Type A
Type A
Type B
Type B
De versnellingshendel kan worden
De versnellingshendel kan worden
verplaatst door de knop (1) in te drukken.
verplaatst door de knop (1) in te drukken.
Druk de schakelknop (1) in bij het
Druk de schakelknop (1) in bij het
verplaatsen van de versnellingshendel.
verplaatsen van de versnellingshendel.
Type C
Type C
De versnellingshendel kan worden
De versnellingshendel kan worden
verplaatst door de knop (1) in te drukken.
verplaatst door de knop (1) in te drukken.
Druk de schakelknop (1) in bij het
Druk de schakelknop (1) in bij het
verplaatsen van de versnellingshendel.
verplaatsen van de versnellingshendel.
Werking van de handmatige
transmissie
De handgeschakelde transmissie heeft 5
(of 6) versnellingen vooruit. Alle vooruit-
versnellingen zijn volledig gesynchroni-
seerd zodat het schakelen naar een hogere
of lagere versnelling soepel verloopt.
WAARSCHUWING
Zorg dat u, voordat u de bestuurdersstoel
OIB054009
OIB054009
verlaat, zet de versnellingshendel in de
1e versnelling als de auto op een vlakke
ondergrond of opwaartse helling staat,
of schakel de R (Achteruit) in als de auto
op een neerwaartse helling staat, zet de
parkeerrem op, en plaats het contactslot
in LOCK/OFF-positie. Als deze voorzorgs-
maatregelen niet worden opgevolgd, kan
de auto onverwacht in beweging komen.
Om naar R (Achteruit) te schakelen, zorgt
u dat het voertuig volledig gestopt is en
plaatst u de versnellingshendel vervolgens
naar neutraal voordat u naar R (Achteruit)
gaat.
OIB054001
OIB054001
Als u volledig gestopt bent, en het is moei-
lijk om de versnellingshendel te plaatsen in
de 1e versnelling of in R (Achteruit):
1. Plaats de versnellingshendel naar neu-
traal en laat de koppelingspedaal los.
2. Trap het koppelingspedaal weer in en
schakel vervolgens de 1e versnelling of
de R (Achteruit) in.
i
Informatie
Bij zeer lage buitentemperaturen kan het
schakelen wat moeizamer gaan zolang de
OPDEN057107
OPDEN057107
transmissieolie nog koud is.
06
6-13