•
•
Veiligheidsdeelfunctie EDM met MOVISAFE
De veiligheidsdeelfunctie EDM (External Device Monitoring) diagnosticeert de bekabe-
ling van de externe veilige binaire uitgang F-DO00. De EDM-functie gebruikt een of
meer veilige binaire ingangen F-DI om de externe schakelelementen te bewaken die
op een veilige binaire uitgang zijn aangesloten. Daartoe worden de hulpcontacten van
het externe schakelelement aangesloten op de veilige binaire ingangen F-DI van de
beveiligingsoptie CSL.
De functie EDM vergelijkt permanent het logische uitgangssignaal van de veilige binai-
re uitgang F-DO met de logische ingangssignalen van de toegewezen veilige binaire
ingangen F-DI.
Als de verwachte logische signalen na afloop van de bewakingstijd niet worden gede-
tecteerd, wordt de ingestelde foutreactie geactiveerd en wordt de betrokken veilige bi-
naire uitgang F-DO uitgeschakeld. Indien de F-DO de schakeltoestand "gesloten"
heeft en er spanning op wordt gezet, wordt de aanhaaltijd T_1 (8705.32) gebruikt als
bewakingstijd. Indien de F-DO de schakeltoestand "open" heeft en er geen spanning
op de F-DO wordt gezet, wordt de afvaltijd T_2 (8705.33) gebruikt als bewakingstijd.
De bewakingstijden aanhaaltijd T_1 (8705.32) en afvaltijd T_2 (8705.33) moeten gro-
ter zijn dan de ingangsfiltertijd. Bovendien moet bij een 2-kanaals veilige binaire in-
gang rekening worden gehouden met de discrepantietijd in de bewakingstijd. De be-
wakingstijden aanhaaltijd T_1 (8705.32) en afvaltijd T_2 (8705.33) moeten op dezelf-
de waarde worden ingesteld. Indien voor de toepassing andere waarden nodig zijn,
mag het signaal pas weer worden veranderd nadat de langere tijd is verstreken.
De bewakingstijd begint opnieuw met elke verandering van het logische F-DO-signaal.
Indien het signaal van het hulpcontact stuitert, moet het stuiteren worden uitgefilterd
via de ingangsfiltertijd (8704.2) van de F-DI. Bij constante controle van de F-DO en na
het verstrijken van de bewakingstijd moet een niveauverandering van het ingangssig-
naal leiden tot de uitvoering van de foutreactie.
Voor de veilige binaire uitgang F-DO kan een EDM-instantie worden vrijgegeven:
•
1 of 2 F-DI kunnen aan de EDM-instantie worden toegewezen. De F-DI mogen niet
vergrendeld worden geparametreerd. De hulpcontacten van het externe schakelele-
ment kunnen worden uitgevoerd als sluitcontacten of gewoonlijk als verbreekcontac-
ten. De gebruiker is verantwoordelijk voor het waarborgen van de veiligheidstechni-
sche geschiktheid.
De volgende tabellen tonen alle foutloze combinaties van ingangs- en uitgangssigna-
len.
•
F-DO
0
1
•
F-DO
0
Door de interne veilige binaire uitgang F-DO_STO te openen (bijvoorbeeld foutre-
actie, grenswaardeoverschrijding, activering van de veiligheidsdeelfunctie STO).
5 minuten na activering.
®
CSL
EDM 1 tot F-DO 00
1 hulpcontact van het type sluitcontact
1 hulpcontact van het type verbreekcontact
Functionele veiligheid
F-DI
0
1
F-DI
1
Technische handleiding – MOVITRAC
8
Inbedrijfstelling
271
®
advanced