Functionele veiligheid
8
Service
Apparaatvervanging met MOVISUITE
338
Technische handleiding – MOVITRAC
4. Plaats de geheugenmodule CMM met geïntegreerd sleutelgeheugen die in stap 2
werd verwijderd, terug.
5. Voer een functionele test uit. Het is niet nodig om alle parameters te controleren.
De controller/regelaar herkent automatisch de vervanging van het apparaat en laadt
het toepassingsrecord in de veiligheidsoptie MOVISAFE
de sleutelrecord op het insteekbaar sleutelgeheugen zorgt ervoor dat het juiste toe-
passingsrecord is geladen. De veiligheidsoptie MOVISAFE
dan weer in de staat waarin het zich bevond voordat het apparaat werd vervangen.
Dat betekent voor het geval de veiligheidsoptie MOVISAFE
tus "Geaccepteerd" bevond voordat het apparaat werd vervangen, het zich weer in de
status "Geaccepteerd" bevindt nadat het apparaat is vervangen. Om de juiste aanslui-
ting van de sensoren en actuatoren te garanderen, is een functietest van de veilig-
heidsoptie vereist voor de automatische apparaatvervangingsfunctie.
®
Ga als volgt te werk bij apparaatvervanging met MOVISUITE
1. Sla het apparaatrecord van het te vervangen apparaat op met de menu-optie [Ap-
paraat] > [PC].
2. Schakel het te vervangen apparaat uit.
3. Trek de insteekbare geheugenmodule CMM met geïntegreerd sleutelgeheugen uit
het apparaat.
4. Vervang het apparaat (inclusief de veiligheidsoptie MOVISAFE
5. Plaats de geheugenmodule CMM die in stap 3 werd verwijderd, terug.
6. Schakel de 24 V DC-stuurspanning weer in.
7. Laad het apparaatrecord dat in stap 1 is opgeslagen, op het nieuwe apparaat met
de menu-optie [PC] > [Apparaat].
8. Schakel de hoofdvoeding (230 V AC) weer in en voer een functietest van het sys-
teem uit.
®
advanced
®
CSB/CSL. Het gelokaliseer-
®
CSB/CSL bevindt zich
®
CSB/CSL zich in de sta-
®
:
®
CSB/CSL).