Algemene aanwijzingen Inhoud van deze documentatie Algemene aanwijzingen Inhoud van deze documentatie Dit document bevat algemene veiligheidsaanwijzingen en geselecteerde informatie ® over de regelaar MOVITRAC advanced. • Let erop dat deze documentatie geen vervanging van de uitgebreide technische handleiding is. •...
Algemene aanwijzingen Opbouw van de waarschuwingen Betekenis van de gevarensymbolen De gevarensymbolen die bij de waarschuwingen staan, betekenen het volgende: Gevarensymbool Betekenis Algemeen gevaarlijk punt Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning Waarschuwing voor hete oppervlakken Waarschuwing voor automatische start 1.2.3 Opbouw van de geïntegreerde waarschuwingen De geïntegreerde waarschuwingen zijn direct in de handelingsinstructies vóór de ge- vaarlijke handeling ingebed.
Veiligheidsaanwijzingen Inleidende opmerkingen Veiligheidsaanwijzingen Inleidende opmerkingen De volgende fundamentele veiligheidsaanwijzingen dienen om lichamelijk letsel en materiële schade te voorkomen en hebben in de eerste plaats betrekking op het ge- bruik van de producten die hierboven zijn beschreven. Wanneer u bovendien andere componenten gebruikt, moeten ook de waarschuwings- en veiligheidsaanwijzingen daarvan in acht worden genomen.
Veiligheidsaanwijzingen Doelgroep Doelgroep Vakmensen op het Alle mechanische werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door geschoold gebied van me- personeel met een geschikte opleiding. Geschoolde vakmensen zijn volgens deze do- chanische werk- cumentatie personen die vertrouwd zijn met de opbouw, de mechanische installatie, zaamheden het verhelpen van storingen en het onderhoud van het product en personen die aan onderstaande kwalificaties voldoen:...
Veiligheidsaanwijzingen Reglementair gebruik Reglementair gebruik Het product is bestemd om in de schakelkast van elektrische installaties of machines te worden ingebouwd. Bij de inbouw in elektrische installaties of machines is de inbedrijfstelling van het pro- duct niet toegestaan voordat is vastgesteld dat de machine voldoet aan de plaatselijke wetgeving en richtlijnen.
Veiligheidsaanwijzingen Functionele veiligheidstechniek Functionele veiligheidstechniek Wanneer de documentatie dit niet uitdrukkelijk toestaat, mag het product zonder over- koepelende veiligheidssystemen geen veiligheidsfunctie uitvoeren. Transport Controleer de levering direct na ontvangst op transportschade. Breng het transportbe- drijf direct op de hoogte van transportschade. Wanneer het product beschadigd is mag het niet gemonteerd, geïnstalleerd en in bedrijf gesteld worden.
Veiligheidsaanwijzingen Opstelling/montage Opstelling/montage Let erop dat de opstelling en koeling van het product volgens de voorschriften in deze documentatie wordt uitgevoerd. Bescherm het product tegen te zware, mechanische belasting. Vooral tijdens het transport en de bediening mogen er geen componenten worden verbogen en/of isola- tieafstanden worden veranderd.
Veiligheidsaanwijzingen Elektrische installatie Elektrische installatie Controleer of na de elektrische installatie alle noodzakelijke afdekkingen correct zijn aangebracht. De veiligheidsmaatregelen en beveiligingsinrichtingen moeten voldoen aan de gelden- de voorschriften (bijv. EN 60204-1 of EN 61800-5-1). 2.9.1 Vereiste veiligheidsmaatregel Zorg ervoor dat het product op de juiste manier op de randaarde is aangesloten. 2.9.2 Stationair gebruik Een noodzakelijke veiligheidsmaatregel voor het product is:...
Veiligheidsaanwijzingen Inbedrijfstelling/gebruik 2.11 Inbedrijfstelling/gebruik Neem de waarschuwingsaanwijzingen in de hoofdstukken Inbedrijfstelling en Werking van de documentatie in acht. Zorg ervoor dat de klemmenkasten dicht en vastgeschroefd zijn voordat u de voe- dingsspanning aansluit. Tijdens het gebruik kunnen producten, overeenkomstig hun beschermingsgraad, spanningvoerende, ongeïsoleerde en eventueel bewegende of roterende delen en he- te oppervlakken hebben.
