Handige functies
AANWIJZING
• Houd de temperatuurmeter nauwlet-
tend in de gaten wanneer de aircondi-
tioning wordt gebruikt als u lange hel-
lingen oprijdt of als u in druk verkeer
rijdt bij hoge buitentemperaturen.
Door het gebruik van het airconditio-
ningssysteem kan de motor overver-
hit raken. Blijf de aanjager gebruiken
en schakel het airconditioningssys-
teem uit wanneer de temperatuurme-
ter aangeeft dat de motor oververhit
raakt.
• Bij het openen van de ruiten bij vochtig
weer kan de airconditioning druppel-
vorming in het interieur veroorzaken.
Omdat te veel vocht in het interieur
schade aan elektrische componenten
kan veroorzaken, mag de airconditi-
oning alleen worden gebruikt als de
ruiten gesloten zijn.
5-74
Aanwijzingen voor gebruik aircondi-
tioning
• Open de ruiten een tijdje wanneer de
auto tijdens warm weer in de volle zon
geparkeerd is geweest, zodat de war-
me lucht naar buiten kan.
• Nadat het interieur voldoende is
gekoeld, schakelt u vanuit de stand
RECIRCULATIE terug naar de stand
BUITENLUCHT.
• Om het beslaan van de ruiten tijdens
regenachtige of vochtige dagen te ver-
minderen, kunt u de vochtigheidsgraad
in het interieur terugbrengen door de
airconditioning in te schakelen terwijl
de ruiten en het schuifdak gesloten
zijn.
• Tijdens de werking van de airconditi-
oning ziet u het motortoerental zo nu
en dan iets veranderen wanneer de
aircocompressor inschakelt. Dit is een
normaal verschijnsel tijdens de werking
van het systeem.
• Schakel de airconditioning iedere
maand enkele minuten in om het sys-
teem in een optimale staat te houden.
• Na gebruik van de airconditioning kan
onder de rechterzijde van de auto een
plas heldere vloeistof gelekt zijn. Dit
is een normaal verschijnsel tijdens de
werking van het systeem.
• Als u de airconditioning overmatig laat
werken, kan het verschil in tempe-
ratuur tussen de buitenlucht en de
voorruit damp veroorzaken op het bui-
tenoppervlak van de voorruit, wat kan
leiden tot verminderde zichtbaarheid.
Zet in dat geval de luchtcirculatietoets
in de stand en
de laagste stand.
de aanjagerknop op