voor noodgevallen. De automatische noodop-
roep kan niet onderbroken worden door te
drukken op de toets
.
1
Indien de vragen van het coördinatiecentrum
niet beantwoord worden, worden de passende
noodhulpmaatregelen getroffen.
Indien het een openbare oproep is, gebruikt de
gesprekspartner de taal van het land waar u
rijdt.
Is het een privé-oproep, dan zal de gespreks-
partner u helpen in de taal die is geconfigu-
reerd in het infotainmentsysteem. Indien de ge-
configureerde taal niet beschikbaar is, wordt
het Engels gebruikt.
Een noodoproep handmatig activeren
●
Houd de toets van de noodoproep enkele
seconden
ingedrukt. De noodoproep wordt
1
geactiveerd en er wordt een spraakverbinding
tot stand gebracht met het coördinatiesysteem
voor noodgevallen.
Indien u per ongeluk drukt op de toets van de
noodoproep, onderbreek de oproep dan me-
teen:
●
Druk opnieuw op de toets van de noodop-
roep tot het controlelampje groen blijft bran-
den.
In een noodgeval
Veiligheid
Geïntegreerde batterij
De geïntegreerde batterij garandeert dat het
noodoproepsysteem (eCall) ook na loskoppe-
ling of storing van de 12 volt-accu nog enige tijd
beschikbaar blijft.
Indien de geïntegreerde batterij leeg of defect
is, wordt een bericht getoond op het scherm
van het instrumentenpaneel. Laat de accu ver-
vangen in een gespecialiseerde werkplaats.
Overdracht van EDR-gegevens
Tijdens een noodoproep worden de wettelijk
voorgeschreven gegevens overgedragen aan
het coördinatiecentrum voor noodgevallen, om
te bepalen welke hulpmaatregelen nodig zijn.
De gegevens over de locatie van de wagen
worden continu overschreven. Op die manier is
geen permanente tracking van de wagen mo-
gelijk.
De gegevens in verband met de noodoproep
worden enkel verwerkt om de correcte werking
van het noodoproepsysteem (eCall) te garan-
deren. Enkele uren na activering wist het sys-
teem automatisch de gegevens in verband met
de oproep.
Onder meer de volgende gegevens worden
verzonden:
●
De actuele positie van de wagen op het mo-
ment van activering van de noodoproep.
●
Chassisnummer van de wagen (VIN).
●
Type voertuig en type aandrijving.
●
Type activering (automatisch of handmatig).
●
Type oproep.
●
Richting waarin de wagen reed op het mo-
ment van activering van de noodoproep.
●
Moment van de aanrijding.
●
Geschat aantal inzittenden.
Doorschakelen naar alarmnummer 112
In bepaalde situaties waarin de service van
noodoproep beperkt is of niet kan worden uit-
›››
pag. 402
gevoerd, wordt gebeld naar het alarmnummer
112.
De volgende omstandigheden kunnen ervoor
zorgen dat de noodoproepfunctie slechts be-
perkt functioneert of dat wordt doorgeschakeld
naar het alarmnummer 112:
●
De noodoproep vindt plaats in een gebied
met weinig of geen ontvangst van mobiele tele-
foon en gps, of bijv. in tunnels, tussen hoge ge-
bouwen, in garages, lage doorgangen, bergen
en dalen.
●
In gebieden met voldoende ontvangst van
mobiele telefoon en gps is het netwerk van mo-
biele telefonie van het telecombedrijf in kwestie
mogelijk niet beschikbaar.
●
In sommige landen is de noodoproepfunctie
wettelijk niet toegestaan. Er is geen geldige
licentie voor het gebruik van de service van
noodoproep.
●
De vereiste onderdelen van de wagen om de
noodoproep uit te voeren zijn beschadigd of
krijgen niet voldoende elektrische stroom.
71