i
Informatie
• Kunnen alleen de zeven (7) versnellingen
vooruit gekozen worden. Zet de versnel-
lingshendel in stand R (Achteruit) of P
(Parkeren) om de auto respectievelijk
achteruit te rijden of te blokkeren bij het
parkeren.
• In de sportstand wordt automatisch
teruggeschakeld wanneer de auto snel-
heid mindert. Als de auto tot stilstand
komt, wordt automatisch de eerste ver-
snelling ingeschakeld.
• Het motortoerental in het rode gebied
raakt, schakelt de transmissie automa-
tisch op.
• Als de bestuurder de versnellingshen-
del naar stand + (Opschakelen) of -
(Terugschakelen) beweegt, wordt de
gewenste versnelling mogelijk niet
ingeschakeld als daardoor het motor-
toerental buiten het toegestane gebied
zou komen. De bestuurder moet zelf
opschakelen overeenkomstig de rijom-
standigheden en ervoor zorgen dat het
motortoerental buiten het rode gebied
blijft.
Schakelflippers (indien van
toepassing)
De schakelflippers werken wanneer de
versnellingshendel in de D (Rijden)-positie
staat of in de handmatige schakelstand.
Met de versnellingshendel in de
D-stand
De schakelflippers werken wanneer de
snelheid van het voertuig meer dan 10
km/u bedraagt.
Trek de [+] of [-] schakelflipper één keer
aan om één versnelling omhoog of omlaag
te schakelen en het systeem schakelt over
van de automatische naar de handmatige
bediening.
Wanneer de voertuigsnelheid lager is dan
10 km/u, wanneer u het gaspedaal meer
dan 6 seconden intrapt of wanneer u de
versnellingshendel van D (Rijden) in de
handmatige modus zet en weer van de
handmatige modus naar D (Rijden), scha-
kelt het systeem over van de handmatige
modus naar de automatische modus.
Met de versnellingshendel in de hand-
bediende schakelstand
Trek de [+] of [-] schakelflippers één keer
aan om één versnelling omhoog of omlaag
te schakelen.
i
Informatie
Als de [+] en [-] schakelflippers tegelijker-
tijd worden bediend, wordt er mogelijk
niet geschakeld.
06
OBC3063017L
OBC3063017L
6-31