Mistlampen voor (indien van
toepassing)
De mistlampen dienen voor een beter
zicht en ter voorkoming van ongevallen
onder omstandigheden waarbij het zicht
sterk verminderd wordt door mist, regen,
sneeuwval enz. Gebruik de schakelaar
naast de koplampschakelaar om de mist-
lampen aan en uit te schakelen.
1. Schakel de parkeerlicht aan.
2. Beweeg de lichtschakelaar (1) naar de
mistlamp voor stand.
3. Om de mistlampen vooraan uit te zet-
ten, draai de lichtschakelaar opnieuw
naar de mistlamp voor stand of zet het
parkeerlicht uit.
AANWIJZING
De mistlampen gebruiken zeer veel
stroom. Gebruik de mistlampen alleen bij
slecht zicht.
Mistachterlicht
OBC3053073L
OBC3053073L
Om de mistlampen achteraan aan te zet-
ten:
Plaats de lichtschakelaar in de parkeerlicht
(1) stand, draai de lichtschakelaar naar de
mistlamp voor stand, en draai vervolgens
de lichtschakelaar (1) naar de mistlamp
achter stand.
Schakel de mistachterlichten op één van
de volgende manieren uit:
• Schakel de parkeerlichtschakelaar uit.
• Zet de lichtschakelaar terug naar de
mistlamp achter stand.
• Wanneer de lichtschakelaar in de par-
keerlicht stand staat, als u de mistlam-
pen voor uitzet, zal de mistlamp achter
zich ook uitschakelen.
05
OBC3053074L
OBC3053074L
5-45