Rijden met uw auto
Bedienen van de koppeling (indien
van toepassing)
Het koppelingspedaal moet geheel wor-
den ingetrapt alvorens:
- Motor starten
De motor niet zal aanslaan zonder dat
het koppelingspedaal ingetrapt wordt.
- Schakelen
Om uw auto te starten laat u het kop-
pelingspedaal langzaam opkomen en
drukt u het gaspedaal in.
Laat de koppelingspedaal langzaam opko-
men. Het koppelingspedaal moet tijdens
het rijden altijd zijn losgelaten.
AANWIJZING
Voorkom onnodige slijtage of schade aan
het koppelingspedaal:
• Laat tijdens het rijden uw voet niet op
het koppelingspedaal rusten.
• Gebruik de koppeling ook niet om de
auto stil te laten staan op een hel-
ling (bijvoorbeeld bij een verkeerslicht,
enz.)
• Druk de koppelingspedaal altijd vol-
ledig in om lawaai of schade te voor-
komen.
• Start niet in de 2e (tweede) versnelling,
behalve wanneer u start op een glad
wegdek.
• Druk het koppelingspedaal volledig in
en zorg ervoor dat u het koppelings-
pedaal niet opnieuw indrukt voordat u
na het loslaten het koppelingspedaal
helemaal naar de rechtopstaande posi-
tie laat terugkeren. Als u het pedaal
herhaaldelijk indrukt voordat deze in
de oorspronkelijke positie terugkeert,
kan het koppelingssysteem defect
raken.
6-14
Terugschakelen
U moet terug schakelen als u bij veel
verkeer moet vertragen of als u een steile
helling op rijdt zodat u voorkomt dat u de
motor belast.
Ook, door terug te schakelen wordt de
kans op afslaan beperkt en kan beter wor-
den geaccelereerd wanneer u uw snelheid
weer op moet voeren.
Als de auto op een steile helling naar
beneden rijdt, kan door terug te schakelen
een veilige snelheid worden gehandhaafd
en wordt bovendien de levensduur van de
remmen verlengd.
AANWIJZING
Om schade aan de motor, koppeling en
transmissie te voorkomen:
• Bij het terugschakelen van de vijfde
naar de vierde versnelling moet erop
worden gelet dat de versnellingshen-
del niet zo ver opzij wordt gedrukt
dat per ongeluk de tweede versnelling
wordt ingeschakeld. Hierdoor zou het
motortoerental zo hoog kunnen oplo-
pen dat de naald van de toerenteller
in het rode gebied terecht zou kunnen
komen.
• Schakel niet meer dan 2 versnellin-
gen tegelijk terug en schakel niet terug
als de motor met een hoog toerental
draait (5.000 om w/min). Dergelijke
een terugschakelen kan schade aan de
motor, koppeling en transmissie ver-
oorzaken.