ALS DE MOTOR NIET GESTART KAN WORDEN
Als de motor niet of langzaam
ronddraait
• Zet de selectiehendel in stand N (neu-
traal) of stand P (parkeren) als de auto is
uitgerust met een automatische trans-
missie/Double clutch-transmissie. De
motor start alleen als de selectiehendel
in stand N (neutraal) of stand P (parke-
ren) staat.
• Controleer of de accuklemmen schoon
zijn en goed vastzitten.
• Schakel de interieurverlichting aan. Als
de interieurverlichting zwakker gaat
branden of uitgaat als u de startmotor
bedient, is de accu te ver ontladen.
Probeer de auto niet aan te slepen of aan
te duwen. Dat kan schade aan uw auto
veroorzaken. Raadpleeg het gedeelte
"Starten met hulpaccu" in dit hoofdstuk.
OPMERKING
Als de auto aangesleept of aangeduwd
wordt, kan de katalysator overbelast
worden wat kan resulteren in schade aan
het emissieregelsysteem.
Als de motor normaal ronddraait
maar niet aanslaat
• Controleer het brandstofniveau en vul
indien nodig brandstof bij.
Als de motor nog steeds niet start, neem
dan telefonisch contact op met een offici-
ele HYUNDAI-dealer voor hulp.
08
8-5