Automatische verwarming en
airconditioning
1. Druk op toets AUTO.
De te gebruiken uitstroomopeningen de
aanjagersnelheid, de luchtinlaat en de air-
conditioning worden automatisch gere-
geld op basis van de gekozen temperatuur.
2. Druk op de temperatuurschakelaar om
de gewenste temperatuur in te stellen.
Als de temperatuur op de laagste stand
(LO) wordt ingesteld, werkt de aircon-
ditioning doorlopend.
• Druk op een van de volgende toetsen
om de automatische werking uit te
schakelen:
- Luchtcirculatietoets
- Toets voorruitontwaseming
(Druk de toets nogmaals in om de
voorruit ontwasemingsfunctie te
deselecteren. Het teken 'AUTO'
wordt nogmaals op het informa-
tiescherm weergegeven.)
- Regeling ventilatorsnelheid
• Voor uw gemak kunt u de toets AUTO
gebruiken en de temperatuur instel-
len op 22°C.
OBC3050110
OBC3050110
i
Informatie
Plaats geen voorwerpen in de buurt van de
sensor, zodat een optimale werking van het
verwarmings- en ventilatiesysteem gega-
randeerd blijft.
OBC3050111
OBC3050111
De geselecteerde functie wordt
handmatig bediend terwijl de
andere functies automatisch wer-
ken.
05
OAI3059112I
OAI3059112I
5-67