AANWIJZING
Als de auto na enkele pogingen nog vast-
zit, dient u de auto los te laten trekken om
oververhitting van de motor en bescha-
diging van de transmissie en banden te
voorkomen. Zie "Slepen" in hoofdstuk 8.
Rijden in het donker
Pas uw snelheid zo aan dat u in bochten
niet hoeft te remmen of te schakelen,
vooral op een nat wegdek. Het beste is
licht accelererend de bocht uit te rijden.
Vloeiend nemen van bochten
Nachtzijden geeft meer risico's dan rijden
bij daglicht. Volgen hier een aantal belang-
rijke tips om te onthouden:
• Rijd langzamer en houd meer afstand
tussen u en uw voorliggers omdat het
zicht in het donker beperkter is, vooral
in gebieden waar geen straatverlich-
ting is.
• Stel uw spiegels bij om schittering door
de koplampen van andere auto's te
beperken.
• Houd de verlichting schoon en juist
afgesteld. Vuile of verkeerd afgestelde
koplampen beperken het zicht in het
donker.
• Kijk niet rechtstreeks in de koplampen
van tegemoetkomende auto's. U kunt
daardoor tijdelijk verblind raken en het
duurt enkele seconden voordat uw
ogen weer aan de duisternis gewend
zijn.
Rijden in de regen
Regen en natte wegen kunnen het rijden
gevaarlijk maken. Hier volgen een aantal
aandachtspunten voor het rijden in de
regen en natte wegen:
• Rijd voorzichtig en bewaar extra
afstand tot het overige verkeer. Door
hevige regenval zal het zicht beperkt
worden en de remafstand groter wor-
den. Matig daarom uw snelheid.
• Schakel de cruise control UIT (indien
van toepassing).
• Vervang de ruitenwisserbladen als ze
strepen achterlaten of bepaalde stuk-
ken overslaan.
• Zorg ervoor dat de banden in goede
staat verkeren. Wanneer de banden
niet in een goede staat verkeren, kun-
nen de wielen bij een noodstop op een
nat wegdek gaan slippen, waardoor
een ongeluk kan ontstaan. Raadpleeg
de sectie "Banden vervangen" in
hoofdstuk 9.
• Schakel uw verlichting in zodat ande-
ren u beter kunnen zien.
• Te snel door grote waterplassen rijden
kan uw remmen aantasten. Als u door
plassen moet rijden, probeer dit dan
langzaam te doen.
• Trap het rempedaal tijdens het rijden
licht in totdat de remmen weer nor-
maal werken wanneer u vermoed dat
uw remmen nat geworden zijn.
06
6-59