Functionele veiligheid
8
Inbedrijfstelling
Veiligheidsprotocol CIP Safety™
Voorwaarden
282
Technische handleiding – MOVITRAC
Ga in deze volgorde te werk:
1. Dubbelklik op een FSoE-slot van de gebruikte veiligheidsoptie. Het toewijzingsven-
ster wordt geopend.
2. Wijs een vrij FSoE-slot toe aan de veiligheidsbesturing.
3. Herhaal deze stappen voor alle FSoE-slots.
4. Meld het project aan bij de veiligheidsbesturing.
5. Laad de configuratie op de SEW-controller.
6. Maak een boot-project aan.
7. Start het systeem opnieuw op.
•
Voor communicatie via CIP Safety™ moet de veiligheidsoptie worden aangesloten
op een fail-safe besturing (F-opdrachtgever) via EtherNet/IP™.
•
Om ervoor te zorgen dat de veiligheidsoptie (doel) correct kan worden geconfigu-
reerd in het engineeringtool van de fail-safe besturing, moet ervoor worden ge-
zorgd dat de actuele versie van het Electronic Data Sheet-bestand (EDS-bestand)
is geïnstalleerd.
•
Firmware versie 4.01 of hoger is vereist voor de CS..A-veiligheidsoptie.
®
•
Voor MOVITRAC
advanced is firmwareversie 9.00 of hoger vereist.
®
advanced
33764887307
33764883723