Bestuurder hulpsysteem
• Er bevindt zich een persoon, dier of
voorwerp boven of onder de ultrasoon-
sensor wanneer Parking Assist wordt
geactiveerd
• De parkeerplaats is gebogen of dia-
gonaal
• Er bevindt zich een obstakel zoals
een persoon, dier of object (vuilnis-
bak, fiets, motor, winkelwagen, smalle
pilaar enz.) in de buurt van de parkeer-
plaats
• Er bevindt zich een ronde of smal-
le pilaar, of een pilaar omringd door
objecten zoals een brandblusser, enz.
in de buurt van de parkeerplaats
• Het wegdek is hobbelig (stoeprand,
verkeersdrempel, enz.)
• Als de weg glad of hellend is
• De parkeerplaats bevindt zich in de
buurt van een voertuig met een hogere
bodemvrijheid of groot voertuig, zoals
een vrachtwagen, enz.
• De parkeerplaats is hellend
• Er waait een sterke wind
• Remote Smart Parking Assist gebrui-
ken op oneffen wegen, grindwegen,
struiken enz.
• De prestaties van de ultrasoonsensor
worden beïnvloed door extreem warm
of koud weer
• De ultrasoonsensor is bedekt met
sneeuw of water
• Er is een object is in de buurt dat ultra-
sone golven genereert
• Bij de aanwezigheid van afstanden
bedieningen of mobiele telefoons de
buurt van de sensor
• Uw auto wordt beïnvloed door de
Parking Distance Warning van een
ander voertuig
• De sensor is verkeerd gemonteerd of
gepositioneerd door een botsing met
de bumper
• Wanneer de ultrasoonsensor de vol-
gende objecten niet kan detecteren:
- Smalle voorwerpen als touwen, ket-
tingen enz.
7-160
- Voorwerpen die kleiner zijn dan 100
cm in lengte en smaller dan 14 cm in
doorsnede.
- Voorwerpen die de hoogfrequente
signalen van de sensor absorberen,
zoals kleding, sponsachtige materia-
len en sneeuw.
Parking Assist werkt onder de volgende
omstandigheden mogelijk niet normaal:
• Parkeren op hellingen
Parkeer handmatig bij het parkeren op
hellingen.
• Parkeren in de sneeuw
Sneeuw kan de werking van de sensor
belemmeren, of de Parking Assist kan
wegvallen als de weg tijdens het par-
keren glad is.
OBC3073082L
OBC3073082L
OBC3073083L
OBC3073083L