Installatie Bijzonderheden bij het vervoer van de apparaten Installatie Bijzonderheden bij het vervoer van de apparaten Om de regelaar zonder beschadiging te kunnen transporteren en op te hijsen, is bij de volgende apparaten de apparaatachterwand zo uitgevoerd, dat de handen daar veilig kunnen worden ingestoken.
Installatie Mechanische installatie Mechanische installatie VOORZICHTIG Risico op persoonlijk letsel en materiële schade. Installeer geen defecte of beschadigde producten. • Vóór elke montage dienen de producten te worden gecontroleerd op uitwendige beschadigingen. Vervang beschadigde producten. LET OP Gevaar op materiële schade door slecht geleidende montagevlakken. Beschadiging van de regelaar.
Installatie Mechanische installatie 30904224779 Boorsjabloon 1 Boorsjabloon 2 4.2.2 Minimale vrije ruimte en ruimtelijke positie Bij de montage van de regelaar in de schakelkast moet op het volgende worden gelet: • voor een ongehinderde koeling van de regelaar moet boven en onder de behuizing van de regelaar een ruimte van ten minste 100 mm worden vrijgehouden.
Installatie Elektrische installatie 4.2.3 Bijzonderheden voor de onderste afschermingsplaat Kabels met RJ45-stekkers moeten mechanisch aan de onderste afschermingsplaat worden bevestigd. Bij de volgende regelaars moeten de kabels aan het bevestigingspunt [1] van de af- schermingsplaat worden bevestigd. • MCX91A-0010 – 0160-5_3-.. •...
Installatie Elektrische installatie GEVAAR Bij de regelaar kan tijdens gebruik een aardlekstroom > 3.5 mA optreden. Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel door elektrische schokken. Ter voorkoming van gevaarlijke stroom conform EN 61800-5-1 moet op het volgen- de worden gelet: • Voedingskabel < 10 mm –...
Installatie Elektrische installatie Informatie over de spanningsnetten Aanwijzingen over de betrouw- baarheid IT-netwerken – spanningsnetten met niet ge- Gebruik is met inachtneming van be- aard sterpunt. paalde maatregelen toegestaan. Maatregelen, zie hoofdstuk Gebruik in IT-netwerken. Spanningsnetten met een geaarde buitenste Gebruik alleen bij een nominale geleider.
Pagina 20
Installatie Elektrische installatie Bijzonderheden bij netaansluiting Let er bij de volgende apparaten op dat de beschermingsgraad IP20 alleen wordt be- reikt als de aansluitbouten met speciale kunststof afdekkingen tegen aanraking wor- den beschermd. • MCX91A-0620 – 1770-5_3-.. • MCX91A-0570 – 1080-2_3-.. Deze afdekkingen moeten worden besteld, zie hoofdstuk Installatieaccessoires.
Pagina 21
Installatie Elektrische installatie 3. Afhankelijk van de gebruikte doorsnede moeten de kunststof afdekkingen verschil- lend worden uitgebroken. 21439477771 4. Breng de kunststof afdekkingen op de individuele aansluitingen aan. 9007232230588299 4.3.5 24 V-voedingsspanning De regelaars MCX91A-... hebben een interne 24 V-voeding, maar kunnen ook extern worden ondersteund.
Installatie Remweerstanden – Apparaten met veiligheidsoptie (CSB, CSL) hebben een externe hulpspanning nodig. Deze hulpspanning mag niet worden onderbroken, anders worden de veiligheidsopties niet gevoed. – Voor beide gevallen geldt: Als het apparaat wordt ondersteund door een externe voeding, wordt de volle- dige voeding overgenomen door de externe voedingseenheid.
Installatie Remweerstanden 4.4.1 Beveiliging van de remweerstand tegen thermische overbelasting AANWIJZING PTC-remweerstand Een PTC-remweerstand krijgt bij overbelasting een hoge weerstand (hoogohmig). AANWIJZING Platte weerstand Weerstanden in een platte bouwvorm beschikken over een interne thermische motor- beveiliging (niet verwisselbare smeltveiligheid) die de stroomkring bij overbelasting onderbreekt.
Pagina 24
Installatie Remweerstanden Interne temperatuurschakelaar -T Regelaar: MCX91A-0010 – 0240-5_3-.., MCX91A-0017 – 0093-.. Als bij deze regelaars een remweerstand BW...-T met interne temperatuurschakelaar wordt gebruikt, zijn er 3 mogelijke schakelingen. Schakeling 1 Schakeling 2 Schakeling 3 24 V OUT 24 V OUT MDX9_A MCX91A MCX91A...
