Sew Eurodrive MOVITRAC advanced Technische Handleiding pagina 120
Verberg thumbnails
Zie ook voor MOVITRAC advanced:
- Technische handleiding (64 pagina's) ,
- Technische handleiding (344 pagina's)
Advertenties
Inbedrijfstelling
5
Toepassingsgerelateerde inbedrijfstelling
5.12
Toepassingsgerelateerde inbedrijfstelling
5.12.1
Pompen en ventilatoren
5.12.2
Hijswerk
120
Technische handleiding – MOVITRAC
Hieronder volgen toepassingen met specifieke instellingen voor inbedrijfstelling.
De inbedrijfstelling vindt plaats met de engineeringsoftware MOVISUITE
•
De toe te passen regelmethode is afhankelijk van het motortype.
•
Schakel de slipcompensatie uit.
•
Activeer de vangen-functie.
•
Met de regelmethode V/f is de gelijkstroomrem doeltreffend.
Bij een hijswerk moeten de volgende parameters in acht worden genomen en inge-
steld:
•
Voorspanning hijswerk (Index 8404.9): Deze parameter bepaalt het gedrag van de
integrator bij het opnieuw inschakelen van de regeling. Voorbeeld: Wanneer de
eindtrap is geblokkeerd (bijv. met FCB 02, FCB 01, FCB 13, FCB 14), wordt het in-
tegraal aandeel (komt overeen met de voorspanning bij het hijswerk) gewist. Om
dit te voorkomen, zijn de volgende keuzemogelijkheden beschikbaar:
– "uit" (=Standaard): De integrator begint altijd met de waarde "0". Een bestaand
lastkoppel wordt ingesteld. De toerentalregelaar kan meestal een doorbuiging
van het hijswerk regelen zonder extra instellingen.
– "Opslaan": De waarde van het moment dat het toerentalregelcircuit werd geo-
pend, blijft behouden. Dit betekent dat, als het lastkoppel ongewijzigd blijft, er
geen aanpassingsproces nodig is bij het sluiten van het toerentalregelcircuit.
– "Initalisatiewaarde": Als u het lastkoppel kent, kunt u dit als startwaarde voor de
toerentalregelaar opgeven via de parameter "Koppelvoorspanning" in het be-
reik -1000% – 1000% van het nominaal motorkoppel. Dit kan gebeuren tijdens
de inbedrijfstelling of optimalisatie van de aandrijving met de MOVISUITE
gineeringsoftware of hiervoor kan een lokaal setpoint of een kanaal van de pro-
cesgegevensbuffer worden gebruikt. Als de draairichting in de hijsrichting posi-
tief is, voer dan een positieve waarde in en vice versa.
•
Activeer de toerentalbewaking (index 8550.1), hier moet u de bewakingstijd (index
8550.2) toepassingsspecifiek instellen.
•
Activeer bij hijswerken zonder encoder de setpoint-stop-functie (index 8570.1) en
stel deze in.
®
advanced
®
.
®
-en-
Advertenties
