8.3.3
Eisen aan de externe veiligheidsbesturing
Als alternatief voor een veiligheidsbesturing kan ook een veiligheidsrelais worden ge-
bruikt. De volgende vereisten gelden als zinvol.
•
Performance Level d conform ISO
13849-1, SIL 2 conform IEC 62061
•
•
•
•
•
2-polig PM-schakelend:
•
De veiligheidsbesturing en alle andere op de veiligheid gerichte deelsystemen
moeten minimaal zijn toegestaan voor de veiligheidsklasse die in het complete
systeem voor de desbetreffende, toepassingsspecifieke veiligheidsfunctie van de
aandrijving is vereist.
De volgende tabel laat een voorbeeld zien van de vereiste veiligheidsklasse van
de veiligheidsbesturing:
Applicatie
De bedrading van de veiligheidsbesturing moet geschikt zijn voor de nagestreefde
veiligheidsklasse (zie documentatie van de fabrikant). De STO-ingang van het ap-
paraat kan 2-polig (PM-schakelend) of 1-polig (P-schakelend) worden geschakeld.
Bij het uitvoeren van de schakeling moeten de voor de veiligheidsbesturing gespe-
cificeerde waarden strikt worden aangehouden.
Op de STO-ingang mogen geen contactloos werkende beveiligingen (zoals foto-
elektrische beveiligingen en scanners) conform EN 61496-1 en noodstopschake-
laars direct worden aangesloten. De verbinding moet via een veiligheidsbesturing
of een veiligheidsrelais tot stand worden gebracht.
Om een onverwachte start conform EN ISO 14118 te vermijden, moet het veilige
besturingssysteem zo zijn ontworpen en aangesloten dat het resetten van het be-
dieningselement alleen geen hernieuwde aanloop veroorzaakt. Dat betekent dat
een hernieuwde aanloop alleen mag plaatsvinden na een handmatige reset van
het veiligheidscircuit.
Als er geen uitsluiting van fouten voor de STO-bedrading conform ISO 13849-2 of
IEC 61800-5-2 wordt gebruikt, moet de externe veiligheidsvoorziening binnen 20 s,
afhankelijk van het aansluittype de volgende fouten in de STO-bedrading herken-
nen:
– 2-polig PM-schakelend:
Kortsluiting van 24 V bij F_STO_P (Stuck-at 1)
Kortsluiting van 0 V op STO_M (Stuck-at 0)
– 1-polig P-schakelend:
Bij een eenpolige aansluiting is een uitsluiting van fouten vereist voor de bedra-
ding tussen het veiligheidsrelais en de STO-ingang.
Testimpulsen kunnen in in- en uitgeschakelde toestand worden uitgezonden:
– De testimpulsen op het P- en M-kanaal mogen maximaal 1 ms lang zijn.
– De volgende testimpuls op het P- of M-kanaal mag op zijn vroegst na een tijd-
spanne van 2 ms worden uitgevoerd.
– De inschakeltestimpulsen mogen in een pakket van maximaal 3 testimpulsen
met een interval van steeds 2 ms op elkaar volgen. Na een pakket moet er een
pauze van minstens 500 ms worden aangehouden voordat een volgende in-
schakeltestimpuls of een volgend inschakeltestimpulspakket wordt uitgezon-
den.
Functionele veiligheid
Veiligheidstechnische voorwaarden
Vereiste voor veiligheidsbesturing
Performance Level d conform ISO 13849-1
SIL 2 conform IEC 61508
Technische handleiding – MOVITRAC
8
233
®
advanced