Pagina 25
Installatie Remweerstanden – Bij schakeling 2 kan het zijn dat de PLC ondanks het actief worden van de ther- mische beveiligingsschakelaar de actuele rijcyclus beëindigt. Pas dan wordt de netvoeding gescheiden. In dat geval mag de resterende remenergie W Rest ×...
Pagina 26
Installatie Remweerstanden – Als de regelaar een kortgesloten remchopper detecteert, wordt de energie- stroom onderbroken door het blokkeren van de gelijkrichter. – Als de thermische beveiligingsschakelaar actief wordt, schakelt de regelaar alle asmodules op "Eindtrapblokkering". AANWIJZING Bij gebruik van de schakeling 1 (aansluiting van de remweerstand zonder netmag- neetschakelaar) moet de regelaar van een externe voeding van 24 V DC worden voorzien.
Pagina 27
Installatie Remweerstanden Extern bimetaalrelais Regelaar: MCX91A-0010 – 0240-5_3-.., MCX91A-0017 – 0093-.. Als bij deze regelaars een extern bimetaalrelais wordt gebruikt, zijn er 3 mogelijke schakelingen. Schakeling 1 Schakeling 2 Schakeling 3 24 V OUT 24 V OUT MCX91A MCX91A MCX91A X20:x DI0x X20:8 GND X20:7 +24 V...
Pagina 28
Installatie Remweerstanden – Als de thermische beveiligingsschakelaar actief wordt, volgt er geen directe re- actie in de regelaar. – Bij schakeling 2 kan het zijn dat de PLC ondanks het actief worden van de ther- mische beveiligingsschakelaar de actuele rijcyclus beëindigt. Pas dan wordt de netvoeding gescheiden.
Installatie Klemmenbezetting – Het scheiden van de netverbinding door een extern schakelapparaat is niet no- dig. – Als de thermische beveiligingsschakelaar wordt geactiveerd, schakelt de rege- laar naar de bedrijfstoestand "Eindtrapblokkering". – Als de regelaar een kortgesloten remchopper detecteert, wordt de energie- stroom onderbroken door het blokkeren van de gelijkrichter.
Pagina 30
Installatie Klemmenbezetting Weergave Klem Aansluiting Korte beschrijving X1:L1 Netaansluiting X1:L2 - MCX91A-0010 – 0055-5E3-.. (BG0S) - MCX91A-0017 – 0055-2E3-.. (BG0S) X1:L3 Aansluiting van de aardleiding X2:U Motoraansluiting X2:V - MCX91A-0010 – 0055-5E3-.. (BG0S) - MCX91A-0017 – 0055-2E3-.. (BG0S) X2:W X2:-R Aansluiting remweerstand X2:+R Aansluiting van de aardleiding...
Installatie Schema's Weergave Klem Aansluiting Korte beschrijving X30 OUT - Systeembus OUT X30/IN X30 bij MCX91A-..-S00 OUT X30/ ® - EtherCAT OUT X30/In X30 bij MCX91A-..-E00 OUT X30/X41 - PROFINET X40/X41 bij MCX91A-...-T00/CFN X30 IN IN X30/X40 IN X30/ - Ethernet X40/X41 bij MCX91A-...-T00/CFE - POWERLINK/CiA402 X40/X41 bij MCX91A-...-L0../CFL X60:1 F-DI00...
Pagina 37
Installatie Schema's Bedrading van de vermogensaansluitingen met netmagneetschakelaar, netsmoorspoel, netfilter, uitgangssmoorspoel – vanaf MCX91A-0320-5_3-..., vanaf MCX91A-0290-2_3... L1 L2 L3 L1´ L2´ L3´ L1 L2 L3 L1´ L2´ L3´ MCX91A.. U1 V1 W1 U2 V2 W2 30404114443 [1] Netmagneetschakelaar [4] Remweerstand (optioneel) [2] Netsmoorspoel (optioneel) [5] Uitgangssmoorspoel [3] Netfilter (optioneel)
Pagina 38
Installatie Schema's LET OP Gebruik zonder netmagneetschakelaar Zonder de vereiste maatregelen kan het gebruik van een regelaar met aangesloten remweerstand zonder netmagneetschakelaar zware schade veroorzaken. De benodigde maatregelen vindt u in hoofdstuk Netmagneetschakelaar. L1 L2 L3 L1´ L2´ L3´ L1 L2 L3 L1´...
