i
Informatie
Het wordt geadviseerd het systeem voorna-
melijk in de koude buitenlucht te gebrui-
ken. Gebruik recirculatie alleen tijdelijk
wanneer dat nodig is.
Door langdurig gebruik van de verwar-
ming in de recirculatiemodus en zonder de
airco aan, kan de voorruit beslaan.
Bovendien kan langdurig gebruik van de
airconditioning tijdens gebruik van de
recirculatiemodus leiden tot te droge, ont-
vochtigde lucht in de cabine en kan de vor-
ming van een muffe geur door stilstaande
lucht bevorderen.
WAARSCHUWING
• Als de verwarmings- en ventilatiesys-
teem gedurende langere tijd in de
recirculatiemodus wordt gebruikt,
kan dit leiden tot slaperigheid van
de inzittenden in de cabine. Dit kan
leiden tot verlies van controle over de
auto, wat kan leiden tot een ongeval.
• Als u de verwarmings- en ventilatie-
systeem langere tijd in de recircu-
latiemodus met de airconditioning
uitgeschakeld gebruikt, kan de lucht-
vochtigheid in de cabine toenemen.
Dit kan leiden tot condensvorming op
de voorruit en een slecht zicht.
• Slaap niet in uw auto of blijf niet voor
langere tijd in uw auto geparkeerd
met de ramen dicht en de verwarming
of de airconditioning aan. Dit kan het
kooldioxidegehalte in de cabine ver-
hogen, wat kan leiden tot ernstig let-
sel of de dood.
Aanjagerschakelaar
Draai de knop naar rechts om de venti-
latorsnelheid en de luchtstroom te ver-
hogen. Draai de knop naar links om de
ventilatorsnelheid en de luchtstroom te
verlagen.
Zet de aanjagerknop in stand "0" om de
aanjager uit te schakelen.
AANWIJZING
Wanneer de aanjager wordt bediend ter-
wijl het contact in stand ON staat, kan de
accu ontladen raken. Bedien de aanjager
wanneer de motor draait.
Airconditioning (indien van
toepassing)
Druk op de toets A/C om de airconditio-
ning in te schakelen (het controlelampje
gaat branden). Druk nogmaals op de toets
om de airconditioning uit te schakelen.
05
OBC3050106TU
OBC3050106TU
OBC3050107TU
OBC3050107TU
5-61