Foutopsporing
Fout
De maairobot staat
in het maaigebied.
De maairobot kan
niet worden inge-
schakeld.
De maairobot kan
niet in het laadstati-
on rijden.
De maairobot maakt
veel lawaai.
De maairobot blijft
in het laadstation.
De maairobot keert
steeds weer terug
naar het laadstation.
De maairobot kan
het laadstation (19)
niet vinden.
OPGELET! Een doorgesneden leikabel en gevolgschade vallen niet onder de garantie!
Anl_FREELEXO_CAM_PLUS_SPK13.indb 264
Anl_FREELEXO_CAM_PLUS_SPK13.indb 264
NL
Mogelijke oorzaak
- Accuspanning te laag.
- Fout aan de stroomkring of
de elektronica.
- Laadstation (19) niet correct
geïnstalleerd.
- Klingen (10) beschadigd.
- Aan de klingen (10) hechten
veel vreemde materialen.
- Maairobot te dicht bij hinder-
nissen gestart.
- Mesaandrijving of aandrijf-
motor beschadigd.
- Andere delen van de maairo-
bot beschadigd.
- Verkeerde instellingen van
de werktijd.
- De laadtoestand van de accu
is laag of daalt onder 30%.
- De regensensor heeft gerea-
geerd.
- De maairobot is oververhit.
- Het begint te schemeren,
waardoor de camera-
eenheid niet meer juist kan
functioneren.
- Het laadstation (19) bevindt
zich op een plaats waar maar
een zwak GNSS-signaal
wordt ontvangen.
- Hindernissen in de onmid-
dellijke nabijheid van de lus
van de leikabel verhinderen
het rijden daarnaartoe.
- 264 -
Verhelpen
- Zet de robotmaaier terug in het laadstati-
on (19) om op te laden.
- Schakel de hoofdschakelaar (7) in (ON).
- Neem contact op met onze klantenser-
vice.
- Ga na of de LED-indicator (19a) op het
laadstation (19) groen brandt.
- Zorg ervoor dat de geleidingsdraad (24)
aan het laadstation (19) is aangesloten
en dat de voorste geleidingsdraad (24)
gecentreerd onder het laadstation (19) is
gelegd.
- Waarborg dat het laadstation (19) correct
gepositioneerd is.
- Vervang de messen (10). De 3 messen
(10) moeten tegelijkertijd worden vervan-
gen.
- De effi ciëntie van de robotmaaier hangt
af van de scherpte van de messen (10).
Houd de messen (10) daarom in goede
conditie.
- Schakel de robotmaaier veilig uit en draag
werkhandschoenen tijdens het reinigen
van de messen (10) om snijverwondingen
te voorkomen.
- Laat de motor repareren of vervangen
door de klantenservice.
- Controleer de instellingen van de werktijd.
- De maairobot begint en beëindigt zijn
werk al naargelang het ingestelde tijd-
venster. Buiten dit tijdvenster blijft de
maairobot in het laadstation (19).
- Pas de positie van het laadstation (19)
aan en verwijder zoals beschreven in de
bedieningshandleiding het in kaart ge-
brachte terrein.
- Pas de vorm van de lus van de leikabel
aan / Vergroot de lus.
04.10.2024 10:06:49
04.10.2024 10:06:49