Functionele veiligheid
8
Inbedrijfstelling
Inschakelen
Status
Foutreactie
8.6.7
Ingebruikneming van de veiligheidsoptie op het veiligheidsprotocol
Vereisten voor veilige communicatie
272
Technische handleiding – MOVITRAC
F-DO
1
•
2 hulpcontacten van het type sluitcontact
F-DO
0
1
•
2 hulpcontacten van het type verbreekcontact
F-DO
0
1
Aantal instanties: 1
De EDM-instantie wordt permanent geactiveerd bij de vrijgave.
De status van de veiligheidsdeelfunctie EDM is "1" als de functie is vrijgegeven en de
foutreactie niet wordt uitgevoerd. De status van alle EDM-instanties wordt verzonden
via de veilige procesuitvoerdata. De statusbit EDM heeft de waarde "1" als de status
van alle vrijgegeven EDM-functies "1" is.
De status van de EDM-instantie is "0" als de EDM-instantie niet wordt vrijgegeven of
als er een foutreactie wordt uitgevoerd.
Als de verwachte logische signalen na het verstrijken van de bewakingstijd niet wor-
den gedetecteerd, treedt de ingestelde foutreactie op:
•
STO
•
SSx1
•
SSx2
•
Alleen F-PE
De foutreactie F-PE kan uitsluitend worden uitgevoerd als een veilig protocol wordt
geselecteerd.
Naast de ingestelde foutreactie wordt de EDM-uitgang uitgeschakeld.
De foutreactie wordt ook uitgevoerd, wanneer een fout wordt vastgesteld bij een in-
gang die aan de functie EDM is toegewezen.
De foutreactie wordt uitgevoerd totdat een bevestiging wordt ontvangen.
De vereisten voor IT-veiligheid, gerelateerd aan veiligheidsprotocollen, moeten wor-
den gecontroleerd volgens EN 61508-1, hoofdstuk "Gevaren- en risicoanalyse".
®
advanced
F-DI
0
F-DI0
0
1
F-DI0
1
0
F-DI1
0
1
F-DI1
1
0