Handige functies
AANWIJZING
Controleer of de achterklep gesloten is
voordat u met de auto gaat rijden. Er kan
schade ontstaan aan de gasveren van de
achterklep en de bevestigingsmateria-
len, als u de achterklep niet sluit voordat
u gaat rijden.
Sluiten van de achterklep
Trek de achterklep naar beneden en druk
hem stevig vast om hem te sluiten. Zorg
ervoor dat de achterklep goed vergren-
deld is.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat geen handen, voeten of
andere lichaamsdelen bekneld kunnen
raken bij het sluiten van de achterklep.
OPMERKING
Zorg dat er niets in de buurt van de ach-
terklepslot bevindt wanneer u de achter-
klep sluit. Dit kan het slot van de achter-
klep beschadigen.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen
Als u met een geopende achterklep rijdt,
worden gevaarlijke uitlaatgassen in het
interieur gezogen, hetgeen kan leiden tot
ernstig letsel.
Wanneer het noodzakelijk is dat u met
een geopende achterklep rijdt, houd dan
de uitstroomopeningen en alle ruiten
open, zodat extra frisse lucht in het inte-
rieur stroomt.
5-38
WAARSCHUWING
Houd de achterklep tijdens het rijden
altijd volledig gesloten. Als met een
(gedeeltelijk)
geopende
wordt gereden, kunnen schadelijke
uitlaatgassen, die koolmonoxide (CO)
bevatten, in het interieur binnendringen.
WAARSCHUWING
Bagageruimte
Passagiers dienen niet plaats te nemen
in de bagageruimte, waar geen veilig-
heidsgordels aanwezig zijn. Om bij een
aanrijding of plotseling remmen letsel te
voorkomen, dienen inzittenden altijd hun
veiligheidsgordel te dragen.
WAARSCHUWING
Houdt het onderdeel dat de achter-
klep ondersteunt (de gasveer) niet vast.
Vervorming van het onderdeel kan leiden
tot schade aan het voertuig en kan de
veiligheid in gevaar brengen
achterklep
OBC3053026L
OBC3053026L