U kunt maatregelen voor het oplossen van een fout en meer informatie over de oor-
zaak ervan vinden in de foutstatus van de veiligheidsoptie.
Aanloopgedrag van de veiligheidsoptie
De veiligheidsoptie start automatisch opnieuw na een fout na het inschakelen van
de voedingsspanning, na het beëindigen van de stand-bymodus of na het bevesti-
gen van enkele regelaarfouten.
Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel.
•
In het gedeelte "Basisinstellingen" van de parametreringstool "Assist CS.." kunt u de
parameter Foutstatus na opstarten het opstartgedrag van de veiligheidsoptie bepalen.
De volgende parameterinstellingen zijn mogelijk.
•
•
Zolang de startblokkering is geactiveerd, is de veiligheidsdeelfunctie STO geactiveerd.
Uitgangen die zijn geconfigureerd voor de functies STO of SBC worden geactiveerd
volgens de veiligheidsdeelfunctie. Als de uitgangen zijn geconfigureerd op "F-PA-ge-
gevens", blijven ze aangestuurd worden door de bovenliggende veiligheidsbesturing.
De uitgangen worden niet in de veilige toestand gezet
De startblokkering wordt gedeactiveerd als aan een van de volgende voorwaarden is
voldaan:
•
•
8.10.4
Foutdiagnose
De foutstatus "Actuele eerste fout" toont de fout van de veiligheidsoptie die het eerst
optrad met de bijbehorende foutcode, subfoutcode en foutbeschrijving. Extra foutco-
des worden weergegeven voor interne doeleinden.
De actuele eerste fout is de fout die optreedt als eerste fout met de hoogste prioriteit
na een herstart of sinds de laatste bevestiging.
GEVAAR
De parameter Foutstatus na opstarten moet worden ingesteld op "opstartblokke-
ring". Dit voorkomt dat de veiligheidsoptie automatisch herstart in de genoemde
gevallen.
Parameterinstelling "Opstartblokkering"
De veiligheidsoptie begint altijd met een opstartblokkering nadat de voedingsspan-
ning is ingeschakeld. Deze parametrering is bedoeld voor zelfstandig bedrijf.
Parameterinstelling "Geen opstartblokkering"
De veiligheidsoptie begint direct. Merk op dat fouten worden bevestigd door de
voedingsspanning uit en weer in te schakelen of door de stand-bymodus te verla-
ten. Dit betekent dat een openstaande fout, aanwezig voordat de voedingsspan-
ning wordt uitgeschakeld of in de stand-bymodus, wordt bevestigd en de veilig-
heidsoptie opstart. Deze parametreervariant is bedoeld voor veldbusbedrijf, waar-
bij de bovenliggende besturing de vergrendeling eventueel moet overnemen in ge-
val van een fout.
Fouten zijn bevestigd
Dempen is geactiveerd
Functionele veiligheid
Technische handleiding – MOVITRAC
8
Service
331
®
advanced