Installatie Schema's 4.6.3 Remaansturing Legenda: Gelijk- en wisselstroomzijdige uitschakeling (snel invallen van de rem) Gelijkstroomzijdige uitschakeling BS = versnellingsspoel TS = deelspoel DC-rem met een remspoel Hulpklemmenstrip in de klemmenkast Begrenzing van de schakelkast Rood Blauw AANWIJZING De selectie van de remaansturingen en de weergegeven aansluitschema's vormen slechts een deel van de daadwerkelijke mogelijkheden.
Pagina 40
Installatie Schema's Remaansturing BMK. DB00 BMK3.0 BMK1.5 BMKB1.5 33921560203 Remaansturing BMV – 2 spoelen DB00 DC 24 V 14373482507 ® Compacte technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 41
Installatie Schema's Remaansturing BMV – 1 spoel DB00 DC 24 V 14373494923 Remaansturing BMS, BME DB00 14324554891 ® Compacte technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 43
Installatie Schema's Remaansturing BSG DC 24 V DB00 14324597131 ® Compacte technische handleiding – MOVITRAC advanced...
Pagina 44
Installatie Schema's 4.6.4 Elektronische aansluiting Bedrading van de besturingselektronica De bezetting van de klemmen en aansluitingen vindt u in het hoofdstuk Klemmenbe- zetting. De bezetting van de digitale in-/uitgangen verschilt afhankelijk van de apparaatvariant. DI01 Binaire ingang 1 Binaire ingang 2 DI02 Binaire ingang 3 DI03...
Pagina 45
Installatie Schema's DC 24 V 24 V F_STO_P F_STO_M F_STO_P F_STO_M 24VSTO_OUT 6 GND Remaansturing DB0/DB00 Referentiepotentiaal Temperatuurverwerking motor Referentiepotentiaal 18014429418863883 +24V-voedingsspanning Aansluiting voor veilige uitschakeling (STO). Bij geïnstalleerde veiligheidsopties CSB en CSL heeft X6 geen functie. Remaansturing en temperatuurbewaking motor Aansluiting digitale motorintegratie Aansluiting voor encoder EI7C-FS ®...
Inbedrijfstelling Voorwaarden voor de inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Voorwaarden voor de inbedrijfstelling Voor de inbedrijfstelling gelden de onderstaande voorwaarden: • De regelaar is volgens de voorschriften mechanisch en elektrisch geïnstalleerd. • De regelaar en de aangesloten aandrijvingen zijn correct geconfigureerd. • Veiligheidsmaatregelen voorkomen dat de aandrijvingen per ongeluk worden op- gestart.
Pagina 47
Inbedrijfstelling EtherCAT®-ID ® Het instellen van een EtherCAT -ID is niet vereist. De master zorgt standaard voor een automatische adressering van de slaves. ® De EtherCAT -ID van de regelaar moet alleen worden ingesteld wanneer het gebruik ® van de EtherCAT -ID in de hardwareconfiguratie van de master vooraf is ingesteld.
Bedrijf Algemene aanwijzingen Bedrijf Algemene aanwijzingen GEVAAR Gevaarlijke spanningen op kabels en motorklemmen Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel door elektrische schokken • In ingeschakelde toestand staan op de uitgangsklemmen en op de aangesloten kabels en motorklemmen gevaarlijke spanningen. Dit is ook het geval als het ap- paraat is geblokkeerd en de motor stilstaat.
Bedrijf Led-aanduiding Led-aanduiding 6.2.1 Status- en bedrijfsindicaties De aanduiding van de apparaat hangt af van de apparaatvariant/functie. Bijgevolg zijn niet alle leds op alle apparaatvarianten voorzien van een label. De volgende aandui- ding geeft de maximale uitbouw van de respectieve variant aan. 31127161611 PLUS PROFINET IO...
Pagina 50
Bedrijf Led-aanduiding Led "ERR" Betekenis Geen fout De interface bevindt zich in bedrijfsstatus. Rood Boot-fout Flikkert Er is een BOOT-fout opgetreden. De status "INIT" is bereikt. De parameter "Change" is echter ingesteld op "0x01:change/error". Rood Ongeldige configuratie Knippert Er is een algemene configuratiefout. Rood Niet-vereiste statusverandering Knippert 1 keer...
