Functionele veiligheid
8
Aansluitvarianten
8.4
Aansluitvarianten
8.4.1
Algemene aanwijzingen
8.4.2
Eisen
Toepassing van veiligheidsrelais
STO-signaal bij groepsuitschakeling
238
Technische handleiding – MOVITRAC
In principe geldt dat alle in dit document vermelde aansluitvarianten zijn toegestaan
voor toepassingen met een veiligheidsfactor als wordt voldaan aan de voorwaarden
op het gebied van veiligheid uit de documentatie. Dat betekent dat onder alle omstan-
digheden gewaarborgd moet zijn dat de DC 24 V-veiligheidsingangen door middel van
een veiligheidsbesturing of een extern veiligheidsrelais moeten worden geschakeld
om ervoor te zorgen dat de aandrijving niet vanzelf opnieuw kan aanlopen.
Voor de ten grondslag liggende selectie, installatie en toepassing van de veiligheids-
componenten, zoals veiligheidsrelais en noodstopschakelaar en de toegestane aan-
sluitvarianten, dient bovenliggend aan alle voorwaarden op het gebied van veiligheid
uit het hoofdstuk "Geïntegreerde veiligheidstechniek", "Veiligheidstechnische voor-
waarden" en "Opbouwvarianten" te worden voldaan.
De schema's zijn schakelschema's die alleen de veiligheidsdeelfunctie(s) met de hier-
voor vereiste relevante componenten laten zien. Voor een beter overzicht zijn schakel-
technische maatregelen die over het algemeen altijd extra uitgevoerd moeten zijn niet
afgebeeld. Zulke maatregelen zijn bijv.:
•
Aanbrengen van een aanraakbeveiliging.
•
Beheersing van te hoge en te lage spanningen.
•
Vermijden van isolatiefouten.
•
Opsporen vaan aard- en kortsluitingen in extern gelegde kabels.
•
Waarborgen van de vereiste storingsimmuniteit tegen elektromagnetische invloe-
den.
De vereisten van de fabrikant van veiligheidsrelais (bijv. beveiliging van de uitgangs-
contacten tegen vastkleven) of andere veiligheidscomponenten moeten nauwkeurig in
acht worden genomen. Voor het leggen van kabels gelden de basisvereisten die in dit
document worden beschreven.
Neem bij het aansluiten van het apparaat op de veiligheidsrelais de installatievoor-
waarden conform de hoofdstukken "Installatievoorwaarden" en "Eisen aan de externe
veiligheidsbesturing" in acht.
Alle aanwijzingen van de fabrikant van het in de desbetreffende toepassing gebruikte
veiligheidsrelais moeten in acht worden genomen.
AANWIJZING
Wanneer F_STO_P is aangesloten op 24 V DC en F_STO_M is aangesloten op
GND, is de STO gedeactiveerd.
Bij groepsaandrijvingen kan het STO-signaal voor meerdere apparaten via één veilig-
heidsschakelapparaat ter beschikking worden gesteld. Daarbij zijn de volgende vereis-
ten van belang:
•
De totale kabellengte bedraagt maximaal 30 m. Neem overige aanwijzingen van
de fabrikant van de (in de desbetreffende toepassing) gebruikte veiligheidsvoorzie-
ning in acht.
®
advanced