Handige functies
Werking van de High Beam
Assist
Weergave en controle
• Nadat u 'High Beam Assist' heeft
geselecteerd in het menu Settings
(Instellingen), werkt High Beam Assist
zoals hieronder beschreven:
- Zet de koplampschakelaar in de stand
AUTO en drukde hendel van de kop-
lampen in de richting van het instru-
mentenpaneel. Het controlelampje
High Beam Assist (
op het instrumentenpaneel en het
systeem wordt ingeschakeld.
- Wanneer het HBA-systeem is inge-
schakeld, wordt het grootlicht inge-
schakeld als de rijsnelheid hoger is
dan 30 km/h. Wanneer de rijsnelheid
lager is dan 20 km/h wordt het groot-
licht uitgeschakeld.
- Het controlelampje grootlicht (
gaat branden op het instrumenten-
paneel wanneer het grootlicht brandt.
• Wanneer High Beam Assist actief is,
functioneert het systeem als volgt
wanneer de hendel of schakelaar voor
de koplampen wordt gebruikt:
- Als u de hendel voor de koplampen naar
zich toe trekt wanneer het grootlicht
uit is, gaat het grootlicht branden
zonder de werking van High Beam
Assist te annuleren. Wanneer u de
koplamphendel loslaat, beweegt de
schakelaar naar de middenstand en
wordt het grootlicht uitgeschakeld.
- Wanneer u de lichtschakelaar naar
u toe beweegt terwijl het grootlicht
door de High Beam Assist is ingescha-
keld, wordt het dimlicht ingeschakeld
en wordt de High Beam Assist uitge-
schakeld.
- Wanneer de koplampschakelaar van
AUTO in een andere stand wordt gezet
(koplamp/positie/uit), wordt High
Beam Assist uitgeschakeld en gaat de
bijbehorende verlichting branden.
5-50
• Wanneer High Beam Assist werkt,
) gaat branden
Storing en beperkingen in HBA
(High Beam Assist)
)
Storing in HBA (High Beam Assist)
Als High Beam Assist niet naar behoren
werkt, verschijnt de waarschuwingsmel-
ding 'Check High Beam Assist (HBA) sys-
tem' ('Controleer het High Beam Assist-
systeem') en gaat op het instrumenten-
paneel het waarschuwingslampje
branden. Wij raden u aan zich tot een
erkende HYUNDAI-dealer te wenden om
het systeem te laten controleren.
wordt van het grootlicht overgescha-
keld naar het dimlicht als een van de
volgende gebeurtenissen zich voor-
doet:
- Wanneer de koplampen van een tege-
moetkomend voertuig worden gesig-
naleerd.
- Wanneer de achterlichten van een
voorligger worden gesignaleerd.
- Wanneer de koplamp of het achter-
licht van een motorfiets of een fiets
wordt gedetecteerd.
- Wanneer het omgevingslicht rond-
om zo helder is dat er grootlicht niet
nodig is.
- Wanneer straatlantaarns of andere
verlichting worden gesignaleerd.
OBC3053062L
OBC3053062L