●
Controlelampje
van de airbag in het instru-
›››
mentenpaneel
pag. 54
●
Sleutelschakelaar voor de voorairbag van de
bijrijder
●
Controlelampje voor het uitschakelen/in-
schakelen van de voorairbag van de bijrijder.
De werking van het airbagsysteem wordt elek-
tronisch gecontroleerd. Telkens wanneer het
contact wordt ingeschakeld, gaat het airbag-
controlelampje enkele seconden branden (zelf-
diagnose).
Er is een storing in het systeem als het con-
trolelampje
:
●
gaat niet branden bij inschakeling van het
›››
contact
pag.
54,
●
niet na ca. vier seconden uitgaat nadat het
contact werd ingeschakeld,
●
weer gaat branden nadat het contact werd
ingeschakeld en het controlelampje uitging,
●
gaat branden of knipperen tijdens het rijden.
Het airbagsysteem wordt niet geactiveerd
bij:
●
uitgeschakeld contact,
●
lichte frontale botsingen,
●
lichte botsingen van opzij;
●
botsingen van achteren;
Airbagsysteem
Veiligheid
●
bij het omslaan van de wagen, indien de dy-
namische kenmerken gemeten door het regel-
apparaat te laag zijn,
●
wanneer de botsingssnelheid lager is dan de
drempelwaarde geprogrammeerd in het regel-
apparaat.
WAARSCHUWING
●
De veiligheidsgordels en het airbagsys-
teem ontwikkelen hun maximale bescher-
mende werking alleen indien de inzittenden
juist op hun stoel plaatsnemen
●
Als er een storing in het airbagsysteem is,
moet het systeem direct in een werkplaats
van een officiële dealer worden gecontro-
leerd. Anders bestaat het gevaar dat de air-
bags bij een botsing helemaal niet of niet op-
timaal worden geactiveerd.
Activering van de airbag
De airbag wordt in een fractie van een seconde
en met hoge snelheid opgeblazen om bij een
ongeval extra bescherming te kunnen bieden.
Als de airbags worden ontvouwen, kan fijn stof
ontstaan. Dit is normaal en geen teken van vuur
in de wagen.
Het airbagsysteem is enkel klaar voor werking
met ingeschakeld contact.
In bijzondere omstandigheden van ongevallen
kunnen verscheidene airbags tegelijk afgaan.
Bij lichte botsingen frontaal, van opzij of van
achteren, kantelen of doorrollen van het voer-
tuig zullen de airbags niet afgaan.
Bij het omslaan worden de airbags enkel geac-
tiveerd in de versie van plug-inhybride.
Factoren van activering
Er kunnen geen algemene uitspraken worden
gedaan over de omstandigheden die leiden tot
het activeren van het airbagsysteem in elke si-
tuatie. Wel zijn er een aantal factoren die een
›››
belangrijke rol spelen, zoals bijvoorbeeld de ei-
pag. 41
.
genschappen van het voorwerp dat botst te-
gen het voertuig (hard/zacht), botshoek, rijsnel-
heid enz.
Doorslaggevend voor de activering van de air-
bags is het traject van vertraging.
Het regelapparaat analyseert het traject van
de botsing en activeert het betreffende bevesti-
gingssysteem.
Indien tijdens de botsing de gemeten vertraging
van het voertuig die daaruit volgt onder de
vooraf ingestelde referentiewaarden in het re-
gelapparaat blijft, zullen de airbags niet afgaan
zelfs al kan het voertuig ernstig vervormd wor-
den.
Bij ernstige frontale botsingen worden de
volgende airbags geactiveerd:
●
Voorairbag van de bestuurder.
●
Voorairbag van de bijrijder.
●
Knie-airbag voor de bestuurder.
53