Pagina 51
Bedrijf Led-aanduiding 6.2.3 Veldbuskaart PROFINET CFN Led "BF" Deze led geeft de status van de PROFINET-interface aan. De status omvat communi- catieverbinding, busfout en procesdataconfiguratie. Toestand Mogelijke oorzaak Maatregel Foutloze werking. – Het PROFINET-IO-apparaat wisselt gegevens uit met de PROFINET-IO- controller (toestand data exchange).
Pagina 52
Bedrijf Led-aanduiding Toestand Mogelijke oorzaak Maatregel Rood De PROFINET-verbinding heeft een fout Schakel het apparaat uit en opnieuw geconstateerd. Licht continu op Aanwijzing: Een time-out van de Neem als de fout zich herhaalt con- PROFINET-verbinding is geen interne tact op met de klantenservice van fout.
Pagina 53
Bedrijf Led-aanduiding Betekenis Maatregel Rood Bij de toewijzing van het IP-adres is een • Controleren of dit apparaat zich met hetzelfde IP-adres in het netwerk conflict herkend. Brandt bevindt. Een andere deelnemer in het netwerk ge- • IP-adres van het apparaat wijzigen. bruikt hetzelfde IP-adres.
Pagina 54
Bedrijf Led-aanduiding Led "LNK/ACT" Toestand Betekenis Alle leds Er is een fysieke verbinding met een andere ethernetdeelne- mer gedetecteerd. Momenteel worden geen gegevens uitge- Groen wisseld via de ethernetpoort. Lichten continu op Alle leds Om de ethernetdeelnemer visueel te lokaliseren, is de knipper- controle geactiveerd.
Bedrijf Bedrijfsindicaties Led "BE" Betekenis Maatregel Overgang naar de status "OPERATI- – ONAL_Mode" Software-reset van de NMT-status- – machine (Start basic node Initialisati- Overgang naar de status "BA- – SIC_ETHERNET_Mode" na een ti- me-out van de berichttypes SoC, PReq, PRes en SoA. Rood De POWERLINK-cyclustijd is over- Controleer/corrigeer het netwerk.
Pagina 56
Bedrijf Bedrijfsindicaties Display Beschrijving Toestand Opmerking/actie Apparaat doorloopt bij het • Status: niet gereed • Afwachten tot bootprocedure is voltooid. laden van de firmware • Eindtrap is geblokkeerd. (booten) verschillende toe- • Apparaat blijft in deze toestand: • Communicatie is niet standen om bedrijfsklaar te Apparaat defect.
Pagina 57
Bedrijf Bedrijfsindicaties Display Beschrijving Toestand Opmerking/actie Dataflex niet gereed. knippe- rend Parameterdownload loopt. knippe- rend ® ® MOVILINK DDI niet ge- MOVILINK DDI-interface niet gereed reed Display Beschrijving Toestand Opmerking/actie Indicaties bij initialisatieprocedures (parameters worden teruggezet naar standaardwaarden) Basisinitialisatie • Status: niet gereed Afwachten tot initialisatie is voltooid.
Pagina 58
Bedrijf Bedrijfsindicaties Display Beschrijving Toestand Opmerking/actie Standaard stop Informatie hierover vindt u in Aandrijffunctie (FCB) "Standaard de beschrijving van de stop" actief als geen andere FCB is FCB’s. geselecteerd en het systeem gereed Handmatige modus Handmatige modus actief Toerentalregeling Toerentalregeling met interne lineaire generator Geïnterpoleerde toerental- Toerentalregeling met setpoints cy-...
Service Langdurige opslag Service Langdurige opslag Als de apparaten binnen een temperatuurbereik tussen 5 °C en 40 °C worden opge- slagen, zijn er geen maatregelen nodig. In de volgende tabel zijn de apparaten, de tijdsintervallen en de maatregelen opgeno- men die nodig zijn als de apparaten buiten het bovengenoemde temperatuurbereik worden opgeslagen.
Pagina 64
SEW-EURODRIVE—Driving the world SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG Ernst-Blickle-Str. 42 76646 BRUCHSAL GERMANY Tel. +49 7251 75-0 Fax +49 7251 75-1970 sew@sew-eurodrive.com www.sew-eurodrive.com...