Weergaven van het instrumentenpaneel
Om te wisselen tussen de verschillende weer-
gaven drukt u op de toets
functiestuurwiel. De volgende weergaven kun-
nen verschijnen:
●
Hoofd: digitale snelheidsmeter met secun-
daire aanwijzingen.
●
Snelheid: klassieke voorstelling van de snel-
heidsmeter met secundaire aanwijzingen in het
midden van de cirkel.
●
Toerenteller: klassieke voorstelling van de
toerenteller met secundaire aanwijzingen in het
midden van de cirkel.
Het aantal en de inhoud van de getoonde infor-
matie hangen af van de uitrusting.
Let op
Na uitschakeling van het contact verschijnt
een indicatie met informatie over de staat
van de wagen, bijvoorbeeld de afgelegde af-
stand.
16
Informatie voor de bestuurder
Secundaire indicaties selecteren in de "hoofd-
weergave"
De secundaire indicaties
van het multi-
zonderlijk worden geconfigureerd of verborgen.
Om de secundaire indicaties te selecteren,
gaat u als volgt te werk:
1.
Met de toetsen
secundaire weergavegebied rechts
links
C
2. Met het wieltje van het multifunctiestuurwiel
selecteert u de gewenste secundaire indi-
catie.
3. Bevestig de selectie door te drukken op de
toets
Secundaire indicaties selecteren in de weerga-
ven "Snelheid" of "Toerenteller"
1.
Met het wieltje van het multifunctiestuurwiel
selecteert u de gewenste secundaire indi-
catie.
2. Bevestig de selectie door te drukken op
Let op
Indien bij het inschakelen van het contact
waarschuwingen worden getoond over sto-
ringen, kunnen bepaalde instellingen moge-
lijk niet worden uitgevoerd en kan ook de
informatie niet worden getoond. Indien de
storing zich blijft voordoen, ga dan naar een
gespecialiseerde werkplaats. SEAT raadt u
aan om daarvoor een SEAT-dealer te raad-
plegen.
of
kunnen af-
B
C
en
selecteert u het
of
B
.
.
.