Rijden met uw auto
Auto met automatische transmissie/ dou-
ble clutch-transmissie:
1. Zorg dat u altijd de Smart Key bij u dra-
gen.
2. Controleer of de parkeerrem is geacti-
veerd.
3. Zorg ervoor dat de versnellingshendel
in P (parkeren) staat.
4. Trap het rempedaal in.
5. Druk op de handmatige start-/stop-
knop.
i
Informatie
• Breng de motor niet op bedrijfstempera-
tuur door hem stationair te laten draai-
en. Ga rijden met gematigde motortoe-
rentallen. (Vermijd krachtig accelereren
en vertragen.)
• Start de auto altijd met de voet op het
rempedaal. Start de auto niet terwijl het
gaspedaal wordt ingetrapt. Voer het toe-
rental van de motor niet te hoog op als de
motor nog aan het opwarmen is.
AANWIJZING
Om beschadigingen aan uw auto te voor-
komen:
• Als de verkeersomstandigheden het
toelaten kunt u de versnellingshendel
in stand N (Neutraal) zetten terwijl
de auto nog rijdt en vervolgens de
Engine Start/Stop-knop indrukken
om te proberen de motor opnieuw te
starten.
• Probeer de auto niet aan te slepen of
aan te duwen om de motor te starten.
6-12
AANWIJZING
Om beschadigingen aan uw auto te voor-
komen:
Druk de Engine Start/Stop knop nooit lan-
ger dan 10 seconden in, behalve wanneer
de stoplichtzekering is doorgebrand.
Wanneer de remlichtzekering is door-
gebrand, kunt u de motor niet normaal
starten. Vervang de zekering door een
nieuwe. Als het niet mogelijk is, kunt u de
motor starten door de Engine Start/Stop
OPDE050564L
OPDE050564L
knop in stand ACC 10 seconden ingedrukt
te houden.
Trap voor uw eigen veiligheid altijd het
rempedaal in voordat u de motor start.
Starten met hulpaccu
Als de Smart Key batterij bijna leeg is of
de Smart Key niet goed werkt, kunt u de
motor starten door de Engine Start/Stop
knop direct met de Smart Key in te druk-
ken in de richting van de bovenstaande
afbeelding.
OAC3069051TU
OAC3069051TU