Kinderzitje met het gezicht naar ach-
teren
Een kinderzitje met het gezicht naar achte-
ren zorgt ervoor dat het zittingoppervlakte
tegen de rug van het kind vast zit. Het
harnassysteem houdt het kind vast, en tij-
dens een ongeval zorgt dit kinderzitje dat
het kind blijft zitten en wordt de spanning
op de kwetsbare nek en ruggenwervel
verminderd.
Alle kinderen onder een bepaalde leeftijd
moeten met het gezicht naar achteren
geplaatst worden in het kinderzitje. Er
zijn verschillende soorten kinderzitje met
het gezicht naar achteren: zittingen voor
babys kunnen alleen gebruikt worden voor
met het gezicht naar achteren. Draagbare
en 3-in-1 kinderzitje hebben normaliter
hogere hoogte- en gewichtsbeperkingen
voor de positie naar achteren, waardoor u
uw kind langer met het gezicht naar ach-
teren kunt plaatsen.
Vervoer kinderen met het gezicht naar
achteren gericht zolang ze binnen de leng-
te- en gewichtslimieten blijven die door
de fabrikant van het kinderzitje zijn vast-
gesteld.
CRS09
CRS09
Kinderzitje waarbij het kind met het
gezicht naar voren
Een kinderzitje waarbij het kind met het
gezicht naar voren gericht zit, houdt het
lichaam van het kind met een gordelsys-
teem op de juiste plaats. Houd kinderen in
een kinderzitje met het gezicht naar voren
in een harnas totdat ze de hoogte- en
gewichtsbeperkingen van de fabrikant van
het kinderzitje hebben bereikt.
Uw kind is klaar voor een zitverhoger zodra
het kind te groot is voor een kinderzitje
met het gezicht naar voren.
Zitverhoger
Een zitverhoger is een kinderzitje dat
ervoor zorgt dat de veiligheidsgordel van
de auto beter aansluit. Bij gebruik van een
zitverhoger wordt de veiligheidsgordel zo
gepositioneerd dat deze aanligt tegen de
sterkere delen van het lichaam van het
kind. Houd uw kinderen in zitverhoger
totdat ze groot genoeg zijn om goed in de
veiligheidsgordel te passen.
Om een veiligheidsgordel goed te plaat-
sen, moet de schootriem over de bovenste
dijen geplaatst zijn comfortabel, niet over
de buik. De schoudergordel moet over
de schouder en de borst geplaatst zijn
comfortabel, en niet rond de nek of het
gezicht. Kinderen onder de 13 jaar moe-
ten altijd goed worden beveiligd om de
kans op letsel bij een ongeval, plotseling
remmen of een plotselinge manoeuvre te
minimaliseren.
03
OIB034017
OIB034017
3-31