Veiligheidssysteem van uw auto
Voorwaarden voor met-activeren
van de airbags
Bij bepaalde aanrijdingen met lage snelhe-
den worden de airbags niet geactiveerd.
De reden daarvan is dat de airbags in die
omstandigheden niet meer bescherming
kunnen bieden dan de veiligheidsgordels
al doen.
De airbags voor zijn niet ontworpen om te
worden geactiveerd bij aanrijdingen van
achter, omdat de inzittenden dan door de
bots kracht naar achteren worden gedrukt.
In dergelijke gevallen biedt het activeren
van de airbags geen extra voordelen.
3-54
De airbags voor worden bij zijdelingse
aanrijdingen soms niet geactiveerd. De
OBC3030029
OBC3030029
inzittenden bewegen altijd in de richting
van de aanrijding, waardoor het activeren
van de airbags voor overbodig kan zijn.
De zijairbags en gordijn airbags kunnen
echter wel worden opgeblazen, afhanke-
lijk van de ernst.
OBC3030030
OBC3030030
Bij een aanrijding op een helling of onder
een hoek kan de kracht van de aanrijding
de inzittenden in een bepaalde richting
verplaatsen, waar de airbags geen extra
bescherming zouden bieden, dit kan ook
een reden zijn waarom de sensoren de
airbags daarom ook niet activeren.
OBC3033028L
OBC3033028L
OGB034038
OGB034038