WAARSCHUWING
Bij een storing van de dynamische lichtbun-
del-hoogteverstelling kunnen de koplampen
andere weggebruikers verblinden. Dit kan
ongevallen en ernstige letsels tot gevolg
hebben.
●
Laat de lichtbundel-hoogteverstelling zo
snel mogelijk nakijken in een gespeciali-
seerde werkplaats.
Rijden in het buitenland
De lichtbundel van het dimlicht is asymme-
trisch. Hierdoor wordt de rand van de weg aan
de zijde waarop u rijdt sterker verlicht.
Indien een wagen die is geproduceerd voor een
land waarin rechts wordt gereden, naar een
land gaat waarin links wordt gereden (of vice
versa), moet normaliter een deel van het glas
van de koplamp worden afgeplakt met zelfkle-
vende maskers of de afstelling van de koplam-
pen worden aangepast om de overige bestuur-
ders niet te verblinden.
In dergelijke gevallen worden bepaalde verlich-
tingswaarden voorgeschreven die moeten wor-
den ingehouden binnen het verlichtingsveld. Dit
wordt ook wel "reisverlichting" genoemd.
De lichtverdeling die de koplampen hebben
maakt het mogelijk om te voldoen aan de eisen
gesteld aan "reisverlichting" zonder de nood-
zaak tot afplakken of opnieuw afstellen.
Binnenverlichting
Lichten
Let op
"Reisverlichting" is slechts voor een korte pe-
riode toegestaan. Als iemand van plan is om
een grote afstand in een land waarin aan te-
genovergestelde zijde wordt gereden, af te
gaan leggen, dient deze naar een officiële
servicewerkplaats te gaan om de verlichting
te laten afstellen.
Binnenverlichting
Verlichting van het instrumentenpa-
neel, schermen en knoppen
De intensiteit van de verlichting van de instru-
menten en knoppen kan worden ingesteld in het
infotainmentsysteem:
●
Selecteer
> Instellingen > Ver-
lichting > Interieurverlichting; OF
> Inst. interieur > Verlichting >
Instrumentenpaneel.
De ingestelde intensiteit wordt automatisch
aangepast aan het veranderende omgevings-
licht.
Wanneer de automatische inschakeling van het
dimlicht
actief is, worden het dimlicht en
de verlichting van de instrumenten en bedie-
ningselementen automatisch in- of uitgescha-
keld door een sensor naargelang het omge-
vingslicht.
In sommige gevallen, bijv. wanneer door een
tunnel wordt gereden zonder dat de automa-
tische inschakeling van het dimlicht
geschakeld, gaat de verlichting van het instru-
mentenpaneel volledig uit. Het doel van deze
functie is om de bestuurder er visueel op te wij-
zen dat hij/zij de dimlichten moet inschakelen.
Indien uw wagen is uitgerust met het digitale in-
strumentenpaneel verschijnt de waarschuwing
Licht inschakelen, alstublieft. op
het paneel.
Binnenverlichting en leeslampjes
Afb. 106
Deel van de hemelbekleding:
binnenverlichting voorin.
De binnenverlichting achterin in- of uit-
schakelen.
portiercontactstand. De binnenverlichting
gaat automatisch aan wanneer de wa-
gen ontgrendeld, een portier geopend of
het contact uitgeschakeld wordt. De ver-
is in-
131