SPIEGELS
Binnenspiegel
Stel de binnenspiegel zo af dat u in het
midden van de spiegel het midden van de
achterruit ziet voordat u gaat rijden.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de lijn van uw zicht niet
wordt belemmerd. Plaats geen voorwer-
pen op de achterbank; de bagageruimte,
of achter de hoofdsteunen, die het zicht
door de achterruit kunnen belemmeren.
WAARSCHUWING
Om ernstig letsel te voorkomen bij een
ongeval of bij het opblazen van de air-
bag, wijzig de achteruitkijkspiegel niet en
installeer geen grote spiegel.
WAARSCHUWING
Stel de spiegel NOOIT af tijdens het rij-
den. Hierdoor kunt u de controle over de
auto verliezen, waardoor er een ongeval
kan ontstaan.
AANWIJZING
Gebruik voor het reinigen van de spie-
gel een papieren doekje of vergelijkbaar
materiaal dat vochtig is gemaakt met
glasreiniger. Spuit niet direct glasreiniger
op de spiegel. Hierdoor kan er glasreini-
ger in de spiegelbehuizing komen.
Binnenspiegel met dag-/nachtstand
(indien van toepassing)
[A]: Dag, [B]: Nachtstand
Stel de spiegel af voordat u wegrijdt en
deze in de dag stand staat.
Trek de hendel onder aan de spiegel naar
u toe om de spiegel in de nachtstand te
zetten om verblinding door de koplampen
van achteropkomend verkeer te voorko-
men.
Houd er rekening mee dat het beeld in de
spiegel in de nachtstand minder duidelijk
is dan in de dagstand.
05
OBC3050054
OBC3050054
5-23