de interne diagnose een fout detecteert, worden de PWM-signalen permanent
vergrendeld.
•
Er vindt geen galvanische scheiding van de aandrijving van het net door elektro-
magnetische of handbediende schakelaars plaats. In plaats daarvan wordt door de
hier beschreven uitschakeling van de STO-ingang de aansturing van de vermo-
genshalfgeleiders in de eindtrap op een veilige manier voorkomen. Daardoor wordt
het genereren van een draaiveld voor de desbetreffende motor uitgeschakeld,
hoewel de netspanning aanwezig blijft.
•
Bij de selectie van de veiligheidsdeelfunctie van de aandrijving STO worden de
door het apparaat gegenereerde PWM-signalen door de STO-schakeling onder-
broken en niet naar de IGBT's doorgestuurd.
•
Als de interne diagnose van de STO-schakeling een fout detecteert, worden de
PWM-signalen vergrendeld; m.a.w. de STO wordt geactiveerd. De vergrendeling
vereist een reset door het uit- en inschakelen van de 24 V DC-voedingsspanning
naar het apparaat of het 24 V DC-schakelsignaal aan de STO-ingang F_STO_P.
®